Unit 9: Dag 1
2 Nephi 32
Inleiding
Nadat Nephi over het ‘enge en smalle pad dat tot het eeuwige leven voert’ (2 Nephi 31:18) had gesproken, merkte hij dat de mensen zich afvroegen wat ze moesten doen als ze zich eenmaal op dat pad bevonden. Hij beantwoordde hun vragen en moedigde ze als volgt aan: ‘Vergast u aan de woorden van Christus’, en zei ook dat men ‘altijd moet bidden’ (2 Nephi 32:3, 9). Hij gaf ze de verzekering dat de Heilige Geest ze dan zou laten weten wat ze behoorden te doen.
2 Nephi 32:1–7
Nephi geeft ons de raad goddelijke leiding te zoeken door middel van de woorden van Jezus Christus
Denk terug aan een keer dat iemand je een routebeschrijving gaf. Was het moeilijk of gemakkelijk om deze aanwijzingen te begrijpen? Waarom is het belangrijk om duidelijke aanwijzingen te krijgen?
In de vorige les heb je de aanwijzingen van Nephi aan zijn volk bestudeerd. Na het geven van die aanwijzingen zei hij: ‘Dit is de weg’ (2 Nephi 31:21). Neem 2 Nephi 31:17–18 vluchtig door en herlees hoe iemand begint op het pad dat tot het eeuwige leven voert. Lees daarna 2 Nephi 32:1 en zoek een vraag op die na Nephi’s uiteenzetting in het hart van het volk leefde. Beschrijf die vraag in je eigen woorden:
Lees 2 Nephi 32:2–3 en zoek op wat we volgens Nephi moeten doen nadat we het pad hebben betreden. Het is nuttig om te weten dat het spreken met de tong van engelen volgens president Boyd K. Packer, president van het Quorum der Twaalf Apostelen, ‘gewoon betekent dat u met de macht van de Heilige Geest kunt spreken.’ (‘De gave van de Heilige Geest: wat ieder lid behoort te weten’, Liahona, augustus 2006, p. 22.)
Je zou de zinsnede ‘vergast u aan de woorden van Christus’ in 2 Nephi 32:3 kunnen markeren. (Dit vers is een kerntekst.) Nephi gebruikte de zinsnede ‘de woorden van Christus’ om de door de Heilige Geest geïnspireerde leringen te beschrijven. Noteer enkele manieren waarop en plaatsen waar je door de Heilige Geest geïnspireerde leringen kunt lezen, horen of ontvangen.
De woorden van Christus omvatten de Schriften en de woorden van hedendaagse profeten. Lees de volgende citaten om je te laten nadenken wat het betekent om ‘u [te vergasten] aan de woorden van Christus’:
Ouderling Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Verheugen houdt meer in dan ervan proeven. Ons erin verheugen houdt in dat we ervan genieten. We genieten van de Schriften door ze te bestuderen in een geest van verrukt ontdekken en getrouw gehoorzamen. Wanneer wij ons verheugen in de woorden van Christus, […] worden ze een integraal deel van onze aard.’ (‘Geleid door de Schriften’, Liahona, januari 2001, p. 21.)
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Om ons aan Christus’ woorden te vergasten, moeten u en ik de Schriften bestuderen en zijn woorden in ons opnemen door ze te overpeinzen en al onze gedachten en handelingen erop te baseren.’ (Zie ‘Lichaam en ziel genezen’, De Ster, januari 1999, p. 16.)
-
Schrijf in je Schriftendagboek in je eigen woorden op wat het volgens jou betekent om je te vergasten aan de woorden van Christus.
Denk na over het verschil tussen de woorden vergasten, een tussendoortje, en honger lijden. Denk erover na hoe sommige minder effectieve manieren om de woorden van Christus te bestuderen vergeleken kunnen worden met een tussendoortje nemen of met honger lijden.
Vul de rest van het volgende beginsel aan met behulp van 2 Nephi 32:3: Wanneer wij ons vergasten aan de woorden van Christus, zullen de woorden van Christus .
-
Schrijf in je Schriftendagboek over een keer dat je door je aan de woorden van Christus te vergasten wist wat je moest doen of beschrijf een omstandigheid waarin je je nu bevindt waarvoor je veel aan de woorden van Christus kunt hebben.
Vul in het evaluatieoverzicht hieronder in hoe goed jij je aan de woorden van Christus vergast en hoe je verbeteringen zou kunnen aanbrengen. In elk van de volgende voorbeelden noteer je de woorden — vergasten, een tussendoortje nemen, of honger lijden — die het beste beschrijven hoe jij de woorden van Christus tracht te kennen. Je vergast je bijvoorbeeld aan de Schriften bij je persoonlijke Schriftstudie, maar neemt de woorden van Christus tijdens de algemene conferentie als een tussendoortje.
Individuele Schriftstudie:
Avondmaalsdienst:
Algemene conferentie:
Schriftstudie in gezinsverband:
Seminarie:
Gezinsavond:
Vergadering van Aäronische-priesterschapsquorum of jongevrouwenklas:
Zondagsschool:
Persoonlijk gebed:
-
Kies een van de activiteiten waarbij je momenteel ‘een tussendoortje nemen’ of ‘honger lijden’ hebt genoteerd. Noteer in je Schriftendagboek hoe je je op dat moment meer aan de woorden van Christus kunt vergasten. Ga er dan mee aan de slag.
Lees 2 Nephi 32:4–7 en denk na over antwoorden op de volgende vragen (je noteert je antwoord op een van de vragen in opdracht 4):
-
Wat denk je dat ‘vraagt’ of ‘klopt’ in vers 4 betekent? Hoe is het gebed een goed voorbeeld van vragen of kloppen?
-
Wat zijn volgens Nephi in vers 4 de gevolgen voor hen die niet vragen of kloppen?
-
Welke beloofde zegeningen staan ons volgens Nephi in vers 5 te wachten als we de Heilige Geest ontvangen?
-
Welke houding had het volk van Nephi in vers 7 waar Nephi om treurde? Waarom houdt volgens jou deze houding mensen weg van het zoeken naar en het begrijpen van ‘grote kennis’?
-
Noteer in je Schriftendagboek één waarheid die je geleerd hebt uit 2 Nephi 32:4–7, en leg uit waarom deze waarheid belangrijk is in jouw leven.
Tekstenbeheersing — 2 Nephi 32:3
-
Hoe lang zou je er denk je over doen om 2 Nephi 32:3 uit het hoofd te leren als je de tekst bij elke maaltijd zou opzeggen? Schrijf het vers op een kaartje en draag dat bij je. Vergast je de komende dagen aan de woorden van Christus door voor en na elke maaltijd 2 Nephi 32:3 uit het hoofd te leren. Schrijf in je Schriftendagboek op hoeveel maaltijden het duurde om de tekst uit het hoofd te leren.
2 Nephi 32:8–9
Nephi geeft ons de raad om altijd te bidden
Veel mensen zeggen dat ze niet tot onze hemelse Vader willen bidden nadat ze hebben gezondigd. Waarom zou dat zo zijn denk je? Wie wil niet dat je bidt, met name nadat je gezondigd hebt? Waarom? Zoek in 2 Nephi 32:8 op wat de Heilige Geest ons leert omtrent het gebed. Denk na over de volgende vragen: Waarom zou de Heer je aansporen om te bidden? Waarom zou Satan niet willen dat we bidden?
Lees 2 Nephi 32:9 en zoek op hoe vaak we moeten bidden en wat de beloofde zegeningen zijn als we bidden. Bij het lezen van dit vers is het misschien nuttig te weten dat heiligen zich wijden aan God dienen of heilig maken betekent.
Uit 2 Nephi 32:9 leren we dit beginsel: Als wij altijd bidden, kunnen wij alles doen wat de Heer van ons verlangt voor het welzijn van onze ziel. (2 Nephi 32:8,–9 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)
Overpeins wat het inhoudt om altijd te bidden. Onderstreep bij het lezen van de volgende uitspraak van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen enkele manieren waarop we het gebod om altijd te bidden op kunnen volgen:
‘Er zijn vele dingen in ons karakter, in ons gedrag of aangaande onze geestelijke groei waarover we onze hemelse Vader in ons ochtendgebed moeten raadplegen. Na het uiten van onze gepaste dankbaarheid voor ontvangen zegeningen, smeken we om inzicht, leiding en hulp om de dingen te doen die we niet op eigen kracht alleen kunnen doen. […]
‘Gedurende de dag hebben we steeds een gebed in ons hart voor blijvende steun en leiding. […]
‘Op die dag zullen we merken dat er situaties zijn waarin we doorgaans geneigd zijn om fel te reageren, maar dat niet doen; of dat we snel boos worden, maar deze keer niet. We merken dat we hulp en kracht van boven krijgen en onderkennen nederig de antwoorden op onze gebeden. En op dat moment van erkenning geven we in stil gebed blijk van onze dankbaarheid.
‘Aan het eind van onze dag gaan we weer op onze knieën en brengen we verslag uit aan onze Vader. We nemen de gebeurtenissen van de dag door en uiten onze oprechte dankbaarheid voor de zegeningen en de hulp die we hebben ontvangen. We bekeren ons en stellen met de leiding van de Geest van de Heer vast hoe we ons de volgende dag kunnen verbeteren. Zo bouwen we in ons avondgebed voort op ons ochtendgebed. En zo is ons avondgebed ook een voorbereiding op een zinvol ochtendgebed.
‘Ochtend- en avondgebeden — en alle gebeden daartussen — staan niet los van elkaar; ze zijn juist aan elkaar gekoppeld, elke dag en over meerdere dagen, weken, maanden en zelfs jaren. Zo geven we ten dele ook gehoor aan de Schriftuurlijke aansporing om ‘altijd te bidden’ (zie Lucas 21:36; 3 Nephi 18:15, 18; LV 31:12). Dergelijke zinvolle gebeden maken het mogelijk de grootste zegeningen te ontvangen die God aan zijn getrouwe kinderen heeft beloofd.’ (‘Bid altijd’, Liahona, november 2008, pp. 41–42.)
-
Noteer in je Schriftendagboek hoe je baat kunt hebben bij het opvolgen van ouderling Bednars instructies om altijd te bidden.
Lees ter afronding van deze les het volgende getuigenis van ouderling Spencer J. Condie, toentertijd zeventiger, omtrent het vergasten aan de woorden van Christus: ‘Misschien sta je voor beslissingen betreffende een zending, je toekomstige carrière en, uiteindelijk, je huwelijk. Als je de Schriften leest en om leiding bidt, zie je het antwoord misschien niet echt in de vorm van gedrukte woorden op de bladzijde, maar als je leest, zul je duidelijke indrukken ontvangen, en ingevingen, en, zoals beloofd, zal de Heilige Geest je “alle dingen tonen die [je] behoort te doen” [2 Nephi 32:5].’ (‘Weldoeners voor onze medemensen’, Liahona, juli 2002, p. 50.)
Tekstenbeheersing — 2 Nephi 32:8–9
-
Probeer in de komende 24 uur toe te passen wat je geleerd hebt over altijd bidden. Aan het begin van de volgende les wordt je gevraagd over je gedachten en gevoelens omtrent deze ervaring te vertellen. Noteer in je Schriftendagboek hoe het streven om altijd te bidden van invloed op je gebed kan zijn.
-
Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:
Ik heb 2 Nephi 32 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).
Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: