Inleiding tot Mormon
Waarom bestuderen we dit boek?
Bij je studie van het boek Mormon zul je waardevolle lessen van Mormon leren, een discipel van Jezus Christus die trouw bleef ondanks ‘een voortdurend toneel van goddeloosheid en gruwelen’ dat zich om hem heen afspeelde (Mormon 2:18). Je zult ook iets opsteken van de woorden van Moroni, de zoon van Mormon, die tot de lezers in de laatste dagen getuigde: ‘Jezus Christus heeft u aan mij getoond en ik ken uw werken’ (Mormon 8:35). Door deze geschriften te bestuderen, ontdek je het belang van kiezen voor het naleven van de geboden en verbonden van het evangelie van Jezus Christus.
Wie heeft dit boek geschreven?
Mormon heeft de eerste zeven hoofdstukken van dit boek geschreven als een beknopt verslag van de oorlogen tussen de Nephieten en de Lamanieten in zijn tijd. Hij maakte tevens ‘een volledig verslag’ van de gebeurtenissen tijdens zijn leven op de grote platen van Nephi. (Zie Mormon 2:18; 5:9.) Toen Mormon ‘ongeveer tien jaar oud’ was, gaf de kroniekschrijver Ammaron hem de opdracht om ‘alle dingen [te] graveren die [hij] aangaande dit volk [had] waargenomen’ (Mormon 1:2, 4). Toen hij ongeveer 24 was, kreeg hij de platen van Nephi in handen en ‘schreef een kroniek naar het woord van Ammaron’ (Mormon 2:17). Later maakte hij een samenvatting van de grote platen van Nephi, met geschriften van profeten en kroniekschrijvers vanaf Lehi tot aan Ammaron. Aan het einde van zijn leven verborg hij alle kronieken die hem door de hand des Heren waren toevertrouwd in de heuvel Cumorah, uitgezonderd enkele platen die hij aan zijn zoon Moroni gaf (zie Mormon 6:6). Vervolgens voerde hij de Nephieten in hun laatste grote veldslag tegen de Lamanieten aan. Voordat Mormon stierf, droeg hij Moroni op zijn kroniek te voltooien. Moroni voegde de optekeningen toe die hoofdstuk 8–9 van dit boek beslaan.
Wanneer en waar is het geschreven?
Mormon heeft Mormon 1–7 van dit boek vermoedelijk tussen 345 n.C. en 401 n.C. geschreven (zie Mormon 2:15–17; 8:5–6). Hij beëindigde zijn kroniek na de laatste veldslag tussen de Nephieten en de Lamanieten in Cumorah (zie Mormon 6:10–11). Moroni heeft Mormon 8–9 vermoedelijk tussen de jaren 401 n.C. en 421 n.C. geschreven, terwijl hij omwille van zijn veiligheid overal rondzwierf (zie Mormon 8:4–6; Moroni 1:1–3).