Seminarie
Unit 2 Dag 1, 1 Nephi 1


Unit 2: Dag 1

1 Nephi 1

Inleiding

Het Boek van Mormon begint met Nephi’s verslag van zijn vader, Lehi, die zijn taak als profeet en priesterschapsleider van zijn gezin trouw vervult. Door de bediening van Lehi te begrijpen kun je de taak van de profeten in deze tijd beter begrijpen. Lehi was een van de ‘vele profeten die tot het volk profeteerden dat het zich moest bekeren’ (1 Nephi 1:4). Het volk bespotte Lehi en trachtte hem te doden, omdat hij God gehoorzaamde en profeteerde over de vernietiging van Jeruzalem. Toch verheugde Lehi zich in de barmhartigheid en macht ter bevrijding van de Heer. Denk bij het bestuderen van 1 Nephi 1 aan de manier waarop Gods genade en zijn persoonlijke betrokkenheid te zien zijn in jouw leven.

1 Nephi 1:1–3

Nephi begint zijn kroniek

Lees 1 Nephi 1:1 en stel vast welke kernwoorden en zinsneden Nephi’s leven weergeven.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek ten minste één manier waarop jouw leven gelijk is aan dat van Nephi naar aanleiding van wat je hebt gelezen in vers 1.

  2. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Hoe kon het volgens jou dat Nephi ‘veel ellende [heeft ondervonden]’ en tegelijkertijd ‘in al [zijn] dagen ten zeerste door de Heer begunstigd [is geweest]’?

1 Nephi 1:4–20

Lehi krijgt een visioen en waarschuwt het volk voor de verwoesting van Jeruzalem.

Denk aan een keer dat je ouders of kerkleiders je waarschuwden voor gevaar. Wat zette hen ertoe aan je te waarschuwen?

Onze hemelse Vader houdt van ons en wil dat wij veilig zijn voor schadelijke zonde. Eén manier waarop God zijn kinderen waarschuwt is door middel van profeten. Profeten waarschuwen ons voor zonde en leren ons over verlossing door Jezus Christus. Zoek tijdens het bestuderen van 1 Nephi 1 naar bewijzen van dit beginsel. Nephi schreef aan het begin van zijn kroniek dat vele profeten predikten en het volk waarschuwden wat er zou gebeuren indien zij zich niet bekeerden (zie 1 Nephi 1:4). Lees 1 Nephi 1:5–7 en markeer in je Schriften hoe en waarover Lehi in gebed ging. Lehi’s gebed tot de Heer toont aan dat hij geloofde wat de profeten vertelden.

Lees 1 Nephi 1:8–10 en omcirkel hieronder de dingen die Lehi in zijn visioen zag.

  • God

  • Jezus Christus

  • Engelen

  • Twaalf anderen

Afbeelding
Lehi

Lees 1 Nephi 1:11–12 en kijk eens wat er met Lehi gebeurde terwijl hij in het boek las dat hij ontvangen had. Door middel van dit visioen bereidde de Heer Lehi verder voor op zijn bediening onder het volk van Jeruzalem. Lees 1 Nephi 1:13 en noteer wat Lehi leerde omtrent Jeruzalem. Probeer je tijdens het lezen eens in Lehi te verplaatsen en stel je voor hoe jij je zou voelen als de Heer je vertelde dat deze dingen zouden gaan gebeuren met jouw gezin en woonplaats.

Het moet ongetwijfeld heel moeilijk voor Lehi zijn geweest om gewaarschuwd te worden voor de vernietiging van zijn volk en woonplaats. Ontdek in 1 Nephi 1:14–15 waarom Lehi zich toch verheugde ondanks dat hij de verwoesting van Jeruzalem zag.

  1. Noteer in je Schriftendagboek je gedachten over de volgende vraag: Hoe heeft Lehi’s ervaring in 1 Nephi 1:5–15 invloed gehad op zijn verlangen het volk te onderwijzen en hen uit te nodigen zich te bekeren?

Nadat Lehi gewaarschuwd was voor de verwoesting van Jeruzalem, vertelde hij de inwoners van Jeruzalem wat hij te weten was gekomen. Hij waarschuwde hen dat ze vernietigd zouden worden indien zij zich niet zouden bekeren. Lees 1 Nephi 1:18–20 en stel vast hoe het volk van Jeruzalem reageerde. Stel je voor dat je redacteur van een krant bent en je zou een krantenkop moeten bedenken voor 1 Nephi 1:18–20. Hoe zou jouw krantenkop luiden?

Afbeelding
Lehi profeteert tot de mensen in Jeruzalem

Denk over de volgende vraag na:

‘Evenals de profeten in andere tijden getuigen de hedendaagse profeten van Jezus Christus en zijn evangelie. Zij maken Gods wil en ware karakter bekend. Ze spreken zich krachtig en helder uit tegen zonde en waarschuwen voor de gevolgen van een zondig leven. Soms zullen ze zich geïnspireerd voelen om over toekomende gebeurtenissen te profeteren tot zegen van de heiligen.’ (Trouw aan het geloof: evangeliewijzer [2004], p. 129.)

  1. Schrijf in je Schriftendagboek een zin op die de verantwoordelijkheid die een profeet heeft, ongeacht de tegenstand die hij ondervindt, weergeeft.

Terwijl Nephi over zijn vaders belevenissen in Jeruzalem schreef, voegde hij halverwege 1 Nephi 1:20 een boodschap voor de lezer toe, beginnende met de zinsnede: ‘Maar zie, ik, Nephi, zal u tonen […].’ Dit vers introduceert een thema dat Nephi beklemtoonde in zijn geschriften. Onderstreep dit thema in 1 Nephi 1:20 en kijk daarna of je in Moroni 10:3 een vergelijkbaar thema kunt vinden. (Moroni was de laatste profeet uit het Boek van Mormon. De tijd tussen Nephi en Moroni was ongeveer 1000 jaar.)

Weet je nog dat Nephi in het eerste hoofdstuk van het Boek van Mormon verklaarde dat hij ons ‘de tedere barmhartigheden des Heren’ zou tonen in zijn verslagen (1 Nephi 1:20)? In het laatste hoofdstuk van het Boek van Mormon spoort Moroni ons aan te bedenken ‘hoe barmhartig de Heer […] is geweest’ (Moroni 10:3).

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

Nephi wilde dat we vanaf het begin van zijn kroniek begrepen dat de tedere barmhartigheden van de Heer zich uitstrekken over wie geloof in Hem oefenen. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen omschreef wat de ‘tedere barmhartigheden des Heren’ in ons leven zijn. Omcirkel terwijl je de verklaring leest, de woorden en zinsneden die Ouderling Bednar gebruikt om de ‘tedere barmhartigheden des Heren’ te omschrijven:

‘De tedere barmhartigheden des Heren [zijn] de persoonlijke en geïndividualiseerde zegeningen, kracht, bescherming, zekerheid, leiding, tedere zorg, troost, steun en gaven van de Geest die we van en door de Heer Jezus Christus ontvangen. […]

‘[…] De tedere barmhartigheden des Heren vinden niet willekeurig of toevallig plaats. Door getrouwheid, gehoorzaamheid en nederigheid krijgen we tedere barmhartigheden in ons leven, en het is vaak de timing van de Heer waardoor wij deze belangrijke zegeningen herkennen en waarderen.’ (‘De tedere barmhartigheden des Heren’, Liahona, mei 2005, pp. 99–100.)

  1. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vraag: Welke voorbeelden van de door de Heer uitgestrekte tedere barmhartigheden heb je in je eigen leven of in het leven van anderen gezien?

Begin of ga door met het vinden van en opschrijven in je persoonlijke dagboek welke tedere barmhartigheden de Heer over jou heeft uitgestrekt. Als je dat doet, zul je de zegeningen die God over jou heeft uitgestort eerder zien.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb 1 Nephi 1 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken