‘Les 15 Voorbereidend studiemateriaal: Het gebod om talrijk te worden en de aarde te vervullen’, Het eeuwige gezin – leerkrachtenmateriaal (2022)
‘Les 15 Voorbereidend studiemateriaal’, Het eeuwige gezin – leerkrachtenmateriaal
Les 15 Voorbereidend studiemateriaal
Het gebod om talrijk te worden en de aarde te vervullen
Welke verwachtingen of zorgen heb je over kinderen krijgen? Bid terwijl je de volgende leerstof bestudeert voor meer begrip van de heilige doelen die met het plan van onze hemelse Vader bereikt worden als een man en een vrouw besluiten kinderen te krijgen. Overweeg hoe een man en een vrouw in geloof gehoor kunnen geven aan het goddelijke gebod om talrijk te worden en de aarde te vervullen.
Sectie 1
Welke rol speelt kinderen krijgen in het heilsplan van onze hemelse Vader?
Denk aan de verschillende meningen die mensen hebben over kinderen krijgen. Ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen besprak het perspectief van een moeder:
Vandaag de dag zijn er velen in de wereld die het belang van kinderen krijgen in het gezin bagatelliseren, of uitstel of beperking suggereren. Mijn dochters verwezen mij onlangs naar een blog die door een christelijke moeder met vijf kinderen (geen lid van onze kerk) werd bijgehouden. Zij merkte op: ‘In de cultuur [waar we in opgroeien] is het heel moeilijk om een Bijbels perspectief op het moederschap te krijgen. […] Het belang van kinderen wordt ver onder studeren gerangschikt. Onder reizen of de wereld zien. Onder uitgaan of vrije tijd. Onder je lichaam vormen in de fitnessruimte. Onder elke baan die je kunt of hoopt te krijgen.’ Ze gaat verder: ‘Het moederschap is geen hobby, maar een roeping. Je verzamelt geen kinderen omdat ze er schattiger uitzien dan postzegels. Je houdt je er niet mee bezig als je er toevallig de tijd voor kunt vinden. God heeft je juist daarvoor tijd gegeven.’ [Rachel Jankovic, ‘Motherhood Is a Calling (and Where Your Children Rank)’, 14 juli 2011, desiringgod.org.] (‘Kinderen’, Liahona, november 2011, 28.)
Nadat God Adam en Eva had geschapen en hen in het nieuw en eeuwigdurend huwelijksverbond met elkaar had verbonden, gaf Hij hun een gebod.
Studeren in voorbereiding op de les
Lees Genesis 1:27–28 en vraag jezelf af wat het betekent dat dit het eerste gebod was dat God aan Adam en Eva gaf.
Hedendaagse profeten stellen met nadruk: ‘Het eerste gebod dat God aan Adam en Eva gaf, had betrekking op hun vermogen om als man en vrouw kinderen te krijgen. Wij verklaren dat Gods gebod aan zijn kinderen om zich te vermenigvuldigen en de aarde te vervullen van kracht blijft.’ (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’, ChurchofJesusChrist.org.)
Overdenk waarom dit gebod in deze tijd opnieuw moest worden bevestigd. President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft gezegd: ‘Satans felste tegenwerking richt zich op alles wat het belangrijkste in Gods plan is.’ Deze tegenwerking bestaat uit ontmoediging van ‘het krijgen van kinderen – vooral bij ouders die kinderen in waarheid zouden grootbrengen’. (‘Waarheid en het plan’, Liahona, november 2018, 27.)
Het evangelie van Jezus Christus verschaft ons een goddelijk perspectief op het belang van kinderen (zie bijvoorbeeld Psalmen 127:3 en Mattheüs 19:13–15). Ouderling Andersen heeft gezegd:
Het is voor een man en vrouw die kinderen kunnen krijgen een koninklijk voorrecht om deze geestkinderen van God van een sterfelijk lichaam te voorzien. […]
Wanneer er een kind wordt geboren, vervullen man en vrouw een gedeelte van het plan van onze hemelse Vader om kinderen in de wereld te brengen. De Heer heeft gezegd: ‘Dit is mijn werk en mijn heerlijkheid: de onsterfelijkheid en het eeuwige leven van de mens tot stand te brengen’ [Mozes 1:39]. Voordat er onsterfelijkheid kan zijn, moet er eerst sterfelijkheid zijn. (‘Kinderen’, 28.)
President M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat kinderen krijgen deel uitmaakt van het doel van het sterfelijk leven:
Het doel van het sterfelijk leven is om meer zoals God te worden door een lichaam te krijgen, keuzevrijheid uit te oefenen en rollen op zich te nemen die voorheen alleen aan hemelse Ouders toebehoorden – de rollen van echtgenoot, echtgenote en ouder. […]
Een belangrijk doel van dit sterfelijk bestaan is dat wij dat gezinsleven zelf kunnen ervaren, maar deze keer ook als ouder in plaats van alleen als kind. […]
Onze hemelse Vader wil dat wij […] zijn eerste gebod gehoorzamen: ‘word talrijk, vervul de aarde’ – niet alleen om zijn plan te vervullen, maar ook om de vreugde te ervaren die zijn plan voor zijn zoons en dochters mogelijk maakt. (‘De kansen en taken van CES-leerkrachten in de 21e eeuw’ [avond met een algemeen autoriteit, 26 februari 2016], broadcasts.ChurchofJesusChrist.org.)
Bespreken in voorbereiding op de les
Bespreek de volgende vragen met iemand die kinderen heeft. Of als je getrouwd bent en kinderen hebt, zou je deze vragen met je partner kunnen bespreken.
-
Wat ben je door je ouderlijke taken over je hemelse Vader te weten gekomen?
-
Hoe heeft het ouderschap je leven meer inhoud gegeven? (Bekijk de video ‘Having Children Enriches Your Life’ [4:30] als je wilt weten hoe andere echtparen deze vraag beantwoorden.)
4:30
Sectie 2
Hoe kunnen mijn partner en ik bepalen wanneer we aan kinderen gaan beginnen, en hoeveel we er willen?
Echtparen komen voor belangrijke vragen te staan, zoals wanneer ze aan kinderen beginnen, en hoeveel ze er willen.
Studeren in voorbereiding op de les
Lees Alma 37:37 en let op raad die een echtpaar bij deze beslissingen kan helpen.
Ouderling Andersen heeft aangegeven dat het belangrijk is om de Heer bij deze beslissingen te betrekken:
Wanneer en hoeveel kinderen, zijn persoonlijke beslissingen die man en vrouw samen met de Heer nemen. Dat zijn heilige beslissingen – beslissingen die na oprecht gebed en met groot geloof genomen moeten worden. […]
Broeders en zusters, we mogen geen oordeel over anderen vellen in deze heilige en persoonlijke taak. (Zie ‘Kinderen’, 28, 30.)
Sommige trouwe heiligen die graag kinderen willen hebben, krijgen daartoe in dit leven misschien niet de kans. Daarover heeft ouderling Andersen gezegd:
Het onderwerp kinderen krijgen kan […] het hart breken van rechtschapen echtparen die trouwen en er dan achter komen dat ze geen kinderen kunnen krijgen, waar ze met groot verlangen op hadden gewacht, of van een man en een vrouw die graag een groot gezin wilden hebben maar slechts met een klein gezin worden gezegend.
We kunnen de moeilijkheden van deze sterfelijke proeftijd niet altijd uitleggen. Soms lijkt het leven erg oneerlijk – vooral als het ons grootste verlangen is om precies te doen wat de Heer ons heeft geboden. Als dienaar van de Heer verzeker ik u dat de volgende belofte geldt: ‘Getrouwe leden die door omstandigheden in dit leven niet in de zegeningen van een eeuwig huwelijk en het ouderschap delen, zullen alle beloofde zegeningen in de eeuwigheid ontvangen als ze de verbonden nakomen die zij met God hebben gesloten.’ [Algemeen handboek: dienen in De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, 38.1.4, ChurchofJesusChrist.org.] (‘Kinderen’, 30.)
Nadenken in voorbereiding op de les
Waarom is het belangrijk dat man en vrouw met hun hemelse Vader overleggen wanneer ze aan kinderen beginnen en hoeveel ze er willen krijgen?
Sectie 3
Hoe zal het onze keuzes beïnvloeden als we begrijpen dat het leven heilig is in Gods plan?
Bij monde van hedendaagse profeten heeft de Heer benadrukt dat het menselijk leven heilig is, en waar alle kinderen, met inbegrip van ongeboren kinderen, recht op hebben:
Wij bevestigen de heiligheid van het leven en het belang ervan in Gods eeuwige plan. […]
Kinderen hebben er recht op om binnen het huwelijk geboren te worden, en te worden opgevoed door een vader en een moeder die de huwelijksgelofte met volledige trouw eren. (‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’.)
President Russell M. Nelson heeft over de heiligheid van het leven gezegd:
Niemand kan een baby knuffelen, in die mooie oogjes kijken, die kleine vingertjes aanraken en de wangetjes zoenen zonder meer eerbied voor het leven en voor onze Schepper te krijgen. Leven spruit voort uit leven. Het is geen toevalligheid. Het is een geschenk van God. (‘Abortus: een aanslag op de weerlozen’, Liahona, oktober 2008, 19.)
De proclamatie over het gezin spreekt zich uit tegen praktijken die tegenwoordig algemeen aanvaard zijn, zoals abortus en buitenechtelijke kinderen. In veel delen van de wereld wordt abortus als normaal beschouwd, en er vinden jaarlijks miljoenen abortussen plaats.
Kerkleiders hebben het volgende over abortus verklaard:
De Heer heeft geboden: ‘U zult niet […] doden, noch iets dergelijks doen’ (Leer en Verbonden 59:6). De kerk is tegen vrijwillige abortus voor persoonlijk of sociaal gemak. De leden moeten geen abortus provocatus ondergaan, verrichten, regelen, bekostigen, rechtvaardigen of aanmoedigen. De enige mogelijke uitzonderingen hierop zijn:
Zwangerschap als gevolg van verkrachting of incest.
Een bevoegd medicus stelt vast dat het leven of de gezondheid van de moeder groot gevaar loopt.
Een bevoegd medicus stelt vast dat de foetus dermate grote gebreken vertoont dat de baby na de geboorte niet in leven zal blijven.
Zelfs deze uitzonderingen rechtvaardigen abortus niet automatisch. Abortus is een zeer ernstige aangelegenheid en moet alleen overwogen worden als de betrokkenen met hun bisschop hebben gesproken, en na gebed een bevestiging van de Geest ontvangen hebben. (Algemeen handboek, 38.6.1.)
Sommige ongehuwde ouders kiezen voor abortus omdat ze van mening zijn dat ze het kind geen ‘veiligheid, geborgenheid en stabiliteit’ kunnen bieden. In een dergelijke situatie zou adoptie ‘een onbaatzuchtige, liefdevolle beslissing [zijn] die het kind, de biologische ouders, en de adoptieouders in dit leven en in de eeuwigheid ten goede komt.’ (Verklaring van het Eerste Presidium, 4 oktober 2006, geciteerd in Liahona, oktober 2008, 19.)
Nadenken in voorbereiding op de les
Wat heb je uit de leringen in deze sectie geleerd over onze hemelse Vader? Hoe kun je je kennis van Gods plan gebruiken om uit te leggen waarom ‘vrijwillige abortus voor persoonlijk of sociaal gemak’ ingaat tegen de wil van God? (Algemeen handboek, 38.6.1.)