Seminarie
Unit 18: Dag 4, Alma 32


Unit 18: Dag 4

Alma 32

Inleiding

Nadat Alma en zijn metgezellen getuige waren geweest van de afvallige Zoramitische aanbiddingswijze, begonnen zij het woord Gods tot hen te prediken. Zij hadden enig succes onder de arme mensen die uit de Zoramitische synagogen waren geworpen. Alma gebruikte de gelijkenis van het zaaien en verzorgen van een zaadje om uit te leggen wat zij moesten doen om geloof in het woord van God te ontvangen en te voeden. Alma nodigde hen (en ons) uit om het woord te beproeven en hun (en ons) geloof en getuigenis dagelijks te voeden.

Alma 32:1–16

Alma onderwijst de Zoramieten die door hun armoede ootmoedig waren geworden

  1. Stel je voor dat een vriend(in) jou vraagt hoe iemand kan weten of de kerk waar is. Noteer in je Schriftendagboek hoe je een getuigenis kunt ontvangen. Noteer vervolgens Hoe kunnen we een getuigenis ontvangen en versterken? op de volgende regel in je dagboek. Maak bij je studie van Alma 32 een lijstje onder dit kopje met de inzichten die je krijgt over het ontvangen en versterken van een getuigenis. Tijdens de les zul je meer aan het lijstje toevoegen. Daarom is het nuttig om wat extra ruimte tussen de eerste opdracht in je Schriftendagboek en opdracht 2 te laten.

In de vorige les (Alma 31) heb je gelezen over Alma en zijn broeders die getuige waren van de verkeerde aanbiddingswijze van de Zoramieten, een groep Nephieten die van de waarheid waren afgedwaald. Na Alma’s gelovige gebed gingen hij en zijn broeders het evangelie onder dit volk prediken. Lees Alma 32:1–3 en let op de groep Zoramieten die wel interesse toonde in de boodschap van de zendelingen.

Lees Alma 32:4–6 en stel vast in welke opzichten hun armoede een zegen was.

Een beginsel dat in deze verzen naar voren komt is: Nederigheid bereidt ons voor om het woord van God te ontvangen. Noteer in je Schriftendagboek wees nederig onder het kopje ‘Hoe kunnen we een getuigenis ontvangen en versterken?’

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op waarom nederigheid van essentieel belang is om een getuigenis te verkrijgen en te versterken.

Lees Alma 32:13–16 en zoek naar verschillende manieren waarop mensen ootmoedig kunnen worden. Zou je op basis van Alma’s leringen liever voor ootmoed kiezen of tot ootmoed worden gedrongen? Waarom?

Overweeg wat het inhoudt om je ‘wegens het woord’ te verootmoedigen (Alma 32:14). In hoeverre kun je dit van toepassing maken op het seminarie, de gezinsavond of actief zijn in de kerk?

Kies voor ootmoed door de ingevingen die je over je eigen ootmoed hebt gekregen in praktijk te brengen.

Alma 32:17–43

Alma leert de Zoramieten hoe zij in geloof kunnen toenemen

Bij zijn onderricht aan de Zoramieten stelde Alma een verkeerd beeld vast dat vele mensen over het verkrijgen van een getuigenis hadden. Lees in Alma 32:17–18 wat dit verkeerde beeld was.

Overweeg hoe de verwachting van een teken een obstakel kan vormen voor het opbouwen van geloof en een getuigenis. (Je kunt LV 63:9–11 naast Alma 32:17–18 in je Schriften noteren en dat vers lezen om meer inzicht te krijgen.)

Lees Alma 32:21, een kerntekst, en zoek op wat volgens Alma geloof is en wat niet. (Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)

Lees Alma 32:22. Denk erover na wat je kunt doen om meer geloof en een eigen getuigenis te ontwikkelen.

Voeg in je Schriftendagboek gedenk Gods barmhartigheid en kies voor geloof toe aan het lijstje ‘Hoe kunnen we een getuigenis ontvangen en versterken?’

Alma leerde de Zoramieten hoe zij in het woord van God konden gaan geloven door een proef te doen. Denk aan enkele proeven die je bij scheikunde of andere vakken hebt uitgevoerd. Een proef vereist actie van de kant van de onderzoeker. Zo vereist het proces van het ontvangen of versterken van een getuigenis ook actie van jouw kant. Lees Alma 32:27 en let op de proef die Alma de Zoramieten vroeg uit te voeren.

Onze vermogens omvatten zaken zoals horen, zien en voelen, rationeel denken en ons geheugen.

Voeg in je Schriftendagboek het woord beproeven of ernaar handelen toe aan je lijstje ‘Hoe kunnen we een getuigenis ontvangen en versterken?’

Je zou tijdens het lezen van Alma 32:28 in je Schriften zinsneden zoals ‘gaan zwellen’, ‘het begint mijn ziel te verruimen’, ‘het begint mijn verstand te verlichten’ en ‘het begint heerlijk voor mij te zijn’ kunnen markeren. Ouderling Bruce R. McConkie heeft gezegd hoe ons geloof groeit:

Afbeelding
Ouderling Bruce R. McConkie

‘We groeien in geloof; stap voor stap groeien we van een lager niveau naar een hoger niveau. We voegen genade bij genade totdat we ons in een staat van een volmaakter geloof bevinden, voor zo ver de gemiddelde rechtschapen, sterfelijke mens dat kan, en dan bevinden we ons op het punt waar we eeuwige vooruitgang kunnen gaan maken. […]

‘Werk aan wat vóór u ligt. Wanneer u een stap in het benodigde geloof hebt gemaakt, zult u de verzekering in uw ziel hebben dat u voorwaarts kunt gaan en de volgende stap kunt zetten, en dat uw macht of invloed stap voor stap zal toenemen.’ (Lord, Increase Our Faith, Brigham Young University Speeches of the Year [31 oktober 1967], pp. 9, 11.)

  1. Doe twee of meer van de volgende opdrachten in je Schriftendagboek nadat je Alma 32:28 hebt gelezen:

    1. Wat moeten we wel of niet doen om het woord te beproeven? (Aan het einde van deze les staat een opsomming van mogelijke antwoorden.)

    2. Wat houdt het volgens jou in om plaats in te ruimen zodat het woord Gods in je hart kan worden gezaaid?

    3. Wanneer heeft het woord van God je ziel verruimd en je verstand verlicht? Beschrijf in je eigen woorden hoe dat voelde.

Lees Alma 32:29–34 en markeer woorden of zinsneden die beschrijven wat iemand over het woord van God leert door de proef op de som te nemen.

Afbeelding
seed in ground

Denk erover na in hoeverre het proces van een groeiende boom gelijk is aan het proces van een groeiend getuigenis. Overweeg ook waarom iemands geloof en getuigenis na de beproeving van het woord van God niet volmaakt is. Wat moet er volgens jou nog meer worden gedaan om een blijvend getuigenis van het evangelie te ontvangen?

Lees Alma 32:35–40 en zoek op wat we volgens Alma nog meer moeten doen. Denk erover na wat je voor de boom, en je getuigenis, moet doen om ze te laten groeien. Wat zal er gebeuren als we die dingen niet doen?

Afbeelding
Tree Small

Doe je Schriften dicht en kijk hoeveel vragen je kunt beantwoorden:

  • Wat moeten we doen om ons geloof in het woord van God tot een vruchtdragende boom te laten groeien?

  • Wat stellen volgens jou de vruchten voor?

  • Wat gebeurt er als we een boom verwaarlozen of niet verzorgen?

  • In hoeverre zou hetzelfde met ons getuigenis gebeuren als we die verwaarlozen of niet verzorgen?

Sla indien nodig je Schriften weer open en neem Alma 32:35–40 door om de vragen te beantwoorden. Voeg ijverig verzorgen toe aan het lijstje ‘Hoe kunnen we een getuigenis ontvangen en versterken?’ in je Schriftendagboek.

Vat in één zin samen wat je uit Alma 32 hebt geleerd over de vereisten voor het ontvangen of versterken van een getuigenis. Noteer dit beginsel naast Alma 32:37–43 in je Schriften.

Je zou het volgende kunnen opschrijven: Als wij ijverig ons geloof in Gods woord in ons hart verzorgen, zullen ons geloof in en getuigenis van Jezus Christus en zijn evangelie groeien.

Lees in Alma 32:41–43 hoe Alma de vruchten beschreef die we ontvangen als we ons getuigenis met geloof verzorgen. In Alma 32:42 wordt over ijver en geduld gesproken. Waarom zijn er volgens jou ijver en geduld voor nodig om de boom — of je getuigenis — te laten groeien?

Afbeelding
Large Small
  1. Beantwoord een of beide van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Wat heb je in je leven als resultaat van de proef die Alma in Alma 32 beschreef, gezien?

    2. Hoe ga jij de proef die Alma in Alma 32 beschreef in je leven toepassen?

Afbeelding
scripture mastery icon
Tekstenbeheersing — Alma 32:21

  1. Lees Alma 32:21 nogmaals door. Probeer dit vers uit het hoofd te leren en zeg het vervolgens uit het hoofd aan een vriend(in) of familielid op. Noteer in je Schriftendagboek een paar zinnen waarin je uitlegt wat deze verzen je over geloof leren.

Mogelijke antwoorden bij opdracht 3a: (a) het woord (of het zaadje) de ruimte geven om in het hart te worden gezaaid, (b) het zaadje niet door ongeloof uitwerpen, en (c) de groei van het zaadje herkennen.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Alma 32 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken