Unit 6: Dag 4
2 Nephi 9–10
Inleiding
In de vorige les heb je Jakobs getuigenis bestudeerd van wat Jezus Christus voor ons wilde doen door zijn verzoening. In deze les rond je je studie van 2 Nephi 9 en de eerste dag van Jakobs toespraak af en leer je wat je moet doen om de zegeningen van de verzoening te ontvangen. Jakob waarschuwde voor het nemen van beslissingen die leiden tot verwijdering van God en nodigde allen uit om tot Christus te komen en gered te worden. Je zult ook 2 Nephi 10 lezen en bestuderen wat Jakob het volk de volgende dag vertelde. Jakob wees er nogmaals op dat het huis van Israël weliswaar wegens zonde verstrooid zou worden, maar dat de Heer zijn verbond met haar indachtig zou zijn en haar zou vergaderen als zij zich zou bekeren en tot Hem terugkeren. Jakob zei dat er ‘geen andere natie op aarde [was] die zijn God zou kruisigen’ (2 Nephi 10:3). Hij voorspelde dat Amerika een land van vrijheid zou zijn, bestand tegen alle natiën en vrij van koningen. Jakob getuigde dat een ieder zich aan de wil van God moet onderwerpen en niet moet vergeten dat wij alleen door Gods genade worden gered.
2 Nephi 9:28–54
Jakob waarschuwt tegen een houding en daden die ons van de Heer verwijderen en nodigt allen uit om tot Christus te komen
Vanwege de val en onze eigen zonden heeft ieder van ons de Heiland nodig. Jakob getuigde dat we door de verzoening van de gevolgen van de val gered worden, dat wij onze zonden kunnen overwinnen en het eeuwige leven beërven. Jakob illustreerde dit aan de hand van een poort en een pad. Lees 2 Nephi 9:41 en kijk hoe Jakob het pad beschrijft dat we moeten bewandelen om het eeuwig leven te beërven. Denk na over de volgende vraag: Wat denk je dat ‘komt tot de Heer’ betekent? (Denk erover na of jij het pad bewandelt dat je dichter tot de Heiland brengt.) Wat betekent het voor jou dat ‘het pad naar [de Heiland] smal [is], maar recht voor [je] uit [ligt]’?
Jakob beschreef de Heiland tevens als ‘de poortwachter’. Dit staat symbool voor de rol van de Heiland als onze rechter. Hij is het die ons de zegeningen van zijn verzoening aanreikt op basis van onze houding en daden. Jakob leerde ons in het bijzonder hoe onze houding en daden bepalen in hoeverre wij in staat zijn om tot de Heiland te komen.
-
Doe het volgende in je Schriftendagboek om vast te stellen welke daden, gedachten en houding ons tot de Heiland brengen:
-
Trek in het midden van een bladzijde in je Schriftendagboek een lijn en noteer aan de ene kant Verwijdering van Christus en aan de andere kant Toenadering tot Christus.
-
Lees 2 Nephi 9:27–39 en stel iedere daad of houding vast waar Jakob voor waarschuwde die ons van Christus kan verwijderen. Maak in je Schriftendagboek een lijstje met de dingen die volgens jou bij het rijtje ‘Verwijdering van Christus’ horen. Je zou ook je bevindingen in je Schriften kunnen markeren. (2 Nephi 9:28–29 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)
-
Kies een van de daden of houdingen die je hebt vastgesteld en beantwoord de volgende vraag op een afzonderlijke bladzijde in je Schriftendagboek: Hoe kan deze daad of houding ons ervan weerhouden tot Christus te komen en de volledige zegeningen van zijn verzoening te ontvangen?
-
Als aanvulling op zijn waarschuwing tegen daden en een houding die ons van de Heer verwijderen, leerde Jakob over daden en een houding waardoor we juist wel tot Jezus Christus komen. Lees 2 Nephi 9:23, 42, 45–46, 49–52 en zoek op wat ons volgens Jakobs leringen tot de Heer zou brengen. Noteer je bevindingen in het lijstje ‘Toenadering tot Christus’.
-
Door 2 Nephi 9:28–54 te bestuderen heb je het beginsel geleerd dat: Door tot de Heer te komen en volgens zijn wil te leven, wij de volledige zegeningen van de verzoening zullen ontvangen.
-
Om je het geleerde te helpen toepassen, noteer je je antwoord op de vragen uit twee of meer van de volgende opdrachten in je Schriftendagboek:
-
In 2 Nephi 9:23 lees je dat de Heer ons gebiedt om ons te bekeren en te laten dopen. Hoe kun je door de hernieuwing van je doopverbond bij het avondmaal dichter tot de Heer komen en de zegeningen van de verzoening ontvangen, ook al ben je gedoopt?
-
Wat betekent het volgens jou om ‘volmaakt geloof in de Heilige Israëls’ te hebben (2 Nephi 9:23)? Op wat voor manieren toon jij momenteel je geloof in de Heer?
-
Wat betekent het om ons van onze zonden af te keren (2 Nephi 9:45)? Wat helpt je om van je zonden af te keren?
-
Wat zijn enkele voorbeelden van geld uitgeven aan ‘wat geen waarde heeft’ of werk ‘wat niet bevredigen kan’ (2 Nephi 9:51)? Op welke manier helpt het je om tot de Heer te komen door het kwaad en oppervlakkige doeleinden te vermijden? Hoe kun je beter de balans vinden in de tijd die je besteedt aan school, studie, de kerk, recreatie en sociale activiteiten?
-
Wat zijn enkele manieren waarop je je kunt ‘[vergasten] aan hetgeen niet vergaat’ (2 Nephi 9:51)?
-
Jakob spoorde het volk aan om dank te brengen en hun hart te verheugen (2 Nephi 9:52). Waarom denk je dat het belangrijk is om deze raad op te volgen bij je streven om tot de Heiland te komen?
-
-
Noteer in je Schriftendagboek hoe een of enkele van de bestudeerde daden en houding je dichter tot de Heiland hebben gebracht.
Tekstenbeheersing — 2 Nephi 9:28–29
Wat doe jij eraan om het meeste uit je huidige opleidingsmogelijkheden te halen? Wat zijn je toekomstplannen voor je opleiding?
Lees het volgende citaat van president Gordon B. Hinckley en onderstreep de zegeningen die uit een opleiding voortkomen: ‘Er staan je grote uitdagingen te wachten. Je komt terecht in een wereld vol meedogenloze concurrentie. Volg de beste opleiding die je kunt krijgen. De Heer heeft ons geleerd hoe belangrijk een opleiding is. Daardoor krijg je betere kansen. Je wordt toegerust om in de toekomst waardevolle dingen te doen. Als je hoger onderwijs kunt en wilt volgen, doe dat dan. Als je dat niet wilt, ga dan een beroepsopleiding volgen om je meer vaardigheden en bekwaamheden eigen te maken.’ (Zie ‘Bekeerlingen en jongemannen’, De Ster, juli 1997, pp. 49–50.)
Lees 2 Nephi 9:28 en markeer wat volgens Jakob de valkuilen zijn van leren met de verkeerde houding.
-
Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek:
-
Wat betekent volgens jou de uitspraak: ‘Wanneer zij geleerd zijn, menen zij wijs te zijn’?
-
Wat zijn de gevaren als we denken dat we wijzer zijn dan een ouder, onze bisschop of gemeentepresident, de profeet of onze hemelse Vader?
-
Lees 2 Nephi 9:29 en stel vast wat je niet moet vergeten als je onderricht zoekt.
-
Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vraag: Hoe helpt ijverige Schriftstudie om te leven naar het beginsel in 2 Nephi 9:29?
2 Nephi 10
Jakob moedigt zijn volk aan zich te verheugen en tot de Heer te komen
Op de tweede dag van zijn toespraak getuigde Jakob wederom dat de Heer ons van de gevolgen van zonde kan bevrijden. Jakob leerde zijn volk hoe zij op de barmhartige gave van de verzoening moesten reageren. Lees 2 Nephi 10:20, 23–25 en markeer zinsneden die aanduiden wat wij volgens Jakob moeten doen als reactie op het offer van de Heiland voor ons.
-
Beantwoord een of meer van de volgende vragen in je Schriftendagboek:
-
Waarom wil je in het kader van wat je over de Heiland hebt bestudeerd Hem altijd in gedachten houden (2 Nephi 10:20)?
-
Waarom denk je gevoelsmatig dat je bekeren en het terzijde leggen van iets wat je verkeerd hebt gedaan een grote waardering en liefde voor de Heiland tonen?
-
Wat ben je over de Heiland te weten gekomen waardoor je hoop bent gaan koesteren in plaats van je hoofd te laten hangen door ontmoediging?
-
Een belangrijke zinsnede uit dit hoofdstuk is om je te ‘verzoen[en] met de wil van God’ (2 Nephi 10:24). Dit betekent dat we onze nauwe relatie met de Heer, waarin we gehoorzaam zijn en in overeenstemming met zijn wil, moeten vernieuwen. Neem de Schriftteksten die je in 2 Nephi 9–10 gemarkeerd hebt nog eens door. Zoek de leiding van de Heilige Geest bij het vaststellen wat jij zoal kunt doen om je met de wil van God te verzoenen.
-
Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:
Ik heb 2 Nephi 9–10 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).
Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: