2 Nephi 28

Inleiding

Nephi profeteerde van enkele moeilijke omstandigheden in de laatste dagen, waaronder de valse leringen en de hoogmoed van vele kerken die gesticht zouden worden. Hij leerde hoe wij valse leerstellingen en wereldsgezindheid kunnen herkennen. Ook stelde hij de tactieken vast die Satan zal gebruiken om mannen en vrouwen van rechtschapenheid af te brengen.

2 Nephi 28:1–19

Nephi beschrijft valse kerken en valse denkbeelden van onze tijd

De meeste culturen beschikken over verkeerslichten om reizigers te waarschuwen voor komend gevaar. Welke vorm en kleuren hebben de verkeerslichten in jouw land of stad die automobilisten waarschuwen voor komend gevaar? Vergif en andere gevaarlijke stoffen worden gelijkerwijze vaak aangeduid met symbolen en waarschuwingen op verpakkingen. Hoe zien deze waarschuwingen er waar jij woont uit?

Het Boek van Mormon bevat, net als deze fysieke waarschuwingstekens, waarschuwingen tegen invloeden die schadelijk zijn voor je geest. President Ezra Taft Benson vertelde hoe het Boek van Mormon je waarschuwt voor en sterkt tegen Satans snode plannen: ‘Het Boek van Mormon ontmaskert de vijanden van Christus. Het beschaamt valse leerstellingen en legt twisten bij. (Zie 2 Nephi 3:12.) Het versterkt de nederige volgelingen van Christus tegen de kwade plannen, methoden en leerstellingen van de duivel in onze tijd. De afvalligen in het Boek van Mormon zijn te vergelijken met die van tegenwoordig. Met zijn oneindige voorkennis heeft God het Boek van Mormon zo samengesteld dat wij kunnen herkennen en weten hoe we de valse educatieve, politieke, religieuze en filosofische denkbeelden van onze tijd kunnen bestrijden.’ (‘The Book of Mormon Is the Word of God’, Ensign, januari 1988, p. 3.)

Het Boek van Mormon ontmaskert de valse denkbeelden van de duivel en versterkt ons tegen zijn snode plannen. Zoals in 2 Nephi 28 is opgetekend, wees Nephi op enkele valse leringen van de duivel waar alle generaties mee te maken krijgen. Bestudeer 2 Nephi 28:3–9 en markeer de valse leringen en misleidingen van Satan waarover je hier leert. (2 Nephi 28:7–9 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)

Noteer in je Schriftendagboek welke valse lering in 2 Nephi 28:3–9 volgens jou het schadelijkst is voor de hedendaagse jeugd, en leg uit waarom je dat denkt. Noteer ook een voorbeeld van de manier waarop jongeren door die valse lering worden verlokt.

Lees 2 Nephi 28:12–14 en zoek op wat er volgens Nephi’s waarschuwingen zou gebeuren met veel kerken en mensen, en zelfs met ‘de ootmoedige volgelingen van Christus’ (vers 14). Deze dingen worden veroorzaakt door de hoogmoed en de valse leerstelling waarover je gelezen hebt in 2 Nephi 28:3–9. Lees 2 Nephi 28:15–16, 19 en stel de gevolgen van deze valse leringen vast. Je zou de zinsnede in 2 Nephi 28:19 kunnen omcirkelen die uitlegt wat de duivel zal doen met hen die zich niet bekeren.

Tekstenbeheersing — 2 Nephi 28:7–9

Lees 2 Nephi 28:7–9 hardop voor. Leer 2 Nephi 28:8 uit het hoofd. Je zou het vers in je Schriftendagboek uit je hoofd kunnen opschrijven of het voor een familielid of vriend(in) kunnen opzeggen. In de laatste dagen zullen vele mensen valse, ijdele en dwaze leerstellingen verkondigen. Maak in je Schriftendagboek een lijstje van manieren waarop deze dwaze leerstellingen worden verkondigd en leg kort uit hoe je de dwaze leerstellingen van de wereld kunt herkennen en mijden.

2 Nephi 28:20–32

Nephi waarschuwt voor Satans misleidingen

Lees ter voorbereiding op je studie van de rest van 2 Nephi 28 de volgende ervaring van president Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, toen hij een wildreservaat bezocht tijdens een bezoek in Afrika:

‘We stopten bij een waterplas om naar de dieren te kijken, die daar kwamen drinken. Het was een heel droog seizoen en veel water was er niet, het was eigenlijk niet meer dan een modderpoel. […]

‘Vooral de antilopen gedroegen zich erg nerveus. Ze naderden de modderpoel tot op enkele passen afstand, maar draaiden zich dan weer om en renden vreselijk geschrokken weg. Ik kon wel zien dat er geen leeuwen in de buurt waren, en dus vroeg ik de gids waarom ze niet dronken. Zijn antwoord, en dit is de les, luidde: “Krokodillen.”

‘Ik dacht dat hij een grapje maakte en vroeg hem nu in volle ernst wat er aan de hand was. Weer was het antwoord: “Krokodillen.”

“Onzin”, zei ik. “Kom nu, een kind kan zien dat hier immers geen krokodillen zitten!” […]

‘Hij merkte dat ik hem niet geloofde en besloot mij kennelijk een lesje te leren. Wij reden naar een andere plek waar de wagen op een hoge oever boven de modderpoel stond en vanwaar wij naar beneden konden kijken. “Daar,” zei hij, “nu ziet u het toch zelf.”

‘Ik zag alleen maar modder, een beetje water en de gespannen dieren in de verte. Toen zag ik het opeens! Een grote krokodil die zich in de modder had verscholen, wachtend op een argeloos dier dat dorstig genoeg was om uit de poel te drinken.

‘Ik was op slag van opvatting veranderd! Toen hij zag dat ik ervoor openstond, vervolgde hij zijn les. “Er zijn overal krokodillen in het park,” zei hij, “en heus niet alleen in de rivieren. We hebben hier geen water of er is wel ergens een krokodil in de buurt, daar kunt u op rekenen.” […]

‘Bij een volgende reis naar Afrika sprak ik met een jachtopziener in een ander wildreservaat over deze gebeurtenis. […]

‘Toen wees hij mij een plek waar zich een drama had afgespeeld. Een jongeman uit Engeland had als vakantiekracht in het hotel gewerkt. Ondanks voortdurende en herhaalde waarschuwingen wilde hij buiten de omheining van het terrein aan de andere kant van een ondiepe plas water, waar zijn tennisschoenen niet eens in zouden verdwijnen, iets controleren.

‘“Hij had nog geen twee stappen gedaan”, zei de opzichter, “of een krokodil had hem al te pakken. We konden niets meer voor hem doen.”’ (‘Spiritual Crocodiles’, Ensign, mei 1976, pp. 30–31.)

In wat voor opzicht is het gevaarlijk om aan de aanwezigheid van krokodillen te twijfelen als je ze niet kunt zien? In welk opzicht is de ervaring van president Packer en de jongeman gelijk aan Nephi’s beschrijving uit 2 Nephi 28:22?

President Packer heeft gezegd:

‘Wie al wat ouder zijn, hebben al eerder te maken gekregen met die verraderlijke plassen en zij waarschuwen voor krokodillen. Niet alleen die grote grijze, die je met hun scherpe tanden aan stukken kunnen scheuren, maar geestelijke krokodillen, die oneindig veel gevaarlijker zijn, en nog bedrieglijker en zelfs onzichtbaarder dan die goed gecamoufleerde reptielen in Afrika.

‘Die geestelijke krokodillen kunnen je ziel doden of verminken. Ze kunnen je van je eigen gemoedsrust beroven, en ook de gemoedsrust van hen die van je houden. Dat zijn de monsters waarvoor gewaarschuwd moet worden. In deze hele wereld is bijna geen drinkplaats meer te vinden waar het er niet van wemelt.’ (‘Spiritual Crocodiles’, p. 31.)

Beantwoord de volgende vraag op de volgende regels: In welke opzichten lijken de krokodillen in Afrika op de verleidingen en tactieken van Satan?

Lees 2 Nephi 28:20–21, 24–26 en zoek naar manieren waarop Satan ons tracht te vernietigen. (Het is misschien nuttig om te weten dat het woord sussen uit 2 Nephi 28:21 kalmeren, paaien of geestelijk in slaap brengen betekent.) Welke methodes gebruikt Satan volgens deze verzen om ons te sussen en ons in zijn macht te brengen? .

Het voornaamste beginsel uit deze verzen is: Satan probeert ons met vele tactieken te overmeesteren, bijvoorbeeld door ons tot toorn op te hitsen, ons te sussen en te paaien, en ons met vleierij te verlokken.

Beantwoord een of meer van de volgende vragen in je Schriftendagboek:
1. Hoe gebruikt Satan boosheid om mensen, gezinnen en gemeenschappen te misleiden en te vernietigen?
2. Wat zijn enkele goede dingen waarop Satan mensen probeert te verlokken boos te zijn?
3. Beschrijf met ten minste twee voorbeelden hoe sommige mensen gesust zijn en blind zijn geworden voor Satans gevaren.

Lees de volgende uitleg van bisschop Richard C. Edgley, raadgever in de Presiderende Bisschap, met het oog op het geleidelijke proces waarmee Satan ons in de val wil lokken: ‘We kunnen niet zeggen dat we in onze jeugd maar een beetje wild zijn of dat we slechts een beetje met zonde spelen. Je kunt niet spelen met de zonde. Elke daad, of die nu goed of slecht is, heeft een gevolg. Elke goede daad vergroot ons vermogen om het goede te doen en ons standvastiger tegen zonde of mislukking te verweren. Elke overtreding, hoe klein dan ook, stelt ons bij de volgende verleiding meer bloot aan Satans invloed. Satan palmt ons centimeter voor centimeter in. Hij misleidt ons wat de gevolgen van de zogenaamde kleine zonden betreft, totdat hij ons vangt met een grote overtreding. Nephi beschrijft deze techniek als een methode die ons sust en paait en lokt met vleierij, totdat Satan ons ‘“grijpt met zijn verschrikkelijke ketenen, waaruit geen bevrijding is” (2 Nephi 28:22; zie ook vers 21).’ (Zie ‘Dan zal uw vertrouwen sterk worden’, De Ster, januari 1995, pp. 36–37.)

Satan gebruikt deze subtiele tactieken om ons te overreden verkeerde dingen te denken, te zeggen en te doen. Lees 2 Nephi 28:27–29 en zoek naar verdere waarschuwingen.

De Heer gaf een andere waarschuwing en zegen aan het einde van dit hoofdstuk. Lees 2 Nephi 28:30–32 en denk na over de volgende vragen: Waarom noemt God sommige mensen gezegend? Hoe kun jij de tactieken van de duivel overwinnen door Gods raad te gehoorzamen?

Schrijf in je Schriftendagboek op hoe jij door wat je geleerd hebt van deze les de tactieken van Satan kunt overwinnen. Welke plaatsen, activiteiten of houding wil jij mijden om niet aan Satans invloed te worden blootgesteld?
Denk na over de behandelde waarschuwingstekens aan het begin van deze les. Teken in je Schriftendagboek een waarschuwingsteken dat een geestelijk gevaar illustreert waar jongeren tegenwoordig volgens jou voor gewaarschuwd moeten worden. Laat dit teken aan je leerkracht en klasgenoten zien.
Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

Ik heb 2 Nephi 28 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: