Les 3 Leerkrachtenmateriaal

Onze goddelijke aard en bestemming

Wij zijn geliefde zoons en dochters van hemelse Ouders, met een goddelijk potentieel. In deze les verkennen de cursisten hoe een begrip van hun goddelijke aard invloed kan hebben op hun relatie tot God en hoe zij zichzelf en anderen zien en behandelen. De cursisten stellen ook vast hoe ze de kennis over hun goddelijke aard en bestemming kunnen gebruiken bij de keuzes die ze maken.

Lessuggesties

Wij zijn geliefde geestzoons en -dochters van hemelse Ouders.

Als onderdeel van het openingsprogramma zou u een lofzang zoals ‘O mijn Vader’ (Lofzangen, nr. 190) of ‘Ik ben een kind van God’ (Lofzangen, nr. 195) kunnen zingen.

U zou de cursisten daarna kunnen vragen zinsneden uit de openingslofzang te noemen waaruit ze iets hebben geleerd over God en over zichzelf, en aan te geven wat ze hebben geleerd. Of u kunt de cursisten een foto van uw ouders laten zien of iemand anders die in uw jeugd een positieve invloed op u heeft gehad. Noem een paar lichamelijke kenmerken of karaktereigenschappen die u van hen hebt meegekregen. Vraag enkele cursisten wat zij van hun ouders of iemand anders hebben geërfd of geleerd.

Zet het volgende citaat uit ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ (ChurchofJesusChrist.org) op het bord: ‘Ieder mens – man of vrouw – is geschapen naar het beeld van God. Ieder is een geliefde geestzoon of -dochter van hemelse Ouders, en als zodanig heeft ieder een goddelijke aard.’

• Wat valt je aan dit citaat op en waarom? (U zou uit sectie 1 van het voorbereidend materiaal kunnen putten om het begrip van de cursisten omtrent deze waarheid aan te scherpen.)

• Wat hebben de profeten ons nog meer over God en onze relatie tot Hem geleerd? En wat leren we daaruit over onszelf? (Geef de cursisten eventueel een paar minuten om sectie 1 van het voorbereidend materiaal nog eens door te nemen, voordat ze antwoord op deze vragen geven.)

• Hoe kan het inzicht dat je een kind van God bent invloed hebben op hoe je Hem aanbidt?

Ons onderwijs en de leerinteresse verbeteren

Vertrouw erop dat uw cursisten zich voorbereiden. Bedenk hoe u de cursisten kunt stimuleren om het voorbereidend materiaal voorafgaand aan de les te bestuderen. Doe vervolgens in de les een beroep op hun voorbereiding. Dat zal de cursisten ertoe brengen om hun natuurlijke leerdrang aan te spreken. Bied de cursisten gedurende de cursus de kans om te vertellen hoe het voorbereidend materiaal meer diepgang geeft aan hun begrip van de leer van het gezin, en hoe het een positieve leerervaring in de hand werkt.

Afhankelijk van de grootte van uw klas splitst u die op in groepjes om hun antwoorden op de volgende vragen te bespreken. (De cursisten hadden de kans om tijdens hun studie van het voorbereidend materiaal hun gedachten op te schrijven over een of meer van deze vragen.)

• Hoe kan een goed begrip van onze goddelijke aard een verandering teweegbrengen in hoe we onszelf en anderen behandelen? Wanneer is het je gelukt om door iemands agressieve gedrag of houding heen te kijken en zijn of haar goddelijke aard te zien?

• Kun je voorbeelden uit het leven van de Heiland geven die laten zien dat Hij de goddelijke aard van anderen begreep? In welke opzichten zou je Hem beter kunnen nadoen in de manier waarop je anderen behandelt?

Neem samen Mozes’ interactie met God en daarna met Satan door (of laat een cursist die samenvatten), zoals opgetekend in Mozes 1:4–6, 12–16 (zie sectie 2 van het voorbereidend materiaal).

• Wat kunnen we van Mozes’ ervaring leren? (De cursisten kunnen onder andere de volgende waarheid noemen: Begrip van onze goddelijke aard kan ons kracht geven en ons beschermen tegen de tegenstander.)

• Waarom denk je dat begrip van onze goddelijke aard ons de kracht kan geven om weerstand tegen de tegenstander te bieden?

• Hoe kun je jezelf eraan herinneren wie je bent als Satan je op andere gedachten probeert te brengen? (Laat de cursisten eventueel het verhaal van ouderling Brian K. Taylor opzoeken, waarnaar in de sectie Wil je meer weten? in het voorbereidend materiaal wordt verwezen.)

Laat de volgende uitspraak van president Russell M. Nelson zien:

Mijn eerste aanbeveling [is] om er voor jezelf achter te komen wie je werkelijk bent. Vraag je hemelse Vader in de naam van Jezus Christus wat Hij van jou en je zending hier op aarde vindt. Vraag het met een oprechte bedoeling, dan zal de Geest je in de loop van de tijd de waarheid influisteren, waardoor je leven zal veranderen. Noteer die ingevingen, neem ze vaak door en handel er nauwgezet naar. (‘Pal staan als ware millennials’, Liahona, oktober 2016, 49.)

Geef de cursisten een paar minuten de tijd om in stilte na te gaan wat de Heer wil dat ze doen om meer begrip van hun eigen en andermans goddelijke aard te krijgen. U kunt ze ook aanmoedigen te bidden zoals president Nelson heeft aanbevolen, en vanaf nu altijd de indrukken die ze ontvangen op te schrijven.

Ieder van ons heeft een goddelijke bestemming.

Voeg de volgende zinsnede toe aan het citaat uit de gezinsproclamatie op het bord: ‘en bestemming.’

Vraag een cursist om Romeinen 8:16–17 voor te lezen. Laat de klas meelezen en nagaan wat de apostel Paulus over onze goddelijke bestemming heeft gezegd.

• Wat leert deze Schrifttekst je over wat je Vader in de hemel en Jezus Christus je toewensen? (Leg de cursisten zo nodig uit wat het betekent om ‘mede-erfgenamen van Christus’ te zijn. Zie sectie 3 van het voorbereidend materiaal voor uitleg.)

U kunt een cursist vooraf vragen om in de les het citaat van president Dieter F. Uchtdorf in sectie 3 van het voorbereidend materiaal samen te vatten en te vertellen wat hij of zij daarvan vindt.

Geef de cursisten de tijd om over de volgende vragen na te denken en moedig ze aan om de ingevingen die ze ontvangen op te schrijven:

• Hoe kan de kennis van je goddelijke aard en bestemming richting aan je keuzes geven?

• Hoe verandert het citaat van president Uchtdorf hoe je naar je onbeholpen peuterstapjes kijkt? Op welke manieren kun je de Heer uitnodigen je hulp te bieden om verder te gaan?

Vraag enkele cursisten bij wijze van getuigenis te vertellen wat ze uit deze les geleerd hebben.

U zou de cursisten ten slotte kunnen vertellen wat voor verschil deze kennis over uw goddelijke aard en bestemming voor u gemaakt heeft. Moedig de cursisten aan eraan te blijven denken wie zij en anderen zijn, en zichzelf en anderen dienovereenkomstig te behandelen.

Voor de volgende keer

Vraag de cursisten om te overdenken hoe het gezin in het plan van onze hemelse Vader past. Vraag ze ook om tijdens hun studie van het grote plan dat God met gezinnen voorheeft, te overwegen hoe belangrijk hun gezin in hun levensplan is.