Unit 26: Dag 3

3 Nephi 19

Inleiding

De opgetekende gebeurtenissen in 3 Nephi 11–18 vonden allemaal op één dag plaats. Aan het einde van die dag verspreidde het nieuws van het bezoek van de Heiland en zijn terugkeer de volgende dag zich onder het volk. Zij getroostten ‘zich die gehele nacht grote inspanning […] om de volgende ochtend op de plaats te kunnen zijn waar Jezus Zich aan de menigte zou vertonen’ (3 Nephi 19:3). Die ochtend onderwezen de twaalf discipelen het volk en baden met hen. Nephi doopte vervolgens de twaalf discipelen, zij ontvingen de Heilige Geest en werden door engelen omringd. Tijdens deze manifestatie verscheen Jezus Christus. Hij gebood zijn discipelen te bidden en Hij bad tevens voor de menigte tot de Vader. De discipelen werden wegens hun geloof met de Heilige Geest vervuld. Zij werden gereinigd en zij werden één met de Vader en de Zoon.

3 Nephi 19:1–14

De twaalf discipelen dienen het volk in opdracht van de Heiland

Stel je voor hoe je je zou voelen en wat je zou doen als je wist dat Jezus Christus morgen naar een tempel op enige afstand van jouw woonplaats zou komen. Hoeveel moeite zou je doen om daar te komen? Zou je andere mensen meenemen? Wat zou je doen om je op die gebeurtenis voor te bereiden?

Lees in 3 Nephi 19:1–3 over de reactie van de Nephieten op de belofte van de Heiland dat Hij de volgende dag terug zou komen. Nadat de menigte bijeen was gekomen, werd zij door de twaalf discipelen in twaalf groepen verdeeld, die onderricht van hen kregen. Zij lieten de menigte in gebed knielen en leerden hun dezelfde waarheden die zij de vorige dag van de Heiland hadden geleerd. (Zie 3 Nephi 19:4–7.)

1. Lees 3 Nephi 19:8–9 en beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Wat verlangden de discipelen het meest? Waarom is de gave van de Heilige Geest zo begerenswaardig?

   2. De twaalf discipelen waren aangewezen om de aangelegenheden van de kerk in Amerika na het vertrek van de Heiland te besturen. Waarom was het uiterst belangrijk dat zij de Heilige Geest hadden om hen te leiden?

Overweeg de volgende vragen nadat je de opdracht in je Schriftendagboek hebt afgerond: Wat zijn enkele dingen die jij bovenal in je gebeden verlangt? Hoe vaak bid je om de Heilige Geest?

Lees in 3 Nephi 19:10–12 wat de discipelen na hun gebed deden. De doop die in de verzen 10–12 wordt beschreven, was de tweede doop voor de twaalf discipelen. De kerk was al jarenlang onder de Nephieten gevestigd en deze priesterschapsdragers waren waarschijnlijk al eerder gedoopt, hoewel er in de Schriften niets over hun eerste doop staat vermeld. Deze tweede doop was een bijzondere omstandigheid, die door president Joseph Fielding Smith is uitgelegd: ‘De Heiland gebood Nephi en het volk om zich opnieuw te laten dopen, omdat Hij de kerk opnieuw had georganiseerd onder het evangelie. Voordien was de kerk georganiseerd onder de wet [van Mozes].’ (Doctrines of Salvation, samengesteld door Bruce R. McConkie, 3 delen [1954–1956], deel 2, p. 336.)

Houd in gedachte dat de discipelen en de andere Nephieten waardig waren om in de tegenwoordigheid van de Heiland te verkeren. Lees in 3 Nephi 19:13 wat aan de twaalf discipelen werd gegeven wegens hun rechtvaardige verlangens.

2. Maak in je Schriftendagboek een lijstje met zegeningen die iemand ontvangt die de gave van de Heilige Geest heeft en daartoe waardig leeft. Vergelijk je lijstje met het volgende citaat van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen en voeg nieuwe inzichten aan je lijstje toe:

   

   ‘De Heilige Geest geeft ons kracht en moed om te leven volgens de manier van het koninkrijk van God en is de bron van ons getuigenis van de Vader en de Zoon. […]

   ‘We hebben het gezelschap van de Heilige Geest voortdurend nodig om beter te kunnen kiezen in de besluiten die we dagelijks moeten nemen. Onze jongemannen en jongevrouwen worden bestookt met de lelijke zaken van de wereld. Het gezelschap van de Heilige Geest zal hun de kracht geven om het kwade te weerstaan en, zo nodig, zich te bekeren en terug te keren op het enge en smalle pad. Niemand van ons is immuun voor de verleidingen van de tegenstander. Allemaal hebben we de versterking nodig die ons door de Heilige Geest ter beschikking staat. […] Door de gave van de Heilige Geest kunnen gezinsleden verstandige keuzen doen — keuzen waardoor ze als gezin kunnen terugkeren naar hun Vader in de hemel en zijn Zoon Jezus Christus om voor eeuwig bij Hen te wonen.’ (‘Het doopverbond: in het koninkrijk en van het koninkrijk zijn’, Liahona, januari 2001, p. 8.)

Overweeg op basis van je studie van 3 Nephi 19:1–14 welke zegening je het liefst zou ontvangen en waarom.

Vul het volgende beginsel op basis van 3 Nephi 19:9, 13 aan: Door oprechte verlangens en gebed, kunnen wij .

3 Nephi 19:14–36

De Heiland verschijnt en bidt dat de mensen door hun geloof gereinigd mogen worden

Lees in 3 Nephi 19:14–16 wat er gebeurde nadat de twaalf discipelen waren gedoopt en met de Heilige Geest waren vervuld.

Nadat de discipelen en de menigte geknield waren, gebood de Heiland zijn twaalf discipelen te bidden. Lees het verslag van hun gebed in 3 Nephi 19:17–18, 24–26, 30. Dit is het enige moment in opgetekende Schriftuur waarbij mensen rechtstreeks tot Jezus Christus baden. In onze gebeden bidden wij tot God de Vader in de naam van zijn Zoon, Jezus Christus. Nergens in de Schriften staat dat we tot Jezus moeten bidden.

Ouderling Bruce R. McConkie van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft ons een reden gegeven waarom de discipelen in dit unieke geval tot Jezus baden: ‘Jezus had de mensen al geleerd dat ze in zijn naam tot de Vader moesten bidden, wat ze aanvankelijk ook deden [zie 3 Nephi 19:8–9]. […] Maar dit keer “baden [zij] tot Jezus en noemden Hem hun Heer en hun God.” [3 Nephi 19:18.] Jezus was onder hen aanwezig als symbool van de Vader. Toen zij Hem zagen, was het alsof zij de Vader zagen; toen zij Hem in gebed aanriepen, was het alsof zij tot de Vader baden. Er was sprake van een bijzondere en unieke situatie.’ (The Promised Messiah: The First Coming of Christ [1978], pp. 560–561.) De Heiland heeft zelf gezegd: ‘Zij bidden tot Mij, omdat Ik bij hen ben’ (3 Nephi 19:22).

3. Toen de mensen geknield waren, waren zij er getuige van dat Jezus Christus drie keer een gebed uitsprak voor zijn discipelen en voor hen. Neem het volgende schema over in je Schriftendagboek. Lees de aangegeven Schriftteksten en vul het schema verder in.

Schrifttekst	Waar bad de Heiland om?	Hoe kun je wat je van het gebed van de Heiland hebt geleerd op jezelf van toepassing maken?
3 Nephi 19:19–23
3 Nephi 19:27–29
3 Nephi 19:31–34

Lees 3 Nephi 19:24. Wat betekent het volgens jou om ‘geen omhaal van woorden’ te gebruiken? Met betrekking tot gebeden waarbij de woorden ons worden gegeven, heeft ouderling Bruce R. McConkie het volgende gezegd: ‘Volmaakte gebeden zijn geïnspireerde gebeden, waarbij de Geest de woorden openbaart die gezegd moeten worden.’ (Mormon Doctrine, 2de editie [1966], p. 586.)

Neem 3 Nephi 19:28 nogmaals door en markeer woorden of zinsneden die het volgende beginsel in de gebeden van de Heiland illustreren: Als wij geloof in Jezus Christus oefenen, kunnen wij gereinigd worden. Denk erover na in welke opzichten de discipelen geloof oefenden tijdens de gebeurtenissen in 3 Nephi 19. Wegens hun geloof werden zij met de Heilige Geest vervuld (zie 3 Nephi 19:13). De Heilige Geest ontvangen is nodig om gereinigd te kunnen worden.

Lees de volgende uitspraak van president Marion G. Romney van het Eerste Presidium en let op wat het inhoudt om gereinigd te worden: ‘“Dan komt de doop met vuur en met de Heilige Geest.” [2 Nephi 31:13.] Deze doop met vuur en met de Heilige Geest waarover Nephi spreekt, brengt de grote verandering van hart teweeg waar Alma naar verwijst [zie Alma 5:14]. Die bekeert mensen van vleselijkheid tot geestelijkheid. Die reinigt, geneest en zuivert de ziel. […] Geloof in de Heer Jezus Christus, bekering en doop met water zijn allemaal nodig ter voorbereiding, maar deze [doop] is de vervulling. Het ontvangen van deze [doop] is uw klederen laten reinigen door het zoenbloed van Jezus Christus.’ (Learning for the Eternities, samengesteld door George J. Romney [1977], p. 133.)

4. Overweeg wat het inhoudt om gereinigd te worden en beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Hoe helpt geloof in Jezus Christus oefenen ons om zuiver en rein te worden?

Jezus sprak een geweldig gebed uit op de avond van zijn zoenoffer dat veel lijkt op de gebeden die Hij onder de Nephieten uitsprak op de tweede dag van zijn bezoek. Lees 3 Nephi 19:23, 29 en Johannes 17:9, 11, 21–22. Markeer de woorden ‘opdat wij één zullen zijn’. Denk erover na in welke zin Jezus Christus en de Vader één zijn. Wat leren we in deze verzen over hoe we één met Jezus Christus kunnen worden?

Een beginsel dat we uit deze verzen leren is: Door geloof kunnen wij gereinigd worden en één worden met Jezus Christus, zoals Hij één is met de Vader. Lees de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen over hoe we één kunnen worden met de Vader en de Zoon: ‘We zullen stellig pas één worden met God en Christus als we hun wil en belang tot ons grootste verlangen maken. Dergelijke onderworpenheid is niet in een dag te bereiken, maar door de Heilige Geest zal de Heer ons onderwijzen, als wij gewillig zijn, totdat er na verloop van tijd terecht kan worden gezegd dat Hij in ons is zoals de Vader in Hem is. Soms schrik ik van de gedachte wat er van me kan worden verwacht, maar ik weet dat volmaakte vreugde alleen in deze volmaakte eenheid te vinden is.’ (‘Opdat zij allen één zijn in ons’, Liahona, november 2002, p. 73.)

Sluit de les van vandaag af met het lezen en overpeinzen van 3 Nephi 19:35–36.

5. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb 3 Nephi 19 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: