Unit 20: Dag 2
Alma 40–41
Inleiding
In Alma 40–41 onderwees Alma zijn zoon Corianton in belangrijke leerstellingen met betrekking tot het leven na de dood. Alma legde uit dat door de verzoening van Jezus Christus alle mensen uit de dood zullen opstaan. Alma leerde Corianton ook over de geestenwereld, waar de doden op basis van hun keuzes op aarde in het paradijs of de gevangenis op de opstanding wachten. Corianton leerde van Alma dat het herstellingsplan niet alleen een lichamelijke opstanding omvat, maar ook een geestelijke herstelling waarin de gevolgen van onze daden en verlangens tot uiting komen. Alma beklemtoonde ten slotte dat de waarheid dat goddeloosheid nooit tot geluk kan leiden centraal staat in het herstellingsplan.
Alma 40
Alma onderwijst Corianton in de leer van de geestenwereld en de opstanding
Stel je voor dat je een vriend(in) hebt die onlangs een dierbare heeft verloren. Je vriend(in) weet dat je gelovig bent en komt met de volgende vragen naar jou toe:
-
Waardoor is het voor ons mogelijk om weer te leven? Wie zullen er opstaan?
-
Waar gaan we na de dood heen, en hoe is het daar?
-
Wat is de opstanding? Wat is het verschil tussen ons sterfelijk lichaam en ons herrezen lichaam? Wat gebeurt er met ons na de opstanding?
De informatie in Alma 40 kan antwoorden op deze vragen verschaffen. In dit hoofdstuk onderwijst Alma zijn zoon Corianton verder. Corianton maakte zich zorgen over de opstanding van de doden.
-
Lees de volgende drie tekstverwijzingen. Kies er een of meer uit en leg in je Schriftendagboek uit in hoeverre Alma’s leringen de desbetreffende vraag beantwoorden. (Als je aan het eind van de les tijd over hebt, neem je Alma’s leringen in de andere verzen ook nog door.)
-
Bestudeer Alma 40:1–5. Waardoor is het voor ons mogelijk om weer te leven? Wie zullen er opstaan?
-
Bestudeer Alma 40:6–7, 11–14. Waar gaan we na de dood heen, en hoe is het daar? (Alma leerde dat de geest van ieder mens ‘huiswaarts wordt gevoerd naar die God die hem het leven heeft geschonken’ [Alma 40:11]. Hiermee bedoelde hij dat onze geest na onze dood, maar nog vóór de opstanding, naar de geestenwereld terugkeert. Hij spreekt hier niet over de eindbestemming na Gods oordeel. Je zou de voetnoten bij vers 13 kunnen raadplegen om te begrijpen wat Alma met zijn verwijzing naar ‘de buitenste duisternis’ bedoelde. In Alma 40:14 wordt duidelijk dat deze verwijzing naar de buitenste duisternis naar de staat vóór de opstanding verwijst. Deze staat noemen we doorgaans de gevangenis in de geestenwereld, en is niet de uiteindelijke of permanente verblijfplaats van de verdoemden.)
-
Bestudeer Alma 40:21–26. Wat is de opstanding? Wat is het verschil tussen ons sterfelijk lichaam en ons herrezen lichaam? Wat gebeurt er met ons na de opstanding?
-
Met het oog op Alma 40:11–12 heeft President George Q. Cannon van het Eerste Presidium uitgelegd dat Alma ‘niet wil zeggen dat ze onmiddellijk in de tegenwoordigheid van God zullen worden gebracht. Hij gebruikt die woorden klaarblijkelijk in voorwaardelijke zin.’ (Gospel Truth: Discourses and Writings of President George Q. Cannon, geselecteerd door Jerreld L. Newquist, 2 delen [1957–1974], deel 1, p. 73.)
Ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gesproken over wat we na de opstanding zullen ervaren:
‘Op de dag des oordeels […] zal er allesomvattende objectiviteit zijn. Zoals in het Boek van Mormon staat, zal er niet alleen een ‘levendige herinnering’ en ‘volmaakte kennis’ van onze misstappen zijn, ook de vreugdevolle zaken zullen voortkomen en hersteld worden. We zullen weten “zoals wij nu weten”. (Alma 5:18; 11:43; zie ook LV 93:33.) We zullen wegens een gezamenlijke databank ‘met eigen ogen’ zien (Mosiah 12:22; 15:29).
‘Tot “alle dingen [die] worden hersteld” (Alma 40:23) behoren ook onze herinneringen, waaronder uiteindelijk onze herinneringen aan ons voorsterfelijk bestaan. Denk aan de vreugdevolle samenvoeging in ons verstand en hart van alle relevante herinneringen uit onze eerste en tweede staat.
‘Wat een vloedgolf aan gevoelens zal ons overstelpen wanneer een liefhebbende God het verstandig acht om onze herinneringen volledig te herstellen! Door deze verfrissende vloedgolf van feiten zal onze dankbaarheid voor de omvang van Gods lankmoedigheid en voor de liefde van Jezus’ vrijwillige verzoening nog verder toenemen!’ (Lord Increase Our Faith [1994], p. 103.)
De opstanding is een hereniging van de geest en het lichaam, waarbij alle dingen tot hun eigen en volmaakte gedaante worden hersteld. Na de opstanding zal ieder van ons in Gods tegenwoordigheid worden gebracht om te worden geoordeeld. Lees in Alma 40:25–26 hoe Alma de uiteindelijke toestand beschrijft van wie in dit leven voor rechtvaardigheid kiezen en van wie in dit leven voor goddeloosheid kiezen. Overweeg hoe deze teksten van invloed zijn op je verlangen om rein voor God te staan.
Zoals in Alma 40:16–22 is opgetekend, sprak Alma over de opstanding vanuit het aardse besef van tijd. Jezus Christus zou het eerst opstaan, weldra gevolgd door de rechtvaardigen die vanaf de tijd van Adam tot aan de tijd van de opstanding van Christus op deze aarde hadden geleefd en waren gestorven (zie Alma 40:16, 20; LV 133:54–55). Die opstanding noemde Alma de ‘eerste opstanding’.
Alma 41
Alma onderwijst Corianton in het herstellingsplan
Denk er met het oog op wat Alma over de opstanding, de geestenwereld en het oordeel uitlegde over na hoe iemands daden beïnvloed worden als hij of zij het volgende zou geloven:
-
Er is geen leven na de dood.
-
Na de dood worden we volmaakt, ongeacht onze goede of kwade werken op aarde.
-
Bij het oordeel zullen we voor onze goede daden worden beloond en voor onze slechte daden worden gestraft.
In Alma 41 staat dat Corianton in verwarring was geraakt door wat sommige mensen over de opstanding beweerden. Overweeg in Alma 41:1 de zinsnede ‘ver afgedwaald’ te markeren. Zoek vervolgens in dit vers op waardoor sommige mensen ver waren afgedwaald. Om een beter begrip van dit vers te krijgen, is het misschien nuttig om te weten dat het verdraaien van de Schriften inhoudt dat iemand de betekenis van de Schriften verandert.
Wat ging Alma aan Corianton duidelijk maken?
Herstelling omvat het terugkeren of terugbrengen van iets. Alma wilde Corianton duidelijk maken dat er een lichamelijk en geestelijk aspect zit aan wat hij het ‘herstellingsplan’ noemde (Alma 41:2). Bestudeer Alma 41:2–5 en markeer welke dingen na de dood lichamelijk en welke geestelijk tot ons zullen worden hersteld.
Wat is het lichamelijke aspect van het herstellingsplan dat in Alma 41:2 wordt genoemd?
Het geestelijke aspect van het herstellingsplan dat in Alma 40:3–5 wordt beschreven, is: We zullen naar onze werken en verlangens in de sterfelijkheid tot geluk of ellende worden hersteld.
-
Stel je voor dat je Alma 40:3–5 aan een jeugdwerkklas zou moeten uitleggen. Noteer in je Schriftendagboek hoe jij de leer van de geestelijke herstelling op een eenvoudige manier zou uitleggen, zodat de kinderen kunnen begrijpen wat Alma bedoelde.
Denk erover na hoe begrip van deze leer onze daden en verlangens kan beïnvloeden.
Wanneer we de leer van de herstelling gaan begrijpen, gaan we ons automatisch zorgen maken over de gevolgen van onze zonden en verkeerde keuzes. Is er een manier om de negatieve gevolgen van onze verkeerde verlangens en daden te veranderen? Alma gaf Corianton reden tot hoop. Lees Alma 41:6–9 en zoek op wat we kunnen doen om ondanks onze ernstige zonden het goede en geluk tot ons hersteld te krijgen. Je zou in Alma 41:6–7 de woorden of zinsneden kunnen markeren die aangeven dat we zelf verantwoordelijk zijn voor wat we bij de opstanding ontvangen. Denk na over de volgende vraag: In welk opzicht zijn we onze eigen rechter?
Sommige mensen denken dat zij naar God kunnen terugkeren zonder zelf de verantwoording voor hun daden te nemen. Ze beweren dat hun zondige keuzes plezier geven. Soms lijken de mensen die zich met zonde inlaten gelukkig. Lees Alma 41:10 en let op wat Alma over goddeloosheid zei. (Alma 41:10 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)
-
In Alma 41:10 getuigde Alma tot zijn zoon: ‘Goddeloosheid heeft nooit geluk betekend.’ Doe de volgende opdrachten in je Schriftendagboek:
-
Schrijf op waarom Alma’s uitspraak volgens jou waar is.
-
Noteer een voorbeeld van de manier waarop Satan ons ertoe probeert te verleiden dat we Gods geboden kunnen overtreden en nog steeds gelukkig kunnen zijn.
-
Overweeg de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson naast Alma 41:10 in je Schriften te noteren: ‘Je kunt je niet goed voelen als je verkeerde dingen doet. Dat is onmogelijk!’ (‘A Message to the Rising Generation’, Ensign, november 1977, p. 30.)
In Alma 41:11 wordt uitgelegd waarom het onmogelijk is om waarlijk gelukkig te zijn als je verkeerde keuzes maakt. Om dit vers duidelijk te maken koppel je in het volgende schema elke zinsnede uit een Schrifttekst aan de juiste betekenis. (Als je klaar bent, kun je je antwoorden aan het eind van deze les controleren.)
Woorden of zinsneden in Alma 41:11 die de ‘natuurlijke staat’ beschrijven |
Betekenis |
---|---|
|
|
|
|
|
|
Nu je deze betekenissen hebt vastgesteld, lees je Alma 41:11 nogmaals door. Stel vast waarom het onmogelijk is om gelukkig te zijn als je verkeerde keuzes maakt. Sommigen die voor goddeloosheid kiezen, denken wellicht dat zij op dat moment gelukkig zijn. Hun keuzes zullen uiteindelijk echter tot berouw en ongeluk leiden.
-
Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vragen:
-
Waarom strookt ‘een natuurlijke staat’, of een zondige of ‘vleselijke staat’, niet met de aard van geluk?
-
Noem enkele voorbeelden van waarom jongeren de Heilige Geest niet bij zich hebben omdat ze door hun zonden worden belemmerd of belast, of onderworpen zijn aan het vlees.
-
Lees Alma 41:12 en zoek de vraag over de opstanding op die Alma aan Corianton stelde. Lees nu Alma 41:13 en markeer hoe Alma deze vraag beantwoordde.
-
Stel je voor dat je met een vriend(in) spreekt die gelukkig wil zijn, maar die ervoor kiest dingen te doen die tegen de geboden van de Heer indruisen. Leg in je Schriftendagboek met behulp van de leer van de herstelling die je vandaag hebt bestudeerd uit waarom hij of zij niet gelukkig is, en wat hij of zij moet doen om echt gelukkig te worden.
Een boemerang is van origine een werktuig voor de jacht. Door de vorm komt de boemerang, als hij goed gegooid is, weer terug bij de persoon die hem gegooid heeft. Lees Alma 41:14–15 en kijk hoe een boemerang symbool kan staan voor de waarheden in deze verzen. Je zou in vers 15 het woord ‘uitgaan’ kunnen markeren. Denk terug aan een keer dat je goedheid, barmhartigheid of vriendelijkheid hebt getoond, en die later terug hebt ontvangen.
Welke rechtvaardige daad zou je voor anderen willen doen of welke rechtvaardige eigenschap wil je graag aan anderen laten zien die je van anderen terug zou willen ontvangen? Welk doel kun je stellen om een van deze eigenschappen of daden naar anderen te laten ‘uitgaan’?
Tekstenbeheersing — Alma 41:10
-
Lees Alma 41:10 en noteer het volgende in je Schriftendagboek: Als goddeloosheid nooit geluk heeft betekend, dan zal altijd tot geluk leiden. Noteer een woord op de lege plek die de zin het beste aanvult. Noteer vervolgens andere specifieke rechtvaardige daden die volgens jou op de lege plek zouden passen (bijvoorbeeld anderen dienen). Schrijf je getuigenis op van voorbeelden waarbij deze rechtvaardige daden tot geluk hebben geleid.
Het is belangrijk om in te zien dat het geluk dat uit rechtschapenheid voortkomt hier op aarde niet altijd direct of blijvend is. Iemand die in harmonie met de leringen en geboden van de Heer leeft, zal op zijn tijd en wijze echter altijd vrede en geluk ervaren.
-
Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:
Ik heb Alma 40–41 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).
Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: