Seminarie
Unit 21: Dag 3, Alma 53, 56–58


Unit 21: Dag 3

Alma 53; 56–58

Inleiding

Helaman en opperbevelhebber Moroni bestreden de Lamanieten in verschillende delen van het land. Helaman schreef Moroni een brief waarin hij vertelde over de strijd met de Lamanieten en zijn vertrouwen en genoegen in het grote geloof van de 2060 jonge soldaten. Vanwege het geloof en de moed van deze Nephitische soldaten werden zij door de Heer geholpen om hun veldslagen te winnen en werden zij in tijden van benauwing met zekerheid en hoop gezegend.

Alma 53; 56

De legers van Antipus en Helaman verslaan het sterkste leger van de Lamanieten

Terwijl opperbevelhebber Moroni in het ene deel van het land tegen de Lamanieten vocht, voerde Helaman zijn leger in een ander deel van het land aan. In zijn leger werden tweeduizend jonge zonen van het volk van Ammon opgenomen. De ouders van deze jongemannen hadden een verbond gesloten om nooit meer de wapens tegen hun vijanden op te nemen. Hun zonen hadden dat verbond echter niet gesloten, zodat zij in staat waren de Nephitische legers te helpen (zie Alma 53:10–18).

  1. Teken het volgende in je Schriftendagboek. Lees Alma 53:18–21 en zoek naar zinsneden die karaktereigenschappen beschrijven die de tweeduizend jongemannen vóór hun militaire dienst hadden ontwikkeld. Noteer de gevonden zinsneden onder het kopje ‘Karaktereigenschappen vóór de strijd’. Je zou deze zinsneden in je Schriften kunnen markeren.

Afbeelding
Stick Figure

Antipus, een Nephitische militaire leider, en zijn leger waren zwaar in de minderheid ten opzichte van de Lamanitische vijand toen ze hun deel van het land verdedigden. Antipus verheugde zich toen Helaman met de tweeduizend jonge soldaten kwam om hem te helpen (zie Alma 56:9–10).

In hun eerste strijd tegen de vijand verdreven de tweeduizend jonge soldaten het sterkste leger van de Lamanieten. De Nephitische aanvoerder Antipus gaf zijn leger het bevel om het Lamanitische leger van achteren te achtervolgen. Het leger van Antipus haalde het Lamanitische leger in, dat stopte met vechten. De jonge soldaten, die voorwaarts waren gegaan, bemerkten dat de Lamanieten hen niet langer achtervolgden. Zij wisten niet of de Lamanieten hen in de val trachtten te lokken om terug te keren om vervolgens vernietigd te worden, of dat de Lamanieten waren gestopt omdat het leger van Antipus hen van achteren had aangevallen. Daarom wist Helaman niet of zij terug moesten keren en de Lamanieten moesten aanvallen. (Zie Alma 56:29–43.)

Lees Alma 56:43–48 en zoek naar zinsneden die de karaktereigenschappen van deze jongemannen beschrijven die zij op een kritiek moment in de strijd aan de dag legden. Noteer je bevindingen in je Schriftendagboek onder het kopje ‘Karaktereigenschappen gedurende de strijd’. Je zou deze zinsneden ook in je Schriften kunnen markeren.

Bestudeer in Alma 56:49, 54–56 wat er gebeurde toen de tweeduizend jonge soldaten tegen de Lamanieten ten strijde trokken. Zoek naar zinsneden die de volgende waarheid illustreren: Wanneer wij in geloof handelen, kunnen wij kracht van God ontvangen.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Hoe zou je met de karaktereigenschappen van de jonge soldaten in moeilijke omstandigheden in geloof kunnen handelen?

    2. Beschrijf een keer dat jij (of iemand die je kent) in geloof handelde en kracht van God ontving om succesvol met een moeilijke situatie om te gaan.

Alma 57

Helamans leger herovert de stad Antiparah en Cumeni

Afbeelding
Two Thousand Stripling Warriors

Helaman en zijn leger waren in staat om de stad Antiparah en Cumeni op de Lamanieten te heroveren. In die tijd werd Helamans leger versterkt. Duizenden soldaten uit het land Zarahemla sloten zich bij het leger aan, waaronder ook zestig andere zonen van het volk van Ammon (zie Alma 57:1–12).

Kort nadat Helamans leger de stad Cumeni had heroverd, vielen de Lamanieten hen opnieuw aan. Helamans leger kreeg met grote moeilijkheden te maken, waarbij de 2060 jonge soldaten het leger aanzienlijk versterkten. Lees in Alma 57:19–21 welke karaktereigenschappen de jonge soldaten gedurende deze strijd aan de dag legden. Voeg deze karaktereigenschappen aan het lijstje ‘Karaktereigenschappen gedurende de strijd’ in je Schriftendagboek toe en markeer ze desgewenst in je Schriften.

  1. Een van de meest kenmerkende eigenschappen van de jonge soldaten was hun nauwgezette gehoorzaamheid (zie Alma 57:21). Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wat houdt het in om een gebod ‘nauwgezet’ te gehoorzamen?

    2. In hoeverre zouden de jonge soldaten hun strijd hebben gewonnen omdat zij het bevel van hun aanvoerder nauwgezet uitvoerden?

    3. In hoeverre zou jij je geestelijke strijd kunnen winnen door de geboden van de Heer nauwgezet te gehoorzamen?

Overweeg het volgende beginsel in je Schriften of Schriftendagboek te noteren: Als wij de Heer nauwgezet gehoorzamen, zal Hij ons in onze levensstrijd versterken. Lees de volgende uitspraak van ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen, waarin hij uitlegt waarom het belangrijk is om Gods geboden ‘nauwgezet’ te gehoorzamen:

‘[U zult mensen] ontmoeten die de geboden die ze willen naleven, uitkiezen, en andere die ze willen overtreden, negeren. Dit noem ik de cafetariabenadering van gehoorzaamheid. Deze manier van uitkiezen werkt niet. Ze leidt tot ellende. Om u voor te bereiden om God te ontmoeten, houd u zich aan al zijn geboden. Ze gehoorzamen vergt geloof, en ze onderhouden versterkt dat geloof.

‘Door gehoorzaamheid kunnen Gods zegeningen onbeperkt vloeien. Hij zegent zijn gehoorzame kinderen met vrijheid van slavernij en ellende. En Hij zegent hen met meer licht.

‘[…] Gehoorzaamheid aan de geboden van God [biedt] lichamelijke en geestelijke bescherming.’ (‘Zie de toekomst met geloof tegemoet’, Liahona, mei 2011, pp. 34–35.)

Lees Alma 57:25–27 en zoek naar enkele redenen waarom de Heer zijn macht uitstrekte om de jonge soldaten te beschermen. Wat maakt in deze verzen de meeste indruk op je in de jonge soldaten?

Zelfs wanneer we rechtschapen zijn, zal God ons niet altijd tegen moeilijkheden beschermen. Hoewel de jonge soldaten de dood bespaard bleef, waren zij allen gewond (zie Alma 57:25). Vele andere rechtschapen Nephieten kwamen om het leven (zie Alma 57:26). God zal ons echter altijd in moeilijke tijden versterken en ons zegenen met wat we nodig hebben. Uiteindelijk zal Hij eeuwige zegeningen schenken aan allen die zijn geboden gehoorzamen.

Alma 58

Nephitische legers wachten op voedselvoorraden en heroveren vervolgens de stad Manti

Afbeelding
They Put Their Trust in God

Naast de strijd tegen de Lamanieten kreeg Helamans leger met nog meer tegenspoed te maken. Hun veldslagen werden op enige afstand van Zarahemla, het centrum van de Nephitische regering, uitgevochten. Helamans leger had veel moeilijke veldslagen gewonnen, maar ze hadden het benodigde voedsel, de goederen en extra soldaten niet van de regering ontvangen. Ze wisten niet waarom de regering hen niet steunde. (Zie Alma 58:7–9.)

  1. Lees Alma 58:10–12 en beantwoord de volgende vragen:

    1. Wat deden de Nephieten toen zij met deze moeilijke situatie te maken kregen?

    2. Hoe reageerde de Heer op hun oprechte smeekbeden en gebeden?

    3. Hoe werden Helaman en zijn leger volgens Alma 58:12 door de verzekering van de Heer gesterkt?

Noteer het volgende beginsel in je Schriften of Schriftendagboek: Als we ons in moeilijke tijden tot God wenden, ontvangen wij de goddelijke verzekering die ons geloof kan sterken en ons hoop kan geven.

Ondanks de zwakte van zijn leger waren Helaman en zijn mannen in staat om de stad Manti in bezit te nemen (zie Alma 58:13–41). Helaman schreef al het succes van het leger toe aan de hulp van de Heer (zie Alma 58:37).

Helaman bleef zich verwonderen over het succes van de jonge soldaten. Bestudeer Alma 58:39–40 en zoek naar woorden en zinsneden die aantonen hoe de jonge soldaten in moeilijke omstandigheden kloekmoedig waren. Overweeg deze woorden of zinsneden in je Schriften te markeren.

  1. Beschrijf in je Schriftendagboek een ervaring waarbij jij je in een moeilijke tijd tot God om hulp wendde en zijn steun voelde.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Alma 53; 56–58 bestudeerd en deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken