Seminarie
Unit 32: Dag 4, Moroni 10:8–26, 30–34


Unit 32: Dag 4

Moroni 10:8–26, 30–34

Inleiding

Moroni leerde ons hoe we door de Heilige Geest een getuigenis van de waarheid van alle dingen kunnen ontvangen, waarna hij de toekomstige lezers aanspoorde om gaven van de Geest te herkennen en te ontvangen. Moroni eindigde het Boek van Mormon met een aansporing tot alle mensen om tot Jezus Christus te komen, al het goede wat Hij geeft aan te grijpen en in Hem vervolmaakt te worden.

Moroni 10:8–26

Moroni spreekt over de gaven van de Geest en het doeleinde ervan in het werk van de Heer

Denk aan een keer dat je hemelse Vader je in staat stelde om iets te doen wat je zelf niet had gekund. In zijn laatste hoofdstuk getuigde Moroni van de hulp en de kracht die de Heer over ons kan uitstorten. Zoek in Moroni 10:8 naar de zinsnede waarin de geestelijke vermogens of zegeningen worden beschreven die onze hemelse Vader aan zijn getrouwe kinderen geeft.

De ‘gaven Gods’ waarover in Moroni 10:8 wordt gesproken, worden ook wel ‘de gaven van de Geest’ of geestelijke gaven genoemd. Je kunt de woorden ‘gaven Gods’ in je Schriften markeren. Noteer de volgende waarheid naast Moroni 10:8 in je Schriften: God heeft gaven van de Geest gegeven om zijn kinderen van nut te zijn.

Lees Moroni 10:9–16 en markeer de gaven van de Geest die Moroni noemde. Het is belangrijk om te weten dat de gaven van de Geest die Moroni besprak slechts enkele voorbeelden zijn van de vele gaven van de Geest die er zijn. Ouderling Marvin J. Ashton van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘God heeft ieder van ons een of meer bijzondere talenten gegeven.’

Afbeelding
Ouderling Marvin J. Ashton

‘Het is, mijns inziens, uiterst tragisch als een man of vrouw zichzelf ziet als iemand zonder talenten of gaven. […] Onszelf oordelen naar onze status, intelligentie, gemiddelde cijfers, aardse goederen, macht, positie of voorkomen en vervolgens concluderen dat wij geen gaven bezitten, is niet alleen oneerlijk, maar ook onredelijk. […]

‘[…] Sta mij toe voor de vuist weg een aantal gaven te noemen die niet altijd evident of opmerkenswaardig zijn, maar die toch zeer belangrijk zijn. Misschien zitten uw gaven ertussen — gaven die niet zo opvallen, maar die niettemin wezenlijk en waardevol zijn.

‘Laten wij enkele van deze minder opvallende gaven eens bekijken: de gave om te vragen; de gave om te luisteren; de gave om de stille, zachte stem te horen en te benutten; de gave om te kunnen huilen; de gave om twist te vermijden; de gave om prettig in de omgang te zijn; de gave om ijdele herhalingen te vermijden; de gave om te zoeken naar wat rechtvaardig is; de gave om niet te oordelen; de gave om tot God op te zien om leiding; de gave om een discipel te zijn; de gave om te geven om anderen; de gave om te kunnen overdenken; de gave om te bidden; de gave om een machtig getuigenis te geven; en de gave om de Heilige Geest te ontvangen.

‘Wij mogen nooit vergeten dat iedereen door de Geest van God een gave is gegeven [zie LV 46:11–12]. Wij hebben het recht en de plicht om onze gaven te aanvaarden en anderen daarmee tot zegen te zijn. Gods gaven en machten liggen binnen ons aller bereik.’ (‘There Are Many Gifts’, Ensign, november 1987, p. 20.)

Lees Moroni 10:17 en merk op dat elk getrouw lid van de kerk volgens Moroni ten minste één gave van de Geest heeft (zie ook LV 46:11). Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd dat ‘de gaven van de Geest […] ons zullen helpen om het doel van het eeuwige leven te behalen.

Afbeelding
Ouderling Robert D. Hales

‘Deze gaven van de Geest gaan gepaard met de gave van de Heilige Geest. De Heilige Geest is het derde lid in de eeuwige Godheid. Deze Heilige Geest is Gods gave om ons te helpen bij het nemen van beslissingen die ervoor zorgen dat we onze zending herkennen en vervullen. […]

‘In deze laatste dagen is ons door openbaring uitleg van de gaven van de Geest gegeven die opgetekend staat in afdeling 46 van de Leer en Verbonden. In afdeling 46 wordt het volgende over specifieke gaven van de Geest gezegd:

“Want allen krijgen niet iedere gave geschonken; want er zijn vele gaven, en ieder mens wordt een gave geschonken door de Geest van God” (vers 11).

‘Er staat duidelijk dat ieder van ons een gave wordt geschonken. Weten we welke gaven ons zijn geschonken? Proberen we onze gaven te vinden?’ (‘Gifts of the Spirit’, Ensign, februari 2002, p. 12.)

  1. Denk na over de gaven van de Geest die jij van God hebt gekregen en beantwoord vervolgens twee of alle van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Hoe zijn jouw gaven van de Geest je van nut geweest?

    2. Welke voorbeelden van geestelijke gaven heb je in de kerk gezien?

    3. Hoe kun je je geestelijke gaven gebruiken om anderen tot zegen te zijn? In welke opzichten ben je gezegend door de gaven van anderen?

Overweeg in hoeverre gaven van de Geest bij het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon een rol hebben gespeeld. Noteer in de beschikbare ruimte aan de hand van het plaatje welke gaven van de Geest aanwezig waren in het leven van Joseph Smith:

Afbeelding
First Vision

Moroni 10:11

Afbeelding
Moroni Appears to Joseph Smith in His Room

Moroni 10:14

Afbeelding
Joseph Smith Receives the Gold Plates

Moroni 10:16

Moroni getuigde dat we geloof moeten hebben om geestelijke gaven to ontvangen. Hij zei dat God ‘werkt door macht, volgens het geloof der mensenkinderen, dezelfde heden en morgen en voor eeuwig’ (Moroni 10:7). Lees in Moroni 10:19, 24 wat mensen ervan weerhoudt om geestelijke gaven te ontvangen en te herkennen.

  1. Noteer in je Schriftendagboek waarom mensen die in ongeloof verkeren niet de macht en gaven van God herkennen en ontvangen.

Lees Moroni 10:20–23. Zoek op wat Moroni zei over de belangrijke gaven van geloof, hoop en naastenliefde. Hij getuigde dat de geestelijke gave van geloof tot een geweldige zegening leidt. Zoek in vers 23 naar deze zegening. Het woord raadzaam betekent ‘verstandig’ of ‘wenselijk’. De zinsnede ‘alle dingen […] die Ik raadzaam acht’ houdt in ‘alle dingen die Ik van jou verlang’. Je kunt in Moroni 10:23 de zin markeren waaruit het volgende beginsel naar voren komt: Als we geloof hebben, zijn we in staat om te doen wat onze hemelse Vader van ons verlangt.

  1. Reageer in je Schriftendagboek in een paar zinnen op een of beide van de volgende uitspraken. Hierdoor zul je herkennen hoe dit beginsel in je leven van toepassing is geweest of kan zijn:

    1. Ik heb de belofte in Moroni 10:23 in mijn eigen leven ervaren toen …

    2. De belofte in Moroni 10:23 kan me helpen met …

  2. Denk na over de twee beginselen in Moroni 10:8–26: God heeft gaven van de Geest gegeven om zijn kinderen van nut te zijn. Als we geloof hebben, zijn we in staat om te doen wat onze hemelse Vader van ons verlangt. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vragen:

    1. Hoe kan kennis van deze twee beginselen je op dit moment tot steun zijn?

    2. Hoe kunnen deze beginselen je in toekomstige situaties helpen?

Moroni 10:30–34

Moroni sluit zijn kroniek af door allen uit te nodigen om tot Christus te komen en in Hem vervolmaakt te worden

Afbeelding
President James E. Faust

Is het volgens jou mogelijk om in dit leven volmaakt te worden? President James E. Faust van het Eerste Presidium heeft het gebod van volmaking uitgelegd: ‘Volmaking is een eeuwig doel. Ook al kunnen we in het sterfelijk leven niet volmaakt worden, toch is ons geboden ernaar te streven — een gebod dat wij uiteindelijk, door de verzoening, kunnen onderhouden.’ (Zie ‘Dit is onze tijd’, De Ster, juli 1999, p. 21.)

Zoals president Faust heeft gezegd, is volmaking een doel waar we nu naar kunnen streven en dat we met de hulp van de Heiland in het hiernamaals kunnen bereiken. Moroni sloot zijn getuigenis af en vertelde daarbij wat we kunnen doen om de reinigende macht van de Heiland in ons leven uit te nodigen en door zijn verzoening uiteindelijk volmaakt te worden.

  1. Neem het volgende schema over in je Schriftendagboek:

    Wat ik kan doen

    Wat God belooft

    Bestudeer Moroni 10:30–33 en zoek op (a) wat we moeten doen om heilig en uiteindelijk volmaakt te worden en (b) Noteer je bevindingen in de desbetreffende kolom.

Noteer de volgende uitspraak onder het schema in je Schriftendagboek of naast Moroni 10:32–33 in je Schriften: Doordat we tot Jezus Christus komen, kunnen wij door zijn verzoening gereinigd en vervolmaakt worden.

Tot Christus komen is een levenslang proces dat begint met geloof in Hem en gaat daarna verder door nederig uit te zien naar zijn invloed in ons leven. Het proces gaat voort als wij zijn evangelie aanvaarden, Hem aannemen als onze Heiland, ons bekeren, verbonden met Hem sluiten door evangelieverordeningen, en ons hele leven trouw in gehoorzaamheid aan zijn geboden blijven vasthouden. Uiteindelijk zullen wij tot Christus gekomen zijn wanneer we zijn geworden zoals Hij is. Dan kunnen wij voor eeuwig bij Hem wonen.

Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft Moroni’s laatste uitnodiging in Moroni 10:30–33 om tot Christus te komen als volgt samengevat:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

‘Moroni [legt in zijn laatste getuigenis de nadruk op] geloof in Christus, hoop in Christus, de liefde van Christus, met het gebed dat deze drie grote christelijke deugden, deze drie volmaakte christelijke beginselen, ons tot reinheid en heiligheid zullen leiden. […]

‘Deze laatste, afsluitende, eenzame smeekbede van de sluitsteen van onze godsdienst en het nauwkeurigste boek dat ooit is geschreven, is het onreine niet aan te roeren; om heilig en zonder smet te zijn; om rein te zijn. En die reinheid kan alleen komen door het bloed van het Lam dat ons leed op Zich genomen en onze smarten gedragen heeft, het Lam dat om onze overtredingen werd verwond en om onze ongerechtigheden verbrijzeld, het Lam dat werd veracht en gekweld, maar dat wij niet hebben geacht (zie Mosiah 14). […]

‘Heiligheid — door het bloed van het Lam. Daar is [het Boek van Mormon] op uit.’ (‘A Standard unto My People’ [CES-symposium over het Boek van Mormon, 9 augustus 1994], p. 15, si.lds.org.)

Neem Moroni 10:32–33 nogmaals door en markeer zinsneden waarin wordt benadrukt dat volmaakt zijn ‘in Christus’ de enige manier is om volmaakt te zijn. Dit houdt in dat we niet uit eigen kracht volmaakt kunnen worden. We moeten ons op de macht en genade van de verzoening van de Heiland verlaten. Denk erover na waarom we de verzoening van Jezus Christus nodig hebben om heilig en volmaakt te worden. Je kunt in Moroni 10:32–33 zinsneden markeren die je bij je streven naar heiligheid en je eeuwige doel van volmaking aanmoedigen.

Kijk naar wat je onder het kopje ‘Wat ik kan doen’ in je Schriftendagboek hebt opgeschreven. Kies één ding uit en overweeg hoe je hier ijveriger aan kunt werken.

Zoek in Moroni 10:34 naar bewijzen van Moroni’s geloof in Jezus Christus en zijn hoop op het beërven van het eeuwige leven. Wij kunnen ook geloof en hoop hebben als we het Boek van Mormon ons hele leven bestuderen en de waarheden toepassen die op de pagina’s ervan tot ons komen.

  1. Beantwoord ter afronding van deze cursus over het Boek van Mormon de volgende vragen in je Schriftendagboek en bereid je voor om je antwoorden met je leerkracht te bespreken:

    1. Hoe heeft je studie van het Boek van Mormon dit jaar jouw leven veranderd?

    2. Welke lessen of beginselen hebben je geholpen ‘tot Christus te komen’ en je geloof in de Heiland vergroot?

    3. Welk getuigenis heb je van het Boek van Mormon?

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Moroni 10:8–26, 30–34 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afbeelding
Moroni Hides the Plates in the Hill Cumorah

Afdrukken