2008
Wie is mijn naaste?
Mei 2008


Wie is mijn naaste?

Wij spreken onze waardering uit voor de vele personen (…) die de barmhartige samaritanen van deze tijd zijn.

Afbeelding
Bishop H. David Burton

Goedenavond. Vanavond krijgen de schriftpassages ‘in zoverre gij dit aan één van deze mijn minste broeders hebt gedaan, hebt gij het Mij gedaan’ (Matteüs 25:40) en ‘denkt in alles aan de armen en de behoeftigen’ (LV 52:40) een bijzondere betekenis nu wij de hoogtepunten van de humanitaire hulp in het afgelopen jaar evalueren.

Onlangs kreeg het algemeen welzijnscomité van de kerk een briefing over de humanitaire hulp van de kerk. De voorzitter van het comité, toen nog president Gordon B. Hinckley, sprak zijn grote dank uit voor de gulheid van lid en niet-lid die deze hulp mogelijk hadden gemaakt. Namens het algemeen welzijnszorgcomité spreken wij onze waardering uit voor de vele personen, families, quorums, zustershulpverenigingen en jongevrouwengroepen die tot de barmhartige samaritanen van deze tijd behoren.

In 2007 heeft de kerk hulp geboden bij grote aardbevingen in vijf landen, uitgebreide branden in zes landen, hongersnoden in achttien landen, en overstromingen en zware stormen in 34 landen. De kerk en haar leden boden in totaal bij 170 grote rampen hulp — dat is over het hele jaar genomen bijna elke twee dagen een ramp. Het was een druk jaar, en er waren veel gelegenheden om ons dienstbaar te maken.

Behalve de geboden hulp bij natuurrampen, zijn er gedurende het jaar ook veel initiatieven genomen op het gebied van volksgezondheid. Meer dan een miljoen mensen hadden baat bij de schoonwaterprojecten die de kerk in 25 landen uitvoerde. Zestigduizend vijfhonderd mensen in zestig landen kregen een rolstoel. Begin dit jaar nam ik met mijn vrouw, het presidium van het gebied Zuid-Amerika-Noord en de first lady van Colombia deel aan een rolstoeloverdracht. Toen ontvangers en hun verzorgers hun waardering uitten, vloeiden de tranen rijkelijk. In elf landen hebben 54 duizend mensen nu een beter gezichtsvermogen. Meer dan zestienduizend vijfhonderd mensen in 23 landen zijn getraind in neonatale reanimatie van baby’s, en zij trainen op hun beurt weer vele anderen. In een serieuze poging om mazelen uit te bannen, zijn 2,8 miljoen kinderen en jongeren in tien landen ingeënt. De gezamenlijke inzet voor deze hulpprojecten raakte het leven van bijna vier miljoen mensen in 85 landen.

In augustus vielen er bij een zware aardbeving in het zuiden van Peru 520 slachtoffers en werden er meer dan 58 duizend woningen vernield. Alle 29 ringen in Lima toonden hun liefde en bezorgdheid door de wijken in de getroffen regio eerste hulp te bieden.

Met de onmisbare hulp van zendelingen is er een plan opgezet om de mensen te helpen hun woning en leven weer op te bouwen, en enkele scholen te herbouwen. Uiteindelijk zullen er zo’n vierhonderd woningen worden gebouwd, voornamelijk door bewoners, familieleden en vrienden. Ouderling Alan Layton en zijn vrouw houden toezicht op de actie, coördineren de werkzaamheden en trainen de deelnemers.

Eind van het jaar joeg een combinatie van droog weer en sterke winden een serie branden in het zuiden van Californië aan waardoor een miljoen mensen van huis en haard werden verdreven. Ten minste vijftienhonderd woningen gingen in vlammen op. De kerk reageerde door schoonmaaksets, dekens, hygiënesets en voedsel te verschaffen. Meer dan vijfduizend vrijwilligers boden in het kader van Behulpzame Handen van de kerk samen met zendelingen hulp door schoon te maken, te koken en te zorgen voor de getroffenen, en hen te troosten.

In een bedankbriefje stond: ‘Geef alstublieft onze grote dank door aan al die heiligen der laatste dagen die zo hard hebben gewerkt in mijn buurt. De mormonen waren hier voortdurend aanwezig met maaltijden, knuffels, gebeden en hulp bij het repareren en opruimen van woningen. Zij (…) beurden de gemeenschap op, genazen harten en repareerden huizen in de heuvels van San Diego.’1

Een ringpresident zei toen hij had nagedacht over de ervaring: ‘Een van onze projecten bestond uit helpen opruimen rond de plaatselijke baptistenkerk. (…) We wezen die taak toe aan 25 jongeren. (…) De baptisten zeiden dat ze veel donuts en koffie voor ons zouden hebben. Wij zeiden dat de koffie koud zou worden, maar dat onze jongeren zoveel donuts aan konden als men kon aanslepen!’2

Door zware regenval ontstonden er overstromingen in het Midwesten van de Verenigde Staten, in Oregon en in Washington. Er kwamen vrijwilligers met hulpgoederen uit het voorraadhuis voor de bisschoppen om de getroffenen hulp te bieden.

Toen vertegenwoordigers van de kerk in Findlay (Ohio) een bijdrage overhandigden aan de plaatselijke afdeling van het Rode Kruis, zag een voorbijganger dat ze T-shirts met het logo van Behulpzame Handen droegen. Ze liep naar binnen en hield haar cameratelefoon in de lucht, waarop een foto van vier vrijwilligers van Behulpzame Handen te zien was, en riep uit: ‘Zij hebben zojuist mijn huis gered!’3 En ze omhelsde alle aanwezigen.

Er werd een voedseltransport naar een plaatselijke voedselbank gestuurd. Toen het arriveerde, keek de manager verbaasd en zei: ‘Hoe wist u dit? Ik heb zojuist mijn laatste brood weggegeven en was van plan de deur op slot te doen. Hoe wist u dit?’

In samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie gaven ruim 54 duizend kerkleden zich op als vrijwilligers om een actie tegen mazelen te beginnen, waaraan jaarlijks bijna een miljoen kinderen overlijden. Een kerklid in Nigeria schreef: ‘Ik noemde onze inzet de “redding van de onschuldigen”. We gingen langs de huizen en langs de stadhuizen. Een vrouw vertelde ons dat ze drie kinderen had verloren door de mazelen. Ze vertelde haar verhaal met zo veel gevoel en passie dat er geen oog meer droog was, en dat gold ook voor mij.’ Onze vrijwilliger merkte verder op: ‘Wat je voor jezelf doet, is voorbij als je er niet meer bent, maar wat je voor een ander doet, blijft achter als jouw erfenis.’4

Ons reeds vier jaar durende project om hulp te bieden aan de mensen die getroffen werden door een tsunami in Indonesië en Zuidoost-Azië werd ook verder voortgezet. Er is financiering geboden voor de bouw van 902 woningen, 3 gemeenschapshuizen, 24 dorpswatervoorzieningen, 15 scholen en 3 medische centra. Een plaatselijke leider zei: ‘De mensen in de gemeenschap zijn blij en voelen zich gezegend met het gemeenschapshuis. (…) We kunnen [daar] bidden (…) en de kinderen lesgeven. (…) Wij danken [uw kerk] dat u dit centrum voor onze mensen hebt gebouwd. (…) Wij zullen God bidden om [uw kerk] in de toekomst te zegenen en succes te geven. Dankuwel.’5

In Ethiopië kregen gemeenschappen hulp om zich toegang te verschaffen tot schoon drinkwater. De kerk boorde er waterputten en bouwde opslagtanks. De gemeenschappen riepen watercomités in het leven en groeven de greppels die nodig waren om het water van de opslagtanks naar de dorpen te transporteren. In sommige gevallen ging het om wel vijf kilometer.

Sommige gemeenschappen hadden moeite om hun deel te doen in het graven van de greppels. De grond was hard, droog en had een hoog kleigehalte, wat het graven bemoeilijkte. In één gemeenschap gaf men vijftienhonderd leerlingen een tijdje vrij en nam iedereen deel aan het graven van de resterende delen van de greppels. Terwijl ze daar mee bezig waren, voegden andere mensen uit de gemeenschap zich bij hen. Op een gegeven moment was er een rij mensen van meer dan anderhalve kilometer lang aan het graven.

Dank u voor uw mededogen, uw goedheid en uw gulheid. Mogen wij verder de last van naasten verlichten, de onderdrukten bemoedigen en helpen, en onze portemonnee open doen om de armen te helpen, en andere mensen de helpende hand reiken. Ik getuig van de goddelijke aard van de Heer Jezus Christus en van zijn evangelie. En ik bid dat wij de zegeningen van het ware discipelschap mogen blijven ontvangen in onze stille hulp aan anderen. In de naam van Jezus Christus. Amen

Noten

  1. Laura Ridge-Cosby, San Diego (Californië), in een kaartje dat zij uit eigen beweging aan de afdeling welzijnszorg stuurde.

  2. Gary Sabin, president van de ring Poway (Californië), e-mail aan Garry Flake.

  3. Verteld door Vincent Jones, bisschop van de wijk Findlay in de ring Toledo (Ohio).

  4. Kalu Iche Kalu, coördinator mazelencampagne in de ring Aba (Nigeria).

  5. Mohammed Johan, Calang (Indonesië).