Enos

Inleiding

Nadat hij over de woorden van zijn vader had nagedacht, bad Enos om vergeving van zijn zonden en kreeg hij die ook. Vervolgens bad hij voor het geestelijke welzijn van de Nephieten en de Lamanieten, en spande hij zich zijn hele leven voor hun eeuwig heil in.

Enos 1:1–8

Na over de woorden van zijn vader te hebben nagedacht, bidt Enos om vergeving van zijn zonden en krijgt hij die ook

Lees Enos 1:1, 3 en let op de invloed die Jakob op Enos had. Hoewel Enos de zoon en kleinzoon was van profeten moest hij toch de kracht van de verzoening van Jezus Christus zelf ondervinden.

Heb je weleens erge honger gehad? Omcirkel enkele woorden hieronder die dat hongergevoel omschrijven:

leeg
zwak
onvoldaan
uitgehongerd zijn
pijn
begerend
een verlangen

Markeer de zinsnede ‘mijn ziel hongerde’ in Enos 1:4. Wat betekent deze zin volgens jou?

De zin ‘mijn ziel hongerde’ omvat gevoelens van geestelijke leegte, pijn of een verlangen om geestelijk gevuld te worden. Enos schreef over een moment waarop hij geestelijke honger had. Hij schreef dat zijn vaders woorden ‘tot diep in [zijn] hart’ doordrongen (Enos 1:3). Toen hij nadacht over die woorden, kreeg hij een verlangen dat hem aanzette om te handelen in geloof. Die geloofsdaden leidden tot veranderingen in zijn leven en brachten zegeningen van de Heer.

Doe de volgende reeks opdrachten waardoor je Enos’ ervaring kunt begrijpen en op jezelf van toepassing kunt maken. Verdeel een pagina uit je Schriftendagboek in zes vakken en noem elk vak als volgt:

Wat Enos verlangde:	Wat ik verlang:
Wat Enos deed:	Wat ik moet doen:
Enos’ ervaring:	Mijn ervaring:

Lees Enos 1:2–3 en zoek naar zinsneden in elk vers die aantonen welke verlangens Enos had. Noteer deze zinsneden in het vakje ‘Wat Enos verlangde’ in het overzicht in je Schriftendagboek.

Enos’ verlangen om vergeving van zonden te ontvangen, laat ons beter begrijpen wat hij in Enos 1:4 bedoelde met ‘mijn ziel hongerde’. Enos verlangde daarnaast ook naar ‘het eeuwige leven en de vreugde der heiligen’ (Enos 1:3). Hij verlangde de vreugde te voelen die ontstaat als je het waardig bent om bij de Heer en andere rechtschapen mensen te zijn.

Overweeg of jij die gevoelens van geestelijke honger die Enos beschreef weleens hebt gehad. Schrijf in het vakje ‘Wat ik verlang’ over enkele geestelijke verlangens waar jij in je leven naar hongert.

Enos’ verlangens zetten hem aan tot het uitoefenen van zijn geloof en tot handelen. Zoek in Enos 1:2 naar het woord dat Enos gebruikte om zijn inspanning te beschrijven en markeer dat woord. Wees er alert op dat Enos niet in gebed worstelde met God, maar voor het aangezicht van God. Een dergelijke worsteling omvat een lichamelijke en geestelijke strijd om aan onze hemelse Vader te laten zien dat we oprecht zijn in onze verlangens en gewilligheid om ons te bekeren en de nodige veranderingen in ons leven aan te brengen. In Enos 1:4 deed Enos verslag van enkele details van zijn worsteling.

Lees Enos 1:4 en markeer de dingen die Enos deed om te laten zien dat hij oprecht naar vergeving van zijn zonden zocht. Noteer wat jij in het vakje ‘Wat Enos deed’ in het overzicht in je Schriftendagboek hebt gezet.

Het woord smeking in Enos 1:4 betekent dat iemand nederig en met een groot verlangen om iets vraagt. Onze gebeden hoeven niet zo lang als die van Enos te zijn, maar ze moeten wel oprecht zijn.

Noteer in het vakje ‘Wat ik moet doen’ wat je kunt doen om de Heer te tonen dat je oprecht bent als je bidt en naar zijn geestelijke zegeningen streeft.
Enos’ oprechte en getrouwe inspanningen leidden tot grote zegeningen in zijn leven. Lees Enos 1:5–8 en markeer Enos’ ervaring. Noteer dit in het vakje ‘Enos’ ervaring’ in het overzicht in je Schriftendagboek. Ontdek tijdens het lezen van vers 5 en 6 hoe Enos wist dat hij vergeving had ontvangen. De genoemde stem in vers 5 klonk in Enos’ binnenste (zie Enos 1:10).

Van Enos 1:7–8 leren we dat we door ons geloof in Jezus Christus te oefenen vergeving van onze zonden kunnen ontvangen en gezond gemaakt kunnen worden. Ons verlangen om ons te verbeteren, onze oprechte gebeden en onze moeite om ons te bekeren zijn manieren waarop we geloof in Jezus Christus kunnen tonen.

President Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium legde uit hoe onze schuld weg kan worden gevaagd als wij geloof uitoefenen in Jezus Christus en ons van onze zonden bekeren:

‘Als we ons eenmaal oprecht hebben bekeerd, zal Christus de schuldenlast van onze zonden wegnemen. Dan kunnen we te weten komen dat we vergeven en gezuiverd zijn. De Heilige Geest zal dat aan ons openbaren, want Hij is de Heiligmaker. Er is geen groter getuigenis van vergeving te vinden. […]

‘[De Heer heeft] verklaard: ‘Wie zich van zijn zonden bekeerd heeft, die ontvangt vergeving, en Ik, de Heer, denk er niet meer aan’ (LV 58:42).

Satan probeert ons ervan te overtuigen dat onze zonden niet vergeven zijn, omdat [wij] ze ons nog kunnen herinneren. Satan is een leugenaar; hij probeert ons inzicht te vervagen en ons weg te leiden van het pad van bekering en vergeving. God heeft niet beloofd dat [wij] ons onze zonden niet meer zullen herinneren. Als we ze ons herinneren, zullen we dezelfde fouten niet snel meer maken. Maar als we trouw blijven, zal de herinnering aan onze zonden in de loop der tijd wel minder worden. Dat maakt deel uit van het noodzakelijke genezings- en heiligingsproces.’(Liahona, mei 2007, p. 101.)

Denk na over de volgende vragen om de woorden van president Uchtdorf te kunnen toepassen: Wanneer heb je gevoeld dat de Heer je zonden vergaf? Hoe wist je dat je vergeving had ontvangen? Heb je onlangs gemerkt dat de Heer je vergeving heeft geschonken?

Nadat je over de bovenstaande vragen hebt nagedacht noteer je in het vakje ‘Mijn ervaring’ in het overzicht in je Schriftendagboek hoe jij vergeving ervaren hebt. Je zou ook kunnen noteren wat je hoopt te ervaren wanneer je geloof in Jezus Christus oefent.

Enos 1:9–27

Enos bidt voor het geestelijk welzijn van de Nephieten en de Lamanieten, en hij spant zich voor hun eeuwig heil in

Dit schema geeft Enos’ gebed weer. Na zijn gebeden voor zichzelf ging hij bidden voor anderen. Lees Enos 1:9–10 en markeer in je Schriften voor wie Enos als tweede bad. Lees Enos 1:11–14 en markeer voor wie Enos als derde bad.

Reageer op de volgende vraag in je Schriftendagboek: Als je denkt aan de intentie van de Lamanieten, wat in Enos’ gebed in Enos 1:14 maakt dan indruk op jou?

Van Enos’ voorbeeld kunnen we leren dat wie de zegeningen van de verzoening van Jezus Christus ervaren, anderen zullen helpen om eeuwig heil te verkrijgen. Je zou een gedeelte van of de hele uitspraak van president Howard W. Hunter als geheugensteuntje in de kantlijn van je Schriften kunnen noteren:

‘Iedere keer dat we de zegeningen van de verzoening ervaren, moeten we wel begaan zijn met het eeuwig welzijn van anderen. […]

‘In welke mate iemand zich met zendingswerk bezighoudt, is een goede indicatie van zijn of haar bekering.’ (The Teachings of Howard W. Hunter, bewerkt door Clyde J. Williams [1997], pp. 248–249.)

Lees Enos 1:19–20, 26 en markeer woorden of zinsneden die de oprechtheid van Enos’ verlangen voor de Nephieten en de Lamanieten weergeven nadat hij voor hen had gebeden.

Lees Enos 1:27 en let op bewijzen van de vreugde die Enos vanwege zijn inspanningen ontving en de verzekering van het eeuwig leven.

Om je te helpen het geleerde toe te passen kies je gebedsvol een of meerdere manieren uit waarop jij Enos’ voorbeeld kunt volgen. Kies een van de volgende uitspraken en vul die aan in je Schriftendagboek:
1. Net als Enos verlang ik ernaar om vergeving van mijn zonden te ontvangen. Ik laat de Heer zien dat mijn verlangen oprecht is door …
2. Net als Enos verlang ik ernaar om mijn familieleden en vrienden te helpen tot Jezus Christus te komen. De persoon die ik ga proberen te helpen is (naam van de persoon). Ik ga deze persoon helpen door …
3. Enos bad voor de Lamanieten, die men als vijanden beschouwde. Net als Enos wil ik de liefde van de Heer tonen aan mensen die onvriendelijk tegen me zijn. Ik ga dat onder meer doen door …

Probeer daadwerkelijk te doen wat je in je Schriftendagboek hebt opgeschreven. Naarmate je geloof in de verzoening van Jezus Christus oefent en je bekeert, zul je vergeving, vreugde en een toenemend verlangen om anderen te helpen ervaren.

Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

Ik heb Enos 1 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: