Les 18 Leerkrachtenmateriaal

Het goddelijke geschenk genade van de Heiland ontvangen

In de Schriften staat dat we alleen door de ‘verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ het eeuwige leven kunnen ontvangen (2 Nephi 2:8). Tijdens deze les leggen de cursisten uit waarom ze de genade van de Heiland nodig hebben, vertellen ze hoe ze zijn genade hebben ervaren en bedenken ze hoe ze meer op Hem kunnen vertrouwen.

Lessuggesties

De Heer en zijn dienstknechten leren ons dat we genade nodig hebben.

Laat de cursisten voor zichzelf een lijstje maken van dingen waarin ze de hulp van God het meest nodig hebben of verlangen. Ze kunnen bijvoorbeeld denken aan verleidingen of zonden die ze willen overwinnen, zwakheden waarmee ze worstelen, iets moeilijks waar ze mee te maken hebben, een beslissing die ze moeten nemen, een grote taak waar ze hulp bij nodig hebben, of christelijke eigenschappen die ze willen ontwikkelen. Moedig de cursisten aan om aan deze verlangens te denken als ze het tijdens de les over de genade van Jezus Christus hebben.

Om te beoordelen wat de cursisten van genade begrijpen, kunt u vragen wat ze denken dat de genade van Jezus Christus inhoudt en of ze hier vragen over hebben. Toon, als dat nodig is, de volgende definitie:

Genade is de goddelijke hulp of kracht die we krijgen door de verzoening van de Heer Jezus Christus. […] Het woord genade, zoals het in de Schriften wordt gebruikt, verwijst voornamelijk naar de instaatstellende kracht en geestelijke genezing door middel van de barmhartigheid en liefde van Jezus Christus. (Gospel Topics, ‘Grace’, topics.ChurchofJesusChrist.org.)

U zou de volgende afbeelding van een wijnstok kunnen tonen. Leg uit dat Jezus Christus kort voordat Hij naar de hof van Gethsémané ging om de verzoening te volbrengen, de gelijkenis van de ware wijnstok gaf.

wijnstok

Laat de cursisten Johannes 15:1–8 nog eens doornemen en nagaan wat de symbolen van de wijnstok, ranken en vruchten ons over het geschenk van goddelijke genade van de Heiland kunnen leren.

U zou de volgende vragen kunnen stellen om de cursisten te helpen de gelijkenis van de ware wijnstok met genade te verbinden:

• Wat stellen de symbolen van de wijnstok, ranken en vruchten voor? Wat leren ze ons over onze behoefte aan de genade van de Heiland? (U kunt de cursisten helpen om een beginsel als het volgende te vinden: Als we in Jezus Christus blijven, ontvangen we zijn genade om ons te helpen goede werken voort te brengen.)

• Wat betekent het om in Christus te blijven? (U zou het citaat van ouderling Jeffrey R. Holland in sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens door kunnen nemen.) Wat heeft jou geholpen om met de Heiland verbonden te blijven? Wat kan iemand doen die zich afgezonderd voelt van Jezus Christus en zijn geschenk van genade?

U kunt een of twee cursisten laten vertellen wat ze van het geschenk van genade van de Heiland vinden. U zou ook uw getuigenis kunnen geven.

We kunnen de genade van de Heer ontvangen.

U zou de afbeeldingen van een geschenk en een betaling in sectie 2 van het voorbereidend materiaal kunnen laten zien. Laat de cursisten uitleggen of de genade van Christus een geschenk is, of iets dat we kunnen verdienen. (Indien nodig, kunnen de cursisten even de tijd nemen om sectie 2 of een deel van het materiaal in ‘Wil je meer weten?’ nog eens door te nemen. Als ze dit aan het begin van de les al hebben uitgelegd, kunt u ook gewoon verdergaan met de volgende scenario’s.)

Toon de volgende scenario’s en lees ze voor.

Saskia heeft het gevoel dat ze voortdurend tekortschiet en de hulp van de Heer niet verdient.

Tobias denkt dat de Heer hem pas zal helpen om zijn verslaving aan pornografie te overwinnen, als hij eerst alles heeft gedaan dat hij zelf kan doen.

Ellie denkt dat haar eigen inspanningen onbenullig zijn en er niet toe doen in vergelijking met de verlossende genade van Jezus Christus.

Vraag de cursisten wat ze tegen Saskia, Tobias en Ellie zouden zeggen. Overweeg welke van de volgende vragen u kunt stellen om de cursisten te helpen hun leerproces te verdiepen:

• Welke misvatting over het geschenk genade van de Heiland heeft hij of zij?

• Hoe kan zo’n misvatting hem of haar belemmeren om de genade van de Heiland te ontvangen of om erop te vertrouwen?

• Welke lering of welk beginsel over de genade van de Heiland kun je aan hem of haar uitleggen?

U zou de waarheden die de cursisten vinden, op het bord kunnen zetten. De cursisten kunnen waarheden als de volgende vinden: Genade is niet een geschenk dat we verdienen, maar dat we ontvangen door geloof in Jezus Christus te oefenen en ernaar te streven om het evangelie na te leven. We kunnen de genade van de Heer ontvangen vóór, tijdens en na onze beste inspanningen.

Herinner de cursisten eraan dat ze in sectie 3 van het voorbereidend materiaal werden gevraagd om een verhaal uit de Schriften te bestuderen dat laat zien hoe de genade van de Heer ons kan helpen. (U kunt de cursisten wat tijd geven om het verhaal dat ze uit de Schriften hebben gekozen, nog eens door te nemen.) Verdeel de cursisten in groepjes. Laat de cursisten hun verhaal uitleggen en hun antwoorden op de drie vragen in sectie 3 van het voorbereidend materiaal geven.

Ons onderwijs en de leerinteresse verbeteren

Geef de cursisten de tijd om na te denken. We kunnen de cursisten helpen om dingen beter in hun hart te begrijpen, door ze in de les de tijd te geven om na te denken over wat ze leren en voelen, en hier iets over op te schrijven. Daarna kunnen we ze vragen om te bedenken wat ze specifiek kunnen doen om de dingen die ze leren toe te passen.

U kunt de cursisten tot slot vragen om nog eens naar hun lijstje met behoeften en verlangens te kijken, dat ze aan het begin van de les hebben gemaakt. Geef ze wat tijd om gebedvol te bedenken wat ze kunnen doen om meer naar de genade van de Heer te zoeken, in geloof voorwaarts te gaan, en vollediger op zijn goddelijke macht te vertrouwen. Laat ze hier iets over opschrijven.

Voor de volgende keer

U kunt uw cursisten voorafgaand aan de volgende les het volgende, of uw eigen bericht, sturen: Denk bij het bestuderen van het voorbereidend materiaal van les 19 aan iemand die je kent, die er iets aan zou hebben om de bediening van Jezus Christus in de geestenwereld beter te begrijpen.