Hoe vergeleek de Heiland evangeliewaarheden met bekende voorwerpen en ervaringen?
Jezus Christus is de Meesterleraar. Hij gebruikte eenvoudige verhalen, gelijkenissen en uit het leven gegrepen voorbeelden die zijn toehoorders hielpen evangeliebeginselen te begrijpen. We kunnen net als de Heiland verhalen gebruiken om te onderwijzen door over onze eigen ervaringen te vertellen en evangeliebeginselen te koppelen aan de wereld om ons heen.
Uw geestelijke voorbereiding
Bestudeer de volgende Schriftteksten en materialen met een gebed in uw hart. Wat voelt u dat u met de jongeren moet bespreken?
Matteüs 20:1–15; 25:1–13, 14–30; Lucas 8:4–15; 15:1–7, 8–10, 11–32; zie ook de video ‘De verloren zoon’ (voorbeelden van gelijkenissen)
Matteüs 18:1–6 (de Heiland gebruikt een kind om het koninkrijk der hemelen te verduidelijken)
Matteüs 5:13–16; zie ook de video ‘De Bergrede: zaligsprekingen’ (de Heiland vergelijkt zijn discipelen met zout en het licht van een lamp)
L. Tom Perry, ‘De leerstellingen en beginselen die in de geloofsartikelen staan’, Liahona, november 2013
Jeffrey R. Holland, ‘De arbeiders in de wijngaard’, Liahona, mei 2012, pp. 31–33
David A. Bednar, ‘U moet wedergeboren worden’, Liahona, mei 2007, pp. 19–22
Verbanden leggen
Help de jongeren in de eerste minuten van elke les om verbanden te leggen tussen wat ze in verschillende situaties leren (zoals bij hun persoonlijke studie, in het seminarie, in andere kerklessen, of in de omgang met hun vrienden). Hoe kunt u ze helpen inzien dat het evangelie van toepassing is op het dagelijks leven? De volgende ideeën kunnen van nut zijn:
-
Laat de jongeren een gezinsavond, les, toespraak of conferentie beschrijven die indruk op hen heeft gemaakt.
-
Vraag de jongeren naar een verhaal dat zij zich nog uit een recente conferentietoespraak herinneren. Wat hebben zij van dat verhaal geleerd? Waarom zou de spreker volgens hen een verhaal hebben gebruikt om iets duidelijk te maken?
Samen leren
Elk van de onderstaande leeractiviteiten zal de jongeren leren hoe ze gelijkenissen en andere vergelijkingen kunnen gebruiken bij hun onderwijs. Kies er onder inspiratie van de Geest een of meer uit die voor uw klas het beste zijn:
-
Vraag de jongeren een schema te maken met de volgende kopjes: ‘Augurken maken’ en ‘Tot bekering komen’. Laat de jongeren ouderling David A. Bednars toespraak ‘U moet wedergeboren worden’ lezen en benoemen welke vergelijkingen ouderling Bednar gebruikt om het proces van bekering uiteen te zetten. U kunt de jongeren eventueel vragen om de vergelijkingen in een tekening weer te geven. Geef de jongeren de tijd om over een vergelijking uit hun eigen ervaring te vertellen waarmee zij een evangeliewaarheid kunnen verduidelijken.
-
Vraag iedere jongere een van zijn of haar favoriete gelijkenissen in de Schriften op te zoeken. Als ze ideeën nodig hebben, kunt u ze verwijzen naar de gelijkenissen in dit schema. Laat de jongeren hun gelijkenis in eigen woorden aan de klas vertellen en uitleggen waarom die betekenis voor hen heeft. Waarom zijn gelijkenissen zo’n effectieve onderwijsmethode? Geef de jongeren eventueel de tijd hun eigen gelijkenis te maken om een evangeliewaarheid uiteen te zetten. Laat ze om te beginnen bepalen welk evangeliebeginsel ze uiteen willen zetten. Daarna kunnen ze een situatie voor hun gelijkenis bedenken die vertrouwd is voor de mensen die ze onderwijzen en een verhaal schrijven waaruit het evangeliebeginsel spreekt.
-
Laat de jongeren een mobieltje of een afbeelding ervan zien. Vraag ze vergelijkingen te maken tussen de telefoon en een beginsel van het evangelie. Vraag ze de laatste vijf alinea’s te lezen vóór het kopje ‘Organisatie en orde van het priesterschap’ in ouderling L. Tom Perry’s toespraak ‘De leerstellingen en beginselen die in de geloofsartikelen staan’ en bespreek de vergelijking die hij maakt. Ouderling Perry nodigt de jongeren aan het eind van zijn toespraak uit om de leerstellingen in de geloofsartikelen te bestuderen. Lees zijn uitnodiging met de klas en vraag elke jongere de leerstelling in een van de geloofsartikelen te bestuderen. Vraag ze die leerstelling in de les van volgende week kort toe te lichten aan de hand van een vergelijking.
-
Vertoon een van de video’s in dit schema, of laat de jongeren in de Schriften voorbeelden lezen waarin de Heiland het evangelie vergelijkt met bekende voorwerpen. Waarom onderwees Jezus op die wijze? Neem enkele alledaagse voorwerpen mee naar de klas, zoals zeep, munten, sleutels, steentjes of voedsel. Laat de jongeren een voorwerp kiezen en een evangeliebeginsel uiteenzetten met behulp van dat voorwerp.
-
Laat de jongeren de gelijkenis van de arbeiders in de wijngaard lezen in Matteüs 20:1–15. Laat ze verschillende manieren bespreken waarop deze gelijkenis van toepassing kan zijn op hun leven. Laat ze ouderling Jeffrey R. Hollands toespraak ‘De arbeiders in de wijngaard’ lezen en de evangeliewaarheden bespreken die hij met deze gelijkenis uiteenzet (u kunt wellicht stukken uit de toespraak gebruiken die voor de jongeren het meest geschikt zijn). Laat de jongeren nog een gelijkenis uit de Schriften kiezen en de klas vertellen hoe die op hen van toepassing is. Waarom zijn gelijkenissen een effectieve manier om anderen in evangeliebeginselen te onderwijzen?
Vraag de jongeren wat ze vandaag hebben geleerd. Begrijpen zij hoe ze met behulp van gelijkenissen en andere vergelijkingen kunnen onderwijzen? Wat voor gevoelens of ingevingen hebben ze gekregen? Hebben ze nog vragen? Zou het de moeite waard zijn om meer tijd aan dit onderwerp te besteden?
Uitnodiging om in actie te komen
Laat de jongeren vergelijkingen of gelijkenissen gebruiken om iemand in een evangeliewaarheid te onderwijzen. Vraag ze in welke situaties ze in die waarheid kunnen onderwijzen, zoals op een gezinsavond, in een toespraak of aan een vriend of vriendin.