‘Les 18 Voorbereidend studiemateriaal: Het goddelijke geschenk genade van de Heiland ontvangen’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal (2023)
‘Les 18 Voorbereidend studiemateriaal’, Jezus Christus en zijn eeuwige evangelie – leerkrachtenmateriaal
Les 18 Voorbereidend studiemateriaal
Het goddelijke geschenk genade van de Heiland ontvangen
Heb je je weleens ontmoedigd gevoeld door je zonden, fouten, zwakheden en tekortkomingen? Heb je weleens tegen jezelf gezegd: ‘Ik ben gewoon niet goed genoeg’ of ‘Ik zal nooit aan alle verwachtingen voldoen’? Bedenk bij je studie hoe de genade van de Heer je van zelfkritiek kan redden, je zwakheden sterk kan maken (zie Ether 12:27), en je in staat kan stellen om beter te zijn en meer goed te doen dan je ooit zelf zou kunnen.
Sectie 1
Waarom heb ik de genade van de Heiland nodig?
De apostel Paulus heeft getuigd: ‘Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft’ (Filippenzen 4:13). Die versterkende of instaatstellende kracht wordt genade genoemd, ‘die we krijgen door de verzoening van de Heer Jezus Christus’. (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer, ‘Genade’, ChurchofJesusChrist.org.)
De Heiland heeft in de gelijkenis van de ware wijnstok laten zien dat we zijn genade nodig hebben.
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft over deze gelijkenis gezegd:
Christus betekent alles voor ons en wij moeten voorgoed, onverzettelijk, standvastig en eeuwig ‘in Hem blijven’. Want om de vruchten van het evangelie te laten bloeien en ons leven tot zegen te laten zijn, moeten we dicht bij Hem blijven […] Hij is de wijnstok, de ware bron van kracht en de enige bron van eeuwig leven. (‘Blijft in mij’, Liahona, mei 2004, 32.)
Als we in Jezus Christus blijven, kunnen we zijn genade ontvangen, zodat we zonde kunnen overwinnen en ons volledig potentieel kunnen verwezenlijken. Lehi zei dat ‘geen vlees in de tegenwoordigheid van God kan wonen, behalve door de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ (2 Nephi 2:8). En Moroni getuigde dat we door de genade van Christus zoals Hij kunnen worden – volmaakt en heilig (zie Moroni 10:32–33).
Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat we door de genade van de verzoening van de Heiland ‘het goede [kunnen] zien, doen en zelf goed [kunnen] worden op een manier die ons beperkt menselijk vermogen te boven gaat.’ (‘De kracht van de Heer’, Liahona, november 2004, 77.)
Sectie 2
Hoe helpen mijn geloof en gehoorzaamheid mij om de genade van de Heiland te ontvangen?
Bekijk deze twee afbeeldingen. Deze afbeeldingen vertegenwoordigen twee manieren om naar goddelijke genade te kijken. Sommigen zien genade als een geschenk dat vrijelijk wordt gegeven, ongeacht wat we in het leven doen. Anderen geloven dat we de genade van God op de een of andere manier door onze goede werken kunnen verdienen. Ouderling Holland heeft over deze twee onvolledige perspectieven gezegd:
Sommige gaven die afstralen van de verzoening zijn universeel, onbegrensd en onvoorwaardelijk. Het gaat onder andere om zijn losprijs voor Adams oorspronkelijke overtreding [en] de opstanding […]
Andere aspecten van Christus’ zoenoffer zijn voorwaardelijk. Ze hangen af van hoe ijverig iemand Gods geboden naleeft. Hoewel bijvoorbeeld alle mensen Adams zonde krijgen kwijtgescholden zonder dat ze daar iets voor hoeven te doen, worden hun eigen zonden niet kwijtgescholden, tenzij zij geloof in Christus hebben [en] zich van die zonden bekeren […]
Het is duidelijk dat we de onvoorwaardelijke zegeningen van de verzoening onverdiend krijgen, en dat geldt ook gedeeltelijk voor de voorwaardelijke. Door getrouw te leven en de geboden van God te onderhouden, kan iemand aanvullende privileges krijgen. Maar gaven blijven het; ze kunnen formeel niet verdiend worden. (‘De verzoening van Jezus Christus’, Liahona, maart 2008, 35, 36.)
Nephi zei over de voorwaardelijke gaven van genade, die we door de verzoening van de Heiland kunnen krijgen: ‘Wij weten dat wij, na alles wat wij kunnen doen, door de genade worden gered’ (2 Nephi 25:23). Sommigen hebben moeite met de zinsnede ‘na alles wat wij kunnen doen’. Lees de volgende uitspraken van kerkleiders om Nephi’s woorden beter te begrijpen:
Ik vraag me af of we de zinsnede ‘na alles wat wij kunnen doen’ soms verkeerd uitleggen. We moeten begrijpen dat ‘na’ niet ‘vanwege’ betekent.
We worden niet gered ‘vanwege’ alles wat we kunnen doen. Heeft er iemand onder ons alles gedaan wat wij kunnen doen? Wacht God tot we alles geprobeerd hebben voordat Hij met zijn verlossende genade in ons leven ingrijpt? […]
Ik ben er zeker van dat Nephi wist dat de genade van de Heiland ons toestaat en in staat stelt om zonde te overwinnen [zie 2 Nephi 4:19–35; Alma 34:31]. Daarom werkte Nephi zo hard om zijn kinderen en broeders te bewegen ‘in Christus te geloven en met God te worden verzoend’ [2 Nephi 25:23]. (Dieter F. Uchtdorf, ‘De gave van genade’, Liahona, mei 2015, 110.)
We hoeven niet aan een bepaalde ondergrens in vaardigheid of goedheid te voldoen voordat God ons zal helpen. Goddelijke hulp staat ons elk uur van elke dag ter beschikking, waar we ons ook op het pad van gehoorzaamheid bevinden. […] Ik pleit ervoor om simpelweg onze verantwoordelijkheid op te nemen en aan de slag te gaan, zodat er voor God iets is om ons bij te helpen. (D. Todd Christofferson, ‘Voor eeuwig vrij, om zelfstandig te handelen’, Liahona, november 2014, 19.)
De gave van genade door de Heiland is niet noodzakelijkerwijs in tijd beperkt tot ‘na’ alles wat wij kunnen doen. We kunnen zijn genade vóór, tijdens en na onze eigen inspanningen ontvangen. (Bruce C. Hafen, The Broken Heart: Applying the Atonement to Life’s Experiences [1989], 155–156.)
Sectie 3
Hoe kan de genade van de Heer mijn leven veranderen?
Jezus Christus heeft alle pijn, verleidingen en zwakheden van het sterfelijk leven ervaren, dus Hij weet hoe Hij ons kan helpen (zie Hebreeën 2:18; 4:15; Alma 7:11–12; Leer en Verbonden 62:1). Omdat Jezus Christus zowel een gewillige als bekwame Heiland is, kunnen wij ‘met vrijmoedigheid naderen tot de troon van de genade, opdat wij barmhartigheid verkrijgen en genade vinden om geholpen te worden op het juiste tijdstip’ (Hebreeën 4:16).