Seminarie
Unit 11: Dag 1, Woorden van Mormon–Mosiah 2


Unit 11: Dag 1

Woorden van Mormon–Mosiah 2

Inleiding

De Woorden van Mormon dient als brug tussen de kleine platen van Nephi en Mormons samenvatting van de grote platen van Nephi. Het boek werd bijna 400 jaar na de geboorte van Jezus Christus geschreven en bevat een korte uitleg van wat de kleine platen van Nephi zijn en waarom Mormon het gevoel had het bij de andere heilige geschriften te moeten voegen. De Woorden van Mormon biedt waardevolle inzichten in waarom koning Benjamin zo’n grote invloed op zijn volk had.

De kleine platen van Nephi waren hoofdzakelijk gewijd aan geestelijke zaken en de bediening en leringen van de profeten. De grote platen van Nephi bevatten grotendeels de wereldlijke geschiedenis van het volk dat door de koningen opgetekend werd, te beginnen bij Nephi. (Zie 1 Nephi 9:2–4.) Vanaf de tijd van Mosiah bevatten de grote platen echter ook zaken van groot geestelijk belang.

De platen van Mormon, of de gouden platen die aan Joseph Smith werden overgeleverd, bevatten Mormons samenvatting van de grote platen van Nephi met veel commentaar. Deze gouden platen bevatten tevens de bijgewerkte geschiedenis door Mormon en zijn zoon Moroni.

Afbeelding
bridge diagram

Mosiah 1 is een verslag van leringen van koning Benjamin aan zijn zoons. Hij leerde ze dat de Schriften ons helpen om God en zijn geboden indachtig te zijn. Toen koning Benjamin het einde van zijn leven naderde, verlangde hij zijn volk toe te spreken over zijn bediening als koning en om hen aan te moedigen gehoorzaam aan God te zijn. Koning Benjamins toespraak is opgetekend in Mosiah 2–5 en beschrijft het lijden en de verzoening van Christus, de rol van gerechtigheid en barmhartigheid, en de noodzaak om door verbonden de naam van Christus op ons te nemen. Aan het begin van zijn toespraak, opgetekend in Mosiah 2, beklemtoonde koning Benjamin de noodzaak om God te dienen door anderen te dienen en de gelukkige staat waarin zij zich bevinden die de geboden onderhouden.

Woorden van Mormon 1:1–11

Mormon zegt dat God diverse kronieken met een wijs oogmerk heeft bewaard

Afbeelding
Mormon Abridging the Plates

Denk aan een moment dat je voelde dat je iets moest doen. Wist je hoe alles uit zou pakken als je gehoor zou geven aan die ingeving? Wat deed je besluiten om in geloof gehoor te geven aan die ingeving?

De profeet Mormon had van God het gebod gekregen om de kroniek van zijn volk, die bijgehouden werd op de platen van Nephi, samen te vatten. Toen hij rond 385 n.C. op het punt stond zijn samengevatte verslag aan zijn zoon Moroni over te dragen, gaf hij gehoor aan een ingeving, hoewel hij niet wist hoe dat uit zou pakken.

Mormon vond iets terwijl hij de verslagen onderzocht. Lees Woorden van Mormon 1:3 om te ontdekken wat hij vond. (‘Deze platen’ verwijst naar de kleine platen van Nephi, dat 1 Nephi tot en met Omni omvatte.) Lees Woorden van Mormon 1:4–6 en markeer eventueel in je Schriften waarom Mormon blij was met zijn ontdekking wat er op de kleine platen stond.

Lees Woorden van Mormon 1:7 en stel vast waarom Mormon deze kleine platen bij zijn samenvatting van de platen van Nephi voegde. Je zou dit beginsel in je Schriften kunnen markeren: ‘De Heer weet alle dingen.’ Door deze waarheid te begrijpen en te geloven kun je geloof ontwikkelen om gehoor te geven aan de ingevingen die je van de Heilige Geest ontvangt.

De Heer had Nephi geboden om de kleine platen te maken en daarop verslag te doen van de heilige dingen van zijn volk (zie 1 Nephi 9:3). Nephi verklaarde toen: ‘De Heer [heeft] mij geboden deze platen te maken met een wijs doel in zijn bestel, welk doel ik niet ken’ (1 Nephi 9:5).

Afbeelding
gold plates

Dit doel werd eeuwen later, in 1828, duidelijk toen de profeet Joseph Smith met het vertalen van de gouden platen begon. Hij vertaalde als eerste een manuscript van 116 pagina’s uit Mormons samenvatting van de grote platen. Deze pagina’s gingen later verloren of werden gestolen toen Joseph Martin Harris toestemming gaf om ze mee te nemen. De Heer zei tegen Joseph dat hij het verloren gedeelte niet opnieuw moest vertalen. Slechte mannen waren van plan de woorden van de verloren pagina’s te veranderen en zodoende de echtheid van het Boek van Mormon ongeloofwaardig te maken. De Heer gebood hem om de geschiedenis op de kleine platen te vertalen, die over dezelfde tijdsperiode ging. In deze geschiedenis wordt meer aandacht aan heilige zaken geschonken. (Zie LV 10:10, 41–43; zie ook 1 Nephi 9:3–4.)

Deze ervaring is een duidelijk bewijs dat de Heer alles weet wat er gaat gebeuren. Hij wist dat de geschiedenis op de kleine platen nodig zou zijn en gaf Mormon de ingeving om de platen in zijn samenvatting op te nemen.

In hoeverre kan kennis van deze waarheid jou helpen wanneer de Geest je iets influistert?

  1. Beschrijf in je Schriftendagboek een moment waarop jij of iemand anders gehoor gaf aan een ingeving van de Heilige Geest, hoewel jij of zij die ingeving aanvankelijk niet begreep. Noteer hoe je je beter kunt voorbereiden om de ingevingen van de Heer te herkennen en ernaar te handelen. Vergeet niet dat de Heer bij jouw getrouwheid aan de ingevingen van de Heilige Geest in je zal werken, zodat je naar zijn wil handelt (zie Woorden van Mormon 1:7).

Woorden van Mormon 1:12–18

Koning Benjamin verslaat de Lamanieten en regeert in gerechtigheid

Koning Benjamin was een rechtschapen koning die gedurende zijn regeringsperiode veel moeilijkheden ondervond, waaronder oorlog met de Lamanieten en leerstellige onenigheid onder zijn volk. Koning Benjamin leidde het Nephitische leger tegen hun vijanden voort ‘in de kracht des Heren’ en vestigde uiteindelijk vrede in het land (zie Woorden van Mormon 1:13–14). Met behulp van ‘vele heilige mannen’ arbeidde hij om de valse profeten en leraren te berispen die twist onder het volk veroorzaakten. Daarbij vestigde hij tevens de vrede die voortkomt uit rechtvaardigheid (zie Woorden van Mormon 1:15–18).

Lees Woorden van Mormon 1:12–18 en vul de zinnen aan met het nummer van het vers dat het beste de volgende waarheden illustreert:

  • De Heer roept profeten die ondanks moeilijkheden vrede onder de mensen kunnen brengen.

  • We kunnen vrede vinden door het geïnspireerde leiderschap van de profeten op te volgen.

  • In de kracht van de Heer kunnen wij moeilijkheden overwinnen.

Mosiah 1:1–18

Koning Benjamin brengt zijn zoons het belang van de Schriften bij

Stel je voor hoe je leven eruit zou zien als je de Schriften niet had gehad om te lezen, bestuderen en eruit onderwezen te worden.

Koning Benjamin legde zijn zoons uit dat hun leven er anders uit had gezien als ze de Schriften niet hadden. Hij gebruikte in Mosiah 1:3–5 drie keer een variatie op de zinsnede ‘als deze dingen [de Schriften] er niet waren geweest’ om zijn zoons het belang van de Schriften bij te brengen.

  1. Let tijdens het lezen van Mosiah 1:1–8 op de zegeningen die de Nephieten niet zouden hebben ontvangen als ze de Schriften niet hadden gehad. Vergelijk wat je hebt geleerd met Omni 1:17–18. Noteer in je Schriftendagboek drie of vier zinnen ter aanvulling op de volgende zinsnede: Als ik de Schriften niet zou hebben …

Overweeg het volgende beginsel in je Schriften naast Mosiah 1:1–8 te noteren: Door de Schriften te onderzoeken kunnen we de geboden leren kennen en gehoorzamen.

Afbeelding
In the Service of Your God

Koning Benjamin leerde zijn volk het belang van getrouwheid aan de geboden en legde uit wat er met hen zou gebeuren die goddeloos werden nadat zij een ‘hoogst [begunstigd] volk des Heren’ waren geweest (Mosiah 1:13). Lees Mosiah 1:13–17 en vergelijk Mosiah 1:13 met Alma 24:30. Noem daarna ten minste vijf gevolgen voor hen die zich van de Heer afkeren. Je zou deze gevolgen in je Schriften kunnen markeren of nummeren.

Mosiah 2:1–41

De Nephieten komen bijeen om de woorden van koning Benjamin te horen

Lees Mosiah 2:1–9 en beantwoord de volgende vragen:

  • Wie waren er bijeen vergaderd?

  • Waar waren zij bijeen vergaderd?

  • Wat werd er gedaan zodat de grote schare de woorden van koning Benjamin kon horen?

Om meer inzicht te krijgen in koning Benjamins karakter lees je Mosiah 2:11–15. Kies daarna zinnen uit die aantonen dat koning Benjamin zich meer bekommerde om rechtvaardigheid en dienstbaarheid dan status of erkenning.

Afbeelding
President Howard W. Hunter

Overpeins dan de volgende uitspraak van president Howard W. Hunter: ‘Maak u niet zo druk om status. Herinnert u zich de raad van de Heiland met betrekking tot diegenen die de “eerste plaats” of de “erezetels” zochten? “Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn.” (Matteüs 23:6, 11.) Het is belangrijk om gewaardeerd te worden. Maar ons doel moet rechtschapenheid in plaats van erkenning zijn; dienstbetoon in plaats van aanzien.’ (Zie ‘Aan de vrouwen in de kerk’, De Ster, januari 1993, p. 87.)

Bestudeer Mosiah 2:16–17 en markeer het beginsel van dienstbaarheid dat we van koning Benjamin leren: Als wij onze medemens dienen, dienen we God. (Mosiah 2:17 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)

Denk aan een moment dat iemand jou tot zegen was door je te dienen. Hoe heb jij je waardering aan God getoond voor de persoon die zowel jou als God in rechtvaardigheid diende? Hoe heb je die persoon je waardering getoond?

Nadat hij zijn volk iets had bijgebracht over de noodzaak om anderen te dienen, sprak koning Benjamin over de vele manieren waarop God ons zegent en waarom we Hem dankbaar moeten zijn.

  1. Overweeg tijdens het bestuderen van Mosiah 2:19–24, 34 de vele manieren waarop God jou zegent. Hoe zou je je dankbaarheid aan Hem kunnen tonen? Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Waarom zou koning Benjamin zichzelf, zijn volk en ons ‘onnutte dienstknechten’ noemen?

    2. Waarom is het belangrijk dat we niet vergeten dat we bij God in de schuld staan?

Van koning Benjamins woorden leren we dat we anderen willen dienen en onze dankbaarheid toeneemt als we weten dat we bij God in de schuld staan.

In Mosiah 2:34 leert koning Benjamin ons dat we God alles moeten geven wat we hebben en zijn. Denk erover na hoe jij God alles zou kunnen geven wat je hebt en bent. Als jij Gods geboden onderhoudt en anderen oprecht wilt dienen, zal Hij jou daarvoor zegenen.

De laatste verzen van Mosiah 2 bevatten een belangrijke waarschuwing van koning Benjamin aan zijn volk. Heb je weleens een waarschuwingsteken gezien? (Bijvoorbeeld een teken dat waarschuwt voor hoogspanningsdraden, vallend gesteente, wilde dieren of een sterke stroming.) Lees Mosiah 2:32–33, 36–38 en geef aan waar koning Benjamin zijn volk voor waarschuwde. (Het woord wee in vers 33 betekent ‘pijn en ellende’.) Schrijf een zin op die beschrijft wat er gebeurt met iemand die ‘in openlijke opstand komt tegen God’ (vers 37) of die bewust de geboden van God overtreedt.

Lees de volgende uitspraak: ‘Sommige jongeren overtreden bewust de geboden van God met de bedoeling zich later te bekeren, bijvoorbeeld voordat ze naar de tempel of op zending gaan. Dergelijke bewuste zonden drijven de spot met de verzoening van de Heiland.’ (Voor de kracht van de jeugd [boekje, 2011], p. 29.)

Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd hoe belangrijk het is om te herkennen wanneer wij ons aan de Geest onttrekken:

Afbeelding
Ouderling David A. Bednar

‘We zullen […] moeten leren herkennen wanneer “de Geest des Heren [Zich aan ons] onttrekt […]” (Mosiah 2:36). […]

‘De maatstaf is duidelijk. Als iets wat wij denken, zien, horen of doen ons vervreemdt van de Heilige Geest dan moeten we ophouden met dat te denken, zien, horen of doen. Als er bijvoorbeeld iets is dat voor amusement moet doorgaan, maar dat ons vervreemdt van de Heilige Geest, dan is die vorm van amusement stellig niets voor ons. Daar de Geest Zich niet inlaat met vulgaire, grove of onfatsoenlijke zaken kunnen wij ons daar absoluut niet mee inlaten. Daar we de Geest des Heren van ons vervreemden als we meedoen aan activiteiten waarvan we weten dat we ze links moeten laten liggen, hebben we er beslist niets te zoeken.’ (‘Opdat wij zijn Geest altijd bij ons mogen hebben’, Liahona, mei 2006, p. 30.)

Overpeins wat mensen kwijtraken — zonder dat ze het soms doorhebben — als de Geest Zich aan hen onttrekt. Lees Mosiah 2:40–41 en kijk waar koning Benjamin ons over wilde laten nadenken en wat we niet moeten vergeten.

  1. In je Schriftendagboek:

    1. Doe verslag van enkele ervaringen waardoor je geleerd hebt dat je zowel stoffelijk als geestelijk gezegend wordt als je gehoorzaam bent aan de Heer.

    2. Kies een aspect van je leven uit waarin je gehoorzamer aan Gods geboden zou willen zijn. Schrijf een doel op om dat aspect te verbeteren.

Afbeelding
scripture mastery icon
Tekstenbeheersing — Mosiah 2:17

Lees Matteüs 22:36–40; 25:40; en Mosiah 2:17. Maak een lijstje met Schriftteksten of maak gebruik van kruisverwijzingen om deze Schriftteksten met elkaar te verbinden. Door dit te doen zullen betekenissen duidelijker worden en zal je begrip toenemen.

Leg het verband tussen deze teksten uit.

Denk na over de volgende vragen:

  • Wanneer heb je gevoeld dat je God diende door iemand anders te dienen?

  • Welke specifieke dingen kun jij voor iemand doen die de Heiland ook zou doen als Hij hier was?

  1. Nadat je Mosiah 2:17 uit je hoofd geleerd hebt, schrijf je het uit je hoofd op in je Schriftendagboek.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Woorden van MormonMosiah 2 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken