2008
Overvloedig gezegend
Mei 2008


Overvloedig gezegend

Ons getuigenis is versterkt. Ik geloof dat we allemaal nog vastbeslotener zijn om de beginselen van het evangelie van Jezus Christus na te leven.

President Thomas S. Monson

Ik bezoek de conferentie al heel lang. Maar ik denk dat ik mij nog nooit zo gezegend heb gevoeld als in deze bijeenkomst. We hebben korte boodschappen van veel sprekers gehoord, maar in elke boodschap werd een heel belangrijk onderwerp besproken. Ons is vandaag een smörgåsbord aan geloof, liefde en raad voorgeschoteld. Laten we die zaken met ons leven verweven.

Broeder Ballard, enkele jaren geleden ging mijn vrouw naar het ziekenhuis. Ze liet een briefje achter voor de kinderen: ‘Lieve kinderen, laat papa niet aan de magnetron komen’ — gevolgd door een komma: ‘noch aan het fornuis, de vaatwasser of de wasdroger.’ Ik voeg liever niet nog meer apparaten aan het lijstje toe.

Ik dacht dat het ouderling Uchtdorf was die zei: ‘U heeft het publiek vandaag over uw erfgoed aan moederskant verteld. Hoe zit het met vaderskant?’ Dus wil ik kort iets zeggen over mijn vaderskant van de familie.

De vader van mijn vader kwam uit Zweden, en zijn vrouw uit Engeland. Zij ontmoetten elkaar op een schip op weg naar Amerika. Hij wachtte tot ze oud genoeg was en vroeg haar toen ten huwelijk. Zij trouwden in de Salt Laketempel en hij schreef in zijn dagboek: ‘Dit is de gelukkigste dag van mijn leven. Mijn liefste en ik zijn voor tijd en eeuwigheid in de heilige tempel getrouwd.’

Drie dagen later, op 23 april 1898, schreef hij: ‘Ik heb de trein vanaf het Rio Grande Western Depot genomen, op weg naar Scandinavië, waarnaar ik op zending ben geroepen.’ Op weg naar Zweden, met achterlating van zijn bruid.

Zijn met potlood geschreven dagboek kreeg ik van een oom, die om de een of andere reden wilde dat ik het dagboek van zijn vader kreeg. De aantekening ‘mijn voeten zijn nat’ komt het meest voor in het dagboek. Maar de mooiste aantekening was: ‘Vandaag zijn we naar het huis van Jansson gegaan. We maakten kennis met zuster Jansson. Ze heeft een heerlijke maaltijd op tafel gezet. Ze is een goede kokkin.’ En daarna schreef hij: ‘De kinderen zongen of speelden harmonica of deden een dansje. En toen betaalde ze haar tiende. Vijf kronen voor de Heer, één voor mijn collega, ouderling Ipson, en één voor mij.’ En toen volgden de namen van de kinderen.

Toen ik in het dagboek las, zag ik de naam van de vader van mijn vrouw staan. Hij maakte deel uit van dat gezin en had waarschijnlijk een lied gezongen. Hij zou de vader worden van slechts één dochter, het meisje met wie ik getrouwd ben.

De eerste keer dat ik Frances zag, wist ik dat ik de ware gevonden had. De Heer bracht ons later weer met elkaar in contact en toen vroeg ik haar of ze met mij uit wilde. Ik ging naar haar huis om haar op te halen. Zij stelde mij voor en haar vader zei: ‘Monson, dat is toch een Zweedse naam?’

Ik zei: ‘Ja.’

Hij zei: ‘Goed.’

Toen ging hij de kamer uit en kwam even later terug met een foto van twee zendelingen met hun hoge hoed op en een boek-van-mormon in de hand.

‘Ben jij familie van deze Monson?’, vroeg hij, ‘Elias Monson?’

Ik zei: ‘Ja, hij is de broer van mijn opa. Ook hij was op zending in Zweden.’

Haar vader begon te huilen. Dat ging hem makkelijk af. Hij zei: ‘Hij en zijn collega waren de zendelingen die het evangelie leerden aan mijn ouders en aan al mijn broers en zussen, en aan mij.’ Hij gaf mij een zoen op de wang. En toen begon haar moeder te huilen, en die zoende mij op de andere wang. Ik keek naar Frances. Ze zei: ‘Ik ga mijn jas halen.’

Een paar jaar geleden is mijn lieve Frances zwaar ten val gekomen. Ze moest naar het ziekenhuis. Ze lag achttien dagen in coma. Ik zat aan haar bed. Ze verroerde geen spier. De kinderen huilden, de kleinkinderen huilden, en ik huilde. Geen enkele beweging.

En toen opende ze op zekere dag haar ogen. Ik vestigde een snelheidsrecord om bij haar te komen. Ik gaf haar een kus en een knuffel en zei: ‘Je bent terug. Ik hou van je.’ En zij zei: ‘Ik hou van jou, Tom, maar we zitten in de problemen.’ Ik dacht: Zal ik zal jou eens wat vertellen over problemen, Frances? Ze zei: ‘Ik ben vergeten onze belastingaanslag over het vierde kwartaal te betalen.’

Ik zei tegen haar: ‘Frances, als je dat gezegd had vóór je mij een zoen gaf en vóór je gezegd had dat je van me hield, had ik je hier achtergelaten.’

Broeders, laten we onze vrouw koesteren en met respect behandelen. Zij is onze eeuwige metgezellin. Zusters, houd uw man in ere. Hij heeft behoefte aan een zacht woord. Hij heeft behoefte aan een glimlach. Hij heeft behoefte aan een warme uiting van ware liefde.

Tot zo ver mijn familie, broeders en zusters. Dit was een prachtige conferentie. Wij zijn door wijze en inspirerende boodschappen opgebouwd. Ons getuigenis is versterkt. Ik geloof dat we allemaal nog vastbeslotener zijn om de beginselen van het evangelie van Jezus Christus na te leven.

Niet alleen zijn we gezegend door de fijne toespraken; we zijn ook geroerd door de prachtige muziek die ten gehore is gebracht. We worden in de kerk ruimschoots gezegend door hen die ons in hun muzikale talent laten delen. Alle koren hebben de afgelopen twee dagen fantastisch gezongen.

Ik heb grote liefde voor al wie hebben gesproken en voor al wie hebben geluisterd. Ik heb uw gebeden voor mij gevoeld en ik ben in de laatste twee maanden, sinds het verscheiden van onze geliefde president Hinckley, gesteund en gezegend. Nogmaals, ik waardeer uw steunverlenende stem.

Ik kan mijn dankbaarheid voor de herstelling van het evangelie in deze laatste dagen en wat dat voor mij betekent, niet goed verwoorden. Ieder van ons is beïnvloed en gevormd doordat wij de Heiland volgen en ons aan de beginselen van zijn evangelie houden.

Tot de ouders zeg ik, laat uw kinderen zien dat u van ze houdt. U weet dat u van ze houdt, maar zorg ervoor dat zij dat ook weten. Ze zijn heel waardevol. Zeg het hun. Roep elke dag de hulp van uw hemelse Vader in bij de opvoeding van uw kinderen en bij de problemen die onlosmakelijk met het ouderschap komen. U hebt meer dan uw eigen wijsheid nodig om hen op te voeden.

Wij prijzen onze geweldige jonge mensen die het kwaad in de wereld trotseren en de geboden zo goed mogelijk naleven.

Wie de tempel kunnen bezoeken, raad ik aan zo vaak mogelijk te gaan. Dat zal uw huwelijk en gezin zoveel goeddoen.

Laten we vriendelijk zijn voor elkaar, ons bewust zijn van elkaars behoeften en daar wat aan proberen te doen.

Geliefde broeders en zusters, ik hou van u en bid voor u. Wilt u voor mij bidden. En samen zullen we de zegeningen plukken die onze hemelse Vader voor ieder van ons heeft. Dit is mijn gebed, mijn bede waaraan ik mijn getuigenis toevoeg. Dit werk is waar. In de naam van Jezus Christus. Amen.