Seminarie
Unit 28: Dag 3, Mormon 3–6


Unit 28: Dag 3

Mormon 3–6

Inleiding

Nadat ze hun landen op de Lamanieten heroverd hadden, bereidden de Nephieten zich wederom voor om slag te leveren. Mormon smeekte de Nephieten om zich te bekeren. In plaats daarvan roemden zij in hun eigen kracht en zwoeren dat zij omwille van hun gevallen broeders wraak zouden nemen. Omdat de Heer zijn volk had verboden wraak te nemen, weigerde Mormon het Nephitische leger aan te voeren en werden zij verslagen. Daar de Nephieten in hun goddeloosheid volhardden, stortte God zijn oordelen over hen uit en begonnen de Lamanieten hen van de aarde weg te vagen. Uiteindelijk keerde Mormon terug om de Nephieten in de strijd te leiden, maar omdat zij weigerden zich te bekeren, werden zij door de Lamanieten afgemaakt. Mormon betreurde hun val en onwil om tot Jezus Christus terug te keren. Hij profeteerde dat de kroniek van het volk in de laatste dagen tevoorschijn zou komen, en hij spoorde de lezers aan zich te bekeren en voor te bereiden op hun eigen oordeel door God.

Mormon 3–4

Wegens hun toename in goddeloosheid weigert Mormon de Nephitische legers aan te voeren, en de Lamanieten beginnen hen van de aarde weg te vagen

Heb je weleens gemerkt dat de Heer je aanmoedigde om iets in je leven te veranderen? Denk je dat hij je heeft aangemoedigd of geholpen om iets in je leven te veranderen en dat jij het niet besefte?

In de tijd van Mormon beseften of waardeerden de Nephieten vaak niet hoe de Heer invloed had op hun strijd tegen de Lamanieten. Nadat de Nephieten een verdrag met de Lamanieten en de rovers van Gadianton hadden gesloten, liet de Heer hen tien jaar zonder oorlog leven. In die jaren bereidden zij zich stoffelijk voor op toekomstige aanvallen (zie Mormon 2:28; 3:1).

Lees Mormon 3:2–3 en zoek naar een belangrijkere manier waarop de Heer wilde dat de Nephieten zich op de aanvallen van de Lamanieten voorbereidden. Hoe reageerden de Nephieten? Waarom had de Heer de Nephieten volgens Mormon 3:3 in hun recente veldslagen ondanks hun goddeloosheid toch gespaard?

In Mormon 3:4–8 staat dat de Heer de Nephieten nog tweemaal beschermde gedurende de strijd. Een leerstelling die we van de omgang van de Heer met de goddeloze Nephitische natie kunnen leren is dat de Heer in zijn barmhartigheid ons voldoende kansen geeft om ons van onze zonden te bekeren. Deze kansen zijn het bewijs van Gods geduld en liefde en van zijn verlangen dat al zijn kinderen op zo’n manier leven dat zij in aanmerking komen voor de volledige zegeningen van de verzoening.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek (je kunt ze in je eigen dagboek beantwoorden als je antwoorden te heilig of te persoonlijk zijn):

    1. Op welke manier heeft de Heer je aangemoedigd om je te bekeren en je kansen gegeven om dat te doen? Wat kun je hieruit over zijn karakter leren?

    2. Wat kun jij doen om je hart niet tegen deze aanmoediging te verstokken of die te negeren zoals de Nephieten dat deden in Mormon 3:3?

Kansen en uitnodigingen van de Heer om veranderingen in je leven aan te brengen komen vaker dan je misschien beseft. Ze kunnen bijvoorbeeld komen terwijl je van het avondmaal neemt of wanneer je een ingeving van de Heilige Geest krijgt om je te verbeteren of anderen te dienen. Als je naar deze kansen zoekt en direct veranderingen aanbrengt, zul je de verlossende macht van de Heer in je leven uitnodigen. Lees Mormon 3:9–10 om inzicht te krijgen in de weerstand van de Nephieten tegen de pogingen van de Heer om hen te helpen. Zoek vervolgens op hoe zij reageerden op hun diverse overwinningen op de Lamanieten.

Hoe reageerden de Nephieten na hun overwinningen op de Lamanieten? Lees Mormon 3:11–13 en let op Mormons reactie op de eed van het leger om wraak te nemen.

Mormon had de Nephitische legers meer dan dertig jaar aangevoerd, ondanks hun onverholen goddeloosheid. Wat leren wij van Mormons weigering om het leger op dat tijdstip aan te voeren over hoe erg het is om wraak te willen nemen?

Lees Mormon 3:14–16 en markeer zinsneden waarin wordt weergegeven wat de Heer Mormon over wraak leerde. Een waarheid die we uit deze verzen kunnen leren is dat de Heer ons verbiedt om wraak te nemen.

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Heb je ooit wraak op iemand willen nemen of iemand terug willen pakken voor iets wat die persoon je had aangedaan? Waarom zou dit een gevaarlijke of slechte reactie zijn? Wie zou de meeste schade overhouden aan je wraakgevoelens?

    2. Waarom zouden we het oordeel en wraak in handen van de Heer moeten laten in plaats van het heft in eigen handen te nemen?

Hoewel we weten dat we wraakgevoelens of verlangens ernaar opzij moeten zetten, kan het soms moeilijk zijn om met deze gevoelens om te gaan wanneer ze ontstaan. Onderstreep tijdens het lezen van de volgende raad van president James E. Faust van het Eerste Presidium zinsneden die jou laten weten wat je kunt doen om wraakgevoelens te boven te komen:

Afbeelding
President James E. Faust

‘Wij moeten boze gevoelens herkennen en erkennen. Dat vereist nederigheid, maar als we op onze knieën gaan en onze hemelse Vader vragen om vergevensgezindheid, zal Hij ons helpen. De Heer eist voor ons eigen welzijn van ons dat wij “alle mensen […] vergeven” [LV 64:10] omdat “haat geestelijke groei tegenhoudt” [Orson F. Whitney, Gospel Themes (1914), p. 144]. Alleen als wij ons van haat en verbittering kunnen ontdoen, kan de Heer ons hart troost geven. […]

‘[…] Als er zich tragische voorvallen voordoen, moeten we daar niet op reageren met wraakacties, maar moeten we het recht op zijn beloop laten en de kwestie vervolgens loslaten. Het is niet makkelijk om los te laten en ons hart van voortwoekerende wrok te ontdoen. De Heiland heeft ons allen door zijn verzoening een heerlijk soort gemoedsrust geboden, maar die kunnen we alleen krijgen als we bereid zijn om negatieve gevoelens van boosheid, wrok en haat opzij te zetten. Voor allen onder ons die vergeven wie ‘overtredingen tegen ons hebben begaan’ [Bijbelvertaling van Joseph Smith, Matteüs 6:13], zelfs ernstige misdaden, brengt de verzoening rust en vrede.’ (‘De genezende kracht van vergiffenis’, Liahona, mei 2007, p. 69.)

Denk erover na hoe jij deze raad om je van wrok, boosheid of onvriendelijke gevoelens jegens anderen te ontdoen, kunt toepassen.

Nadat Mormon had geweigerd om de Nephitische legers aan te voeren, besteedde hij zijn aandacht aan het schrijven tot hen die zijn woorden in de laatste dagen zouden lezen. Hij wilde dat een ieder van ons zich zou bekeren en zich zou voorbereiden om ‘voor de rechterstoel van Christus te staan’ (zie Mormon 3:18–22).

Lees in Mormon 4:1–2 wat er met het Nephitische leger gebeurde toen het wraak wilde nemen op de Lamanieten. Lees in Mormon 4:4 waarom de Nephitische legers niet zegevierden. Lees Mormon 4:5 en let op waarheden over de gevolgen als mensen in goddeloosheid volharden. Wat zijn je bevindingen?

Een waarheid is dat de oordelen van God over de goddelozen zullen komen. ‘De goddelozen worden door de goddelozen gestraft’ (Mormon 4:5). De goddelozen verwerpen Gods hulp en weigeren zijn goddelijke bescherming te zoeken. Lees Mormon 4:11–14, 18 en let op hoe de oordelen van God over de Nephieten werden uitgestort.

  1. Beantwoord in je Schriftendagboek de volgende vragen:

    1. Wat is naar jouw mening het trieste aan de situatie van de Nephieten in Mormon 3–4?

    2. Hoe staan de leerstellingen of waarheden die je vandaag hebt bestudeerd in verband met elkaar? (Denk na over het verband tussen bekering, wraak en het oordeel van God.)

Overweeg wat de Heiland van jou verlangt om deze waarheden toe te passen.

Mormon 5–6

Mormon besluit om het Nephitische leger wederom aan te voeren, maar de Lamanieten hebben de overhand; Mormon rouwt over de vernietiging van zijn volk

Is er een verschil tussen het verdriet dat gepaard gaat met de dood van iemand die rechtvaardig heeft geleefd en iemand die goddeloos heeft geleefd? Wat is volgens jou het verschil?

Nadat Mormon dertien jaar lang had geweigerd om de Nephitische legers aan te voeren, nam hij die taak weer op zich. Hij voerde hen echter zonder hoop aan omdat het volk zich niet wilde bekeren en de Heer niet om hulp wilde aanroepen. Nadat de Nephieten een aantal Lamanitische aanvallen wisten te weerstaan, vluchtten zij. Wie niet snel genoeg konden vluchten, werden vernietigd. Mormon schreef de koning van de Lamanieten een brief waarin hij tijd vroeg om de Nephieten voor een laatste veldslag bijeen te vergaderen (zie Mormon 5:1–7; 6:1–6).

Lees Mormon 6:7–11 en probeer je in Mormons verdriet in te leven toen hij getuige was van de vernietiging van zijn volk. Waarom zou de dood beangstigend zijn voor wie in goddeloosheid leven?

  1. Lees Mormon 6:16–22 en beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Waarom sporen profeten, leid(st)ers en ouders ons zo met klem aan om ons te bekeren?

    2. Hoe kan de hoop op de omarming van de Heer je tot bekering aanzetten? (zie Mormon 6:17).

Denk erover na of er momenteel iets is waarvan je je volgens de Heer moet bekeren. Je kunt dit in je dagboek opschrijven en een doel stellen om dit te bereiken.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Mormon 3–6 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken