Seminarie
Enos


Inleiding tot Enos

Waarom bestuderen we dit boek?

Het boek Enos illustreert de kracht van de verzoening van Jezus Christus om mensen van zonde te reinigen en ze te genezen. Enos worstelde in machtig gebed voor God voordat hij vergeving van zijn zonden ontving. Vervolgens bad hij voor het geestelijke welzijn van de Nephieten en de Lamanieten. Hij spande zich de rest van zijn hele leven in voor hun eeuwig heil. Bij het bestuderen van het boek Enos zul je belangrijke lessen leren over gebed, bekering en openbaring. Je gaat tevens inzien dat iemand die de zegeningen van de verzoening ontvangt het verlangen krijgt om anderen die zegeningen ook te laten ervaren.

Wie heeft dit boek geschreven?

Enos, een zoon van Jakob en kleinzoon van Lehi en Sariah, heeft dit boek geschreven. Enos tekende op dat zijn vader hem had onderwezen ‘in de lering en terechtwijzing des Heren’ (Enos 1:1). Aan het einde van zijn leven schreef Enos dat hij al zijn dagen ‘de waarheid die in Christus is’ had verkondigd (Enos 1:26). Vóór zijn dood gaf Enos de kleine platen van Nephi door aan zijn zoon Jarom. Enos sloot zijn kroniek af met de woorden dat hij zich verheugde op de dag dat hij voor zijn Verlosser zou staan. Hij verklaarde: ‘Dan zal ik zijn aangezicht met welbehagen aanschouwen, en Hij zal tot mij zeggen: Kom tot Mij, gij gezegende, er is een plaats voor u bereid in de woningen van mijn Vader’ (Enos 1:27).

Wanneer en waar is het geschreven?

Enos sloot zijn kroniek af met de verklaring dat er 179 jaar was verstreken sinds Lehi Jeruzalem had verlaten (zie Enos 1:25). Hij schreef dus tussen ongeveer 544 v.C. (toen Jakob zijn kroniek beëindigde) en 420 v.C. Enos hield deze kroniek bij terwijl hij in het land Nephi woonde.

Afdrukken