Unit 16: Dag 1

Alma 11

Inleiding

Amulek redetwistte met de rechtsgeleerde Zeëzrom. Hij wilde Amulek ertoe bewegen de ware en levende God te verloochenen. Amulek verdedigde zijn geloof terwijl Zeëzrom hem in een valstrik probeerde te vangen. Hij getuigde dat de verlossing van zonde alleen door Jezus Christus mogelijk wordt gemaakt. Amulek getuigde krachtig dat de gehele mensheid op zal staan en door God zal worden geoordeeld. Door de verzoening van de Heiland zul je opstaan en zul je ooit voor God staan en verantwoording moeten afleggen voor je leven hier op aarde.

Alma 11:1–25

Amulek weerstaat Zeëzrom als die hem ertoe verleidt om het bestaan van God te ontkennen

Denk aan een bezit waar je veel waarde aan hecht en dat je nooit zult verkopen. Denk erover na waarom je er zoveel waarde aan hecht. In Alma 11 zetten Alma en Amulek hun prediking tot het volk van Ammonihah voort. Amulek kreeg met een goddeloze rechtsgeleerde met de naam Zeëzrom te maken. Zeëzrom bood Amulek geld in ruil voor iets wat zeer waardevol was voor Amulek. De Schriften beschrijven Zeëzrom als ‘iemand die zeer bedreven was in de listen van de duivel’ (Alma 11:21). Dit houdt in dat hij had geleerd om dezelfde strategieën, plannen, verleidingen en trucs te gebruiken die Satan gebruikt om ons van rechtschapenheid en de waarheid weg te lokken.

Zoek in Alma 11:21–22 naar het bedrag dat Amulek door Zeëzrom werd geboden en wat Amulek daar voor moest doen. Een ‘onti’ was een Nephitisch zilverstuk met de meeste waarde (zie Alma 11:6, 11–13). Eén onti stond ongeveer gelijk aan een weeksalaris van een rechter (zie Alma 11:3).

Beantwoord de volgende vragen:

• Wanneer heb je gezien dat iemand de verlokkingen van de wereld, zoals Amulek die ondervond, terzijde legde?

• Hoe heeft dit je geïnspireerd om getrouw te zijn?

Lees in Alma 11:23–25 wat Amuleks reactie op Zeëzroms aanbod was. Beantwoord daarna de volgende vragen in je cursistenboek:

• Waarom was Amulek volgens jou niet in Zeëzroms aanbod geïnteresseerd?

• Wat was Zeëzrom volgens Alma 11:25 van plan met zijn aanbod van zes onti?

• In welk opzicht lijkt dat op wat Satan doet wanneer mensen aan verleidingen toegeven?

1. Doe de volgende opdrachten in je Schriftendagboek:

   1. Lees Alma 11:22 om vast te stellen hoe Amulek Zeëzroms aanbod kon weerstaan, en vul de volgende zin aan: ‘Ik zal niets dat tegen de Geest des Heren is.’ Noteer vervolgens drie of vier andere woorden die je op de lege plek kunt invullen om de uitspraak waar te maken (denk bijvoorbeeld aan doen, lezen, dragen, bekijken en schrijven).

   2. Noteer op basis van Alma 11:22 een uitspraak die je herinnert aan hoe jij met behulp van de Heilige Geest verleidingen kunt overwinnen. Je antwoord dient in je eigen woorden de waarheid te omvatten dat we verleidingen kunnen overwinnen als wij ons op de Heilige Geest verlaten.

Onderbreek je studie even en overweeg de volgende vraag: Hoe kan een leefwijze waardoor ik gevoelig ben voor de Heilige Geest en gehoor geef aan zijn ingevingen mij helpen om verleidingen te overwinnen?

Lees de volgende raad van president Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen om te ontdekken hoe we verleidingen kunnen overwinnen door ons op de Heilige Geest te verlaten:

‘Als je vervalt tot ongeoorloofd gedrag, of als je omgaat met mensen die je in de verkeerde richting trekken, dan is het tijd om je onafhankelijkheid, je keuzevrijheid, te laten gelden. Luister naar de stem van de Geest, dan word je niet op een dwaalspoor gebracht. […]

‘[…] Als dienstknecht van de Heer beloof ik dat je beschermd en afgeschermd zult worden van de aanvallen van de tegenstander als je gehoor geeft aan de ingevingen van de Heilige Geest.’ (‘Raad aan jongeren’, Liahona, november 2011, p. 18.)

2. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek om te overwegen hoe je het geleerde verder kunt toepassen:

   1. In welke situaties kunnen jongeren worden verleid om hun getuigenis voor de dingen van de wereld terzijde te schuiven of te negeren?

   2. Welke raad kun je aan een klasgenoot geven om hem of haar te helpen bij dergelijke verleidingen op de Heilige Geest te vertrouwen?

Pas het geleerde toe door de volgende keer dat je wordt verleid om je overtuigingen of normen aan de kant te zetten aan Amuleks voorbeeld te denken. Vergeet niet dat je je zekerder voelt wanneer je waardig leeft en de influisteringen van de Heilige Geest opvolgt.

Toepassing

Als iemand evangeliekennis opdoet maar er niet naar handelt of die kennis niet toepast, is het leerproces niet compleet en zou de Geest kunnen ophouden op die persoon in te werken. Er is sprake van toepassing als je in je hart en verstand de dingen aanvaardt die je hebt geleerd en die waarheid vervolgens in praktijk brengt.

Alma 11:26–40

Amulek getuigt van de Zoon van God en overwint Zeëzroms pogingen om zijn woorden ongeloofwaardig te maken

Zeëzrom viel Amulek op zijn geloof in Jezus Christus aan. Denk aan een keer waarbij iemand je overtuigingen in twijfel trok, zodat je je nog beter voor kunt stellen hoe het was toen Zeëzrom er niet in slaagde om Amulek het bestaan van God te laten ontkennen. Lees de dialoog tussen Amulek en Zeëzrom in Alma 11:26–34 en let op hoe Zeëzrom Amuleks woorden in Alma 11:35 verdraaide.

Lees in Alma 11:36–37 hoe Amulek deze leugen corrigeerde. Je kunt voetnoot 34a in je Schriften markeren en Helaman 5:10–11 lezen. Leg vervolgens in je eigen woorden het verschil uit tussen ‘in onze zonden’ en ‘van onze zonden’ gered worden (cursivering toegevoegd):

Lees Alma 11:40 en stel de eerste stap vast die mensen volgens Amulek moeten zetten om van hun zonden gered te worden. Er zijn mensen die beweren in Jezus Christus te geloven, maar hun gedrag niet willen veranderen. In de naam van Jezus Christus geloven houdt in dat we geloof in Hem hebben.

Lees het volgende citaat van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium om beter te begrijpen hoe ‘in zijn naam geloven’ (geloof in Jezus Christus hebben) tot bekering leidt: ‘We hebben groot geloof in Christus nodig om ons te kunnen bekeren. Ons geloof moet “een juist begrip van [Gods] karakter, volmaaktheden en eigenschappen” omvatten. (Lectures on Faith [1985], p. 38.) Als we geloven dat God alwetend, liefdevol en barmhartig is, zullen we wat ons eeuwig heil betreft onomstotelijk op Hem vertrouwen. Geloof in Christus zal onze gedachten, overtuigingen en gedragingen die niet met de wil van God overeenkomen, veranderen.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, p. 100.)

Hoe heeft jouw geloof in Jezus Christus je gemotiveerd om je gedachten, overtuigingen en gedrag te veranderen?

3. Waarom moet iemand geloof in Jezus Christus hebben om zich te bekeren? Maak gebruik van wat je van Amulek en president Uchtdorf hebt geleerd en schrijf in je Schriftendagboek op hoe je het volgende beginsel uit zou leggen: Waar geloof in Jezus Christus is het begin van het verlossingsproces van onze zonden.

Alma 11:41–46

Amulek onderwijst in de opstanding en het oordeel van de gehele mensheid

Overweeg de volgende vraag voordat je het slot van Amuleks getuigenis aan Zeëzrom leest: Hoe worden iemands daden mogelijk beïnvloed als hij of zij niet in het leven na de dood gelooft?

4. Noteer de woorden Opstanding en Oordeel boven twee kolommen in je Schriftendagboek. Bestudeer vervolgens Alma 11:41–45 en zoek naar zoveel mogelijk informatie over de opstanding en het oordeel. Zet die informatie onder de kopjes. Je kunt bovenaan de pagina in je Schriften of in je Schriftendagboek het volgende schrijven: Door de verzoening van Jezus Christus zullen alle mensen uit de dood opstaan en naar hun werken worden geoordeeld. Deze verzen leren ons ook dat de opstanding de hereniging is van de geest met het lichaam in ‘hun volmaakte gedaante’ en ‘hun eigen gestalte’, om nooit meer gescheiden te worden (zie Alma 11:43, 45).

5. Beantwoord een of beide van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Wat voor gevoel krijg je als je aan de opstanding en het oordeel denkt?

   2. Welke invloed heeft je geloof in de opstanding en het oordeel op je dagelijkse doen en laten?

6. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb Alma 11 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: