2008
De Twaalf
Mei 2008


De Twaalf

De kerk kan alleen Christus’ kerk zijn met een Quorum der Twaalf dat de sleutels bezit en die aan anderen kan verlenen.

President Boyd K. Packer

Kort na de dood van president Gordon B. Hinckley kwamen de veertien mannen, apostelen, die de sleutels van het koninkrijk op zich bevestigd hadden gekregen, samen in de bovenzaal van de tempel om het Eerste Presidium van de kerk te reorganiseren. Ze wisten precies wat hen te doen stond, ze aarzelden niet. We wisten dat de senior apostel de president van de kerk was. En in die heilige vergadering werd Thomas Spencer Monson door het Quorum der Twaalf Apostelen als president van de kerk gesteund. Hij droeg zijn raadgevers voor. Ook hun werd steun verleend, waarna zij werden geordend en zij gezag kregen. President Monson kreeg specifiek de bevoegdheid om alle gezagssleutels van het priesterschap te gebruiken. Hij is nu, naar de Schrift, de enige man op aarde die het recht heeft om alle sleutels te gebruiken. Maar wij, de apostelen, dragen ze allemaal. Er is één man onder ons geroepen en geordend, en die werd de president van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Hij was jaren geleden al gesteund als profeet, ziener en openbaarder.

Omdat president Uchtdorf in het Eerste Presidium is geroepen, was er een open plek in de Twaalf ontstaan, vandaar dat er gisteren een lid van het Quorum der Twaalf is gesteund, ouderling D. Todd Christofferson. Hij is toegetreden tot die heilige broederschap in die heilige kring, en die kring is weer volledig. De roeping van apostel is terug te voeren tot de Heer Jezus Christus.

Ook hebben we een aantal zeventigers gesteund. Ook zij hebben hun plek ingenomen. In de Schriften staat dat het de taak van het Quorum der Twaalf Apostelen is om leiding te geven aan alle aangelegenheden van de kerk, en wanneer ze daar hulp bij nodig hebben, doen ze een beroep op de ‘de Zeventig, en niet op (…) anderen’.1 En nu hebben we wereldwijd acht quorums der Zeventig, ruim driehonderd zeventigers, allen met het noodzakelijke gezag om alles te doen wat de Twaalf hen opdragen.

Het was de Heer zelf die deze wijze van besturen heeft ingesteld:

‘Hij [ging] naar het gebergte […] om te bidden, en Hij bracht de nacht door in gebed tot God.

‘En toen het dag geworden was, riep Hij zijn discipelen tot Zich en koos er twaalf uit, die Hij ook apostelen noemde.’2

Andreas had Johannes horen spreken en rende naar zijn broer Simon en zei: ‘Wij hebben gevonden de Messias (…).

‘Hij leidde hem tot Jezus. Jezus zag hem aan en zeide: Gij zijt Simon, de zoon van Johannes, gij zult heten Kefas, wat vertaald wordt met Petrus.’3

Simon en zijn broer Andreas, wierpen netten in de zee; Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, herstelden hun visnetten; Filippus en Bartolomeüs, Matteüs, een tollenaar of belastinginner, Tomas, de zoon van Alfeüs, Simon de Zeloot, Judas, de broer van Jakobus, en Judas Iskariot — zij maakten deel uit van het Quorum der Twaalf.4

Hij droeg hen allen op: ‘Komt achter Mij.’5

Hij heeft tegen Petrus gezegd: ‘Ik zal u de sleutels geven van het Koninkrijk der hemelen, en wat gij op aarde binden zult, zal gebonden zijn in de hemelen, en wat gij op aarde ontbinden zult, zal ontbonden zijn in de hemelen.’6

En Hij heeft tegen de Twaalf gezegd: ‘Wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.’7

Hij heeft zijn apostelen ‘macht en gezag over alle boze geesten en om ziekten te genezen’ gegeven. En Hij zond hen uit om het Koninkrijk Gods te verkondigen en genezingen te doen, (…) overal.’8

En Hij heeft gezegd: ‘[De] Twaalf [dragen] de sleutels […] om het gezag van mijn koninkrijk te ontsluiten in de vier hoeken der aarde en vervolgens mijn woord aan ieder schepsel te zenden.’9

Jezus vroeg eens aan zijn discipelen: ‘Wie zeggen de mensen, dat de Zoon des mensen is? (…)

‘Simon Petrus antwoordde en zeide: Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.’10

Toen Jezus in de synagoge predikte, zeiden vele van zijn volgelingen: ‘Deze rede is hard: wie kan haar aanhoren? (…)

‘Van toen af keerden vele van zijn discipelen terug en gingen niet langer met Hem mede.

‘Jezus zeide dan tot de twaalven: Gij wilt toch ook niet weggaan?

‘(…) Simon Petrus antwoordde Hem: Here, tot wie zullen wij heengaan? Gij hebt woorden van eeuwig leven.’11

Na de kruisiging herinnerden de apostelen zich dat Hij had gezegd dat ze in Jeruzalem moesten blijven.12 Toen brak de pinksterdag aan en ontvingen zij de Heilige Geest.13 Zij ontvingen het vastere profetische woord14 en spraken ‘door de Heilige Geest gedreven.’15 En dus waren zij toegerust.

We weten weinig over hun reizen, en alleen waar en hoe een paar van hen stierven. Jakobus is in Jeruzalem door Herodes gedood. Petrus en Paulus stierven in Rome. De traditie wil dat Filippus naar het Oosten ging. Veel meer weten we eigenlijk niet.

Ze zijn uiteengegaan, ze predikten en getuigden, en vestigden de kerk. Zij stierven om hun overtuiging, en met hun dood deden de donkere eeuwen van grote afval hun intrede.

Het belangrijkste dat in de grote afval verloren ging, was het gezag dat de Twaalf hadden — de priesterschapssleutels. De kerk kan alleen zijn kerk zijn met een Quorum der Twaalf dat de sleutels bezit en die aan anderen kan verlenen.

Na eeuwen was daar het eerste visioen, en de herstelling van het Melchizedeks priesterschap door Petrus, Jakobus en Johannes.16

Het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen kregen later te horen:

‘Voorwaar, Ik zeg u: De sleutels van de bedeling die gij hebt ontvangen, stammen af van de vaderen en zijn ten laatste uit de hemel tot u gezonden.

‘Voorwaar, (…) zie hoe groot uw roeping is. Reinigt uw hart en uw klederen, opdat het bloed van dit geslacht niet van uw handen zal worden geëist.’17

De herstelde Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen stond nog in haar kinderschoenen toen het Eerste Presidium werd gevormd, gevolgd door het Quorum der Twaalf Apostelen, dat bestond uit gewone, nog jonge mannen, en daarna de Quorums der Zeventig. De gemiddelde leeftijd van dat eerste Quorum der Twaalf was 28.

Er is een ononderbroken gezagslijn. De priesterschapssleutels die aan de apostelen vanouds waren gegeven, zijn altijd in het bezit geweest van de leden van het Eerste Presidium en het Quorum der Twaalf Apostelen.

Gisteren is ouderling D. Todd Christofferson de 96ste apostel geworden die in deze bedeling in de Twaalf dient. Hij zal tot apostel worden geordend en alle priesterschapssleutels ontvangen die de andere veertien profeten, zieners en openbaarders — apostelen van de Heer Jezus Christus — in hun bezit hebben.

In 1976 werd er in Kopenhagen een gebiedsconferentie gehouden. Na de laatste bijeenkomst wilde president Spencer W. Kimball een bezoek brengen aan de Vor Frue-kerk, waarin zich de beelden van Christus en de twaalf apostelen van de beeldhouwer Thorvaldsen bevinden. Hij was daar jaren eerder al eens geweest en hij vond dat we die moesten zien.

Voorin de kerk, achter het altaar, staat het bekende Christusbeeld met zijn armen enigszins naar voren gespreid. In de handen staan de littekens van de nagels, de wond in zijn zij is zichtbaar. Aan elke kant staan de beelden van de apostelen, Petrus vooraan aan de rechterkant en de andere apostelen in volgorde.

Het grootste deel van de groep stond achterin de kerk bij de beheerder. Ik stond voorin bij president Kimball, met ouderling Rex D. Pinegar en Johan Helge Benthin, president van de ring Kopenhagen, voor het marmeren beeld van Petrus.

Petrus houdt een bos sleutels in zijn hand. President Kimball wees op die sleutels en legde uit waarvan zij het symbool zijn. Ik zal nooit vergeten dat hij toen president Benthin aankeek, zijn vinger naar hem ophief en met een kracht die ik niet van hem gewend was, zei hij tegen hem: ‘Ik wil dat u iedereen in Denemarken vertelt dat ik de sleutels draag! Wij hebben de echte sleutels en we gebruiken ze elke dag.’

Die uitspraak zal ik nooit vergeten, dat getuigenis van de profeet. Er ging grote geestelijke kracht van uit, die ook fysiek te voelen was.

We liepen terug naar de overigen in de groep achterin de kerk. Wijzend op de beelden zei president Kimball tegen de vriendelijke beheerder: ‘Dat zijn de dode apostelen.’ Hij wees op mij en zei: ‘Hier hebben we de levende apostelen. Ouderling Packer is apostel. Ouderling Thomas S. Monson en ouderling L. Tom Perry zijn apostel, en ik ben apostel. Wij zijn de levende apostelen.

‘U leest in het Nieuwe Testament over de zeventigers. Hier zijn twee van de levende zeventigers, ouderling Rex D. Pinegar en ouderling Robert D. Hales.’

De beheerder, die tot dan geen emoties had getoond, was plotseling in tranen.

Ik had het gevoel dat dit de ervaring van mijn leven was.

‘Wij geloven in dezelfde organisatie die in de vroegchristelijke kerk bestond, namelijk: apostelen, profeten, herders, leraars, evangelisten enzovoort.’18

Ook de zeventigers worden geordend, en hoewel zij geen geordende apostelen zijn noch sleutels dragen, hebben zij gezag, en de Twaalf kunnen ‘wanneer zij hulp nodig hebben bij het voldoen aan de verschillende verzoeken om het evangelie te prediken en te bedienen, een beroep te doen op de Zeventig, en niet op welke anderen dan ook.’19

Er zijn nu 308 zeventigers in acht quorums. Zij komen uit 44 landen en spreken dertig talen.

Geen van de andere christelijke kerken zegt de priesterschapssleutels te gebruiken. Het is wel vreemd dat we soms een niet-christelijke kerk worden genoemd, hoewel we de enige kerk zijn met het gezag en de organisatie die Hij heeft gesticht.

De huidige Twaalf zijn doodgewone mensen. Net zomin als de oorspronkelijke Twaalf, zijn zij individueel opzienbarend, maar samen zijn de Twaalf sterk.

We hebben een verschillend beroepsverleden. Wij zijn wetenschappers, juristen, docenten.

Ouderling Nelson was een vooruitstrevend hartchirurg. Hij heeft duizenden operaties verricht. Hij zei mij laatst dat iedereen die een hartoperatie onderging levenslange garantie van hem kreeg.

Anderen in dit Quorum dienden in de krijgsmacht — als matroos, marinier of piloot.

Zij hebben verschillende taken in de kerk vervuld: huisonderwijzer, leerkracht, zendeling, quorumpresident, bisschop, ringpresident, zendingspresident, en de belangrijkste: echtgenoot en vader.

Zij leren en verkondigen allen het evangelie van Jezus Christus. Wat ons verenigt, is onze liefde voor de Heiland en zijn Vaders kinderen, en ons zekere getuigenis dat Hij het hoofd van de kerk is.

Bijna alle Twaalf zijn van eenvoudige komaf, zoals het was toen Hij op aarde was. De levende Twaalf worden aaneengesmeed in de bediening van het evangelie van Jezus Christus. Toen de roeping werd gegeven heeft ieder van hen, zogezegd, zijn netten achtergelaten en is de Heer gevolgd.

De volgende uitspraak is van president Kimball: ‘Mijn leven is met mijn schoenen te vergelijken — het moet door dienen verslijten.’20 Dat geldt voor alle leden van de Twaalf. Ook wij verslijten door de Heer te dienen, en dat doen we bereidwillig. Het is geen gemakkelijk leven voor ons of onze familie.

Ik kan onmogelijk in woorden uitdrukken welke bijdragen, hulp en offers de vrouwen van de priesterschapsleiders wereldwijd brengen.

Een tijdje geleden ondergingen mijn vrouw en zuster Ballard allebei een bijzonder pijnlijke rugoperatie. Met beiden gaat het goed; geen van beiden heeft geklaagd. Het enige wat mijn vrouw zich liet ontvallen was: ‘Dit is geen pretje!’

‘Het is ook de plicht van de Twaalf’ — op aanwijzing van het Eerste Presidium — om ‘alle andere ambtsdragers van de kerk te ordenen en te organiseren, overeenkomstig de openbaring.’21

We hebben nu de faciliteiten waarmee we de leiders en leden over de hele wereld digitaal kunnen instrueren en tot hen getuigen. Maar om de gezagssleutels te verlenen in die ononderbroken priesterschapslijn, ‘door handoplegging’,22 waar ze zich op aarde ook bevinden, moet een van ons daar naartoe.

De Heer heeft gezegd: ‘En voorts zeg Ik u dat wie gij ook in mijn naam zult zenden, door de stem van uw broeders, de Twaalf, naar behoren aanbevolen en door u gemachtigd, de macht zullen hebben om de deur van mijn koninkrijk te ontsluiten voor iedere natie, waarheen gij hen ook zendt.’23

In de Schrift worden de Twaalf omschreven als ‘reizende raadsleden’.24

Ik onderscheid mij niet van de broeders van de Twaalf, de Zeventig en de Bisschap, met wie ik in 47 jaar heb samengewerkt als ik u vertel dat de annalen aantonen dat ik meer dan 75 keer in Mexico en Midden- en Zuid-Amerika ben geweest, 50 keer in Europa, 25 keer in Canada, 10 keer in Oceanië, 10 keer in Azië, en 4 keer in Afrika; ook twee keer in China; in Israël, Saoedi-Arabië, Bahrein, de Dominicaanse Republiek, India, Pakistan, Egypte, Indonesië, en heel veel andere plaatsen op aarde. Anderen hebben zelfs nog meer gereisd.

Hoewel alleen de apostelen alle priesterschapssleutels bezitten, kunnen alle leiders en leden persoonlijke openbaring ontvangen. Van hen wordt zelfs verwacht dat zij die biddend zoeken en er in geloof naar handelen.

‘Want door Hem hebben wij (…) in een Geest de toegang tot de Vader.

‘Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods,

‘Gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Christus Jezus zelf de hoeksteen is.’25

Misschien zal ouderling Christofferson zich afvragen, zoals ik heb gedaan, waarom iemand zoals ik geordend zou moeten worden tot het heilige apostelambt.

Er ontbreekt veel aan mij. Er is zoveel in mijn bediening waarin ik tekortschiet. Er is maar één enkel ding, één kwalificatie, die dat verklaart. Evenals Petrus en alle anderen die sindsdien zijn geordend, heb ik dat zekere getuigenis.

Ik weet dat God onze Vader is. Hij heeft zijn Zoon, Jezus Christus, aan Joseph Smith voorgesteld. Ik getuig tot u dat ik weet dat Jezus de Christus is. Ik weet dat Hij leeft. Hij is in het midden des tijds geboren. Hij heeft zijn evangelie gepredikt en is terechtgesteld. Hij heeft geleden, is gekruisigd en is op de derde dag herrezen uit de dood. Hij heeft, evenals zijn Vader, een lichaam van vlees en beenderen. Hij heeft zijn verzoening gewrocht. Van Hem getuig ik. Ik ben een getuige van Hem. Daarvan wil ik getuigen in de naam van Jezus Christus. Amen.

Noten

  1. LV 107:38.

  2. Lucas 6:12–13.

  3. Johannes 1:41–42.

  4. Zie Lucas 6:12–16.

  5. Zie Matteüs 4:19; 16:24; Marcus 6:1; Lucas 9:23; zie ook Johannes 21:19; LV 112:14.

  6. Matteüs 16:19.

  7. Johannes 14:12.

  8. Lucas 9:1–2, 6.

  9. LV 124:128.

  10. Matteüs 16:13, 16.

  11. Johannes 6:60, 66–68.

  12. Zie Handelingen 1:4.

  13. Zie Handelingen 2:1–4.

  14. 2 Petrus 1:19.

  15. 2 Petrus 1:21.

  16. Zie LV 27:12; geschiedenis van Joseph Smith 1:72.

  17. LV 112:32–33.

  18. Geloofsartikelen 1:6.

  19. LV 107:38.

  20. Gordon B. Hinckley, ‘The Gift of Self’, Tambuli, december 1986, p. 4; ‘He Is at Peace’, Ensign, december 1985, p. 41.

  21. LV 107:58; zie ook LV 107:33.

  22. Geloofsartikelen 1:5.

  23. LV 112:21.

  24. LV 107:23.

  25. Efeziërs 2:18–20.