3 Nephi 24–26

Inleiding

In 3 Nephi 24–25 vervulde Jezus Christus het gebod van onze hemelse Vader om het volk enkele profetieën van Maleachi te geven. Maleachi zei dat het huis van Israël zich moest bekeren en tot de Heer terug moest keren ter voorbereiding op de komst van de Heiland. In 3 Nephi 26:3 staat dat Jezus Christus alle dingen aan de Nephieten uitlegde, ‘ja, vanaf het begin tot het tijdstip dat Hij in zijn heerlijkheid zou komen’. Mormon zei vervolgens dat aan wie het Boek van Mormon geloven nog grotere dingen zullen worden geopenbaard (zie 3 Nephi 26:9).

3 Nephi 24:1–6

Jezus Christus haalt de woorden van Maleachi aangaande de wederkomst aan

Toen Jezus Christus enkele profetieën van Maleachi aanhaalde, verwees hij naar het zinnebeeld van vuur en loog (of zeep). Stel je een brandend vuur en een stuk zeep voor. Denk erover na welke overeenkomst deze twee dingen hebben als reinigingsmiddel.

Lees 3 Nephi 24:2–3. In 3 Nephi 24:2 wordt Jezus Christus vergeleken met het vuur van de smelter en het loog van de bleker vanwege de dingen die Hij bij zijn wederkomst zal doen. In 3 Nephi 24:3 wordt Hij met een zilversmid vergeleken, die zilver reinigt. Om deze verzen te begrijpen is het nuttig om te weten dat een zilversmid bij het zuiveringsproces een stuk zilver in het heetste gedeelte van het vuur moet houden om de onzuiverheden weg te branden. De smelter moet het zilver goed in de gaten houden, want als het zilver net iets te lang in de vlammen wordt gehouden, gaat het kapot. Een bleker is iemand die textiel reinigt of bleekt met behulp van loog of zeep. De ‘zonen van Levi’ waren zij die in het oude Israël het priesterschap droegen. Deze term kan tegenwoordig op het hele volk van de Heer van toepassing zijn.

Denk erover na wat deze symboliek aangeeft over wat er bij de wederkomst van Jezus Christus zal plaatsvinden. Je kunt in je Schriften naast 3 Nephi 24:2–3 het volgende noteren: Bij zijn wederkomst zal Jezus Christus zijn volk reinigen.

Lees 3 Nephi 24:5–6 en zoek op wie er wel en niet bij de komst van de Heiland worden vernietigd. (Let erop dat in deze passage de zinsnede ‘zonen van Jakob’ verwijst naar het verbondsvolk van de Heer in het huis van Israël.) Uit deze verzen komt het volgende beginsel naar voren: Jezus Christus zal de goddelozen veroordelen bij zijn wederkomst.

Noteer het volgende kopje in je Schriftendagboek: Wat ik moet doen om me op de wederkomst van Jezus Christus voor te bereiden. Noteer tijdens het bestuderen van 3 Nephi 24–26 onder dit kopje wat je leert met betrekking tot je voorbereiding op de wederkomst van Jezus Christus.

3 Nephi 24:7–18

Maleachi leert het huis van Israël hoe het tot de Heer kan terugkeren

Stel je voor dat een goede vriend(in) of familielid zich niet echt druk maakt over het feit dat zijn of haar daden van invloed zijn op het oordeel, de wederkomst of de eeuwigheid. Denk erover na wat je zou zeggen om deze persoon te helpen. Lees in 3 Nephi 24:7 wat de Heer tegen de zonen van Jakob zei die van Hem waren afgeweken. Wat zou het betekenen dat de mensen van de verordeningen van de Heer waren ‘afgeweken’?

Naar kerkelijke begrippen is een verordening een heilige, formele handeling die met het gezag van het priesterschap wordt verricht. Sommige verordeningen zijn van wezenlijk belang voor onze verhoging. Die worden de ‘heilsverordeningen’ genoemd en omvatten de doop, de bevestiging, de ordening in het Melchizedeks priesterschap (voor mannen), de begiftiging in de tempel en de huwelijksverzegeling. Met elk van die verordeningen gaan we plechtige verbonden met God aan. Je kunt de heilsverordeningen onder het kopje bij opdracht 1 noteren. Denk erover na hoe deze verordeningen ons voorbereiden op de wederkomst.

Hoewel het volk van de Heer van de verordeningen en verbonden van het evangelie was afgeweken, kregen zij in 3 Nephi 24:7 een belofte. Deze belofte zou in vervulling gaan als zij tot de Heer terug zouden keren. Je kunt deze belofte in je Schriften markeren om je eraan te herinneren dat de Heer tot ons terug zal keren als wij tot Hem terugkeren.

Lees 3 Nephi 24:8–10 en zoek op wat de zonen van Jakob volgens de Heer konden doen om tot Hem terug te keren en zich zo op de wederkomst voor te bereiden. Je kunt tiende en offergaven onder het kopje bij opdracht 1 noteren.

Lees de volgende raad van president Gordon B. Hinckley over tiende: ‘Wij kunnen onze tiende betalen. Tiende is niet zozeer een kwestie van geld, maar van geloof.’ (‘Let Us Move This Work Forward’, Ensign, november 1985, p. 85.)

Overweeg in hoeverre uit je bereidheid om tiende en offergaven aan de Heer te geven, je geloof in Hem blijkt. Lees 3 Nephi 24:10–12 en let op de zegeningen voor wie een volledige en eerlijke tiende betalen.

Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:
1. Welke zegeningen heb je ontvangen door gehoorzaamheid aan de wet van tiende?
2. In welke opzichten heeft je gehoorzaamheid aan de wet van tiende en offergaven je geholpen om je geestelijk op de wederkomst voor te bereiden?

Sommige mensen in het oude Israël mopperden dat het onderhouden van de geboden van de Heer hun niets goeds had opgeleverd. Zij hadden het idee dat hun inspanningen nutteloos waren (zie 3 Nephi 24:14). Aan de andere kant beweerden zij dat de hoogmoedigen en goddelozen ‘gelukkig’ waren, werden ‘gebouwd’ en ‘bevrijd’ (3 Nephi 24:15). Met andere woorden: deze mensen beweerden dat de goddelozen beter af waren dan de rechtvaardigen. De Heer reageerde op deze klachten met de verklaring dat de namen van hen die de Heer vrezen, zijn naam op zich nemen en dikwijls bijeenkomen om met elkaar te spreken, in ‘een gedenkboek’ zouden worden opgeschreven (3 Nephi 24:16). Zij zouden voorbereid zijn op de komst van de Heer en gespaard worden als zijn eigen ‘juwelen’ (zie 3 Nephi 24:16–17). De Heer gaf de klagers de uitdaging om af te wachten en te zien wat het eindresultaat zou zijn wanneer zij konden ‘terugkeren en onderscheiden tussen de rechtvaardige en de goddeloze’ (3 Nephi 24:18). Ze zullen zien dat de rechtvaardigen uiteindelijk veel beter af zijn.

3 Nephi 25

Jezus Christus haalt Maleachi’s profetie aan dat Elia vóór de wederkomst zou terugkeren

Elijah Restoring the Keys of the Sealing Power of the Priesthood

Lees 3 Nephi 25:1–3 en zoek op waarom de wederkomst een zegen zal zijn voor wie Jezus Christus trouw zijn. Het woord wortel in vers 1 duidt op voorouders, het woord tak op nakomelingen. Aldus zullen de goddelozen in het hiernamaals niet de zegeningen van verzegeling aan hun voorouders of hun nakomelingen genieten. De kalveren die ‘opgroeien […] in de stal’ symboliseren kinderen die beschermd zijn, verzorgd worden en al het benodigde hebben terwijl ze opgroeien.

De Heiland vertelde aan de Nephieten wat Maleachi over een gebeurtenis schreef die zou plaatsvinden vóór de wederkomst en waarbij de Oudtestamentische profeet Elia een rol zou spelen. Lees 3 Nephi 25:5–6 en let op wat Elia volgens Maleachi zou doen om de wereld op de komst van de Heer te helpen voorbereiden.

Elia’s terugkeer naar de aarde was een essentieel onderdeel van de herstelling van het evangelie. Op 3 april 1836 verscheen Elia aan Joseph Smith en Oliver Cowdery in de pas ingewijde Kirtlandtempel (zie LV 110). Hij verleende hun de verzegelbevoegdheid van het priesterschap, waardoor het mogelijk werd families van geslacht op geslacht te verzegelen. Wat betekent de zin ‘Hij zal het hart der vaderen terugvoeren tot de kinderen en het hart der kinderen tot hun vaderen’ (3 Nephi 25:6)?

In deze verzen leren we dat wij de aarde op de wederkomst van Jezus Christus helpen voorbereiden als ons hart tot onze vaderen wordt teruggevoerd door familiehistorisch werk en tempelwerk.

Beschrijf in je Schriftendagboek een ervaring die jij of iemand in jullie gezin heeft gehad waardoor je hart tot je voorouders is teruggevoerd. Die ervaring kan een verzegeling in de heilige tempel, familiehistorisch onderzoek of doop voor de doden zijn. Als je geen ervaring kunt bedenken, kun je kort iets schrijven over je verlangen om deel te hebben aan dit werk. (Onder opdracht 1 kun je bijvoorbeeld het volgende noteren: de tempelverordeningen voor jezelf of je familie ontvangen, naar de tempel gaan en familiehistorische informatie verzamelen.)

3 Nephi 26

Wat er nodig is om de grotere dingen te ontvangen die Jezus Christus openbaarde

In 3 Nephi 26:3 lezen we dat de Heiland de Nephieten ‘alle dingen die op het oppervlak der aarde zullen plaatsvinden’ uitlegde. Lees in 3 Nephi 26:6–8 hoeveel van de uiteenzetting van de Heiland in het Boek van Mormon werd opgetekend. Bestudeer 3 Nephi 26:9–11 om erachter te komen waarom Mormon niet alles in het verslag opnam.

De Heer gaf Mormon de instructie om slechts een klein gedeelte van die leringen in het verslag op te nemen om ons geloof te beproeven. In 3 Nephi 26:1–21 leren we dat als wij geloven wat God heeft geopenbaard, wij ons voorbereiden om grotere openbaringen te ontvangen. Waarom zouden we de waarheden moeten geloven die we al ontvangen hebben voordat we nog meer waarheid kunnen ontvangen? (Zie Alma 12:9–11.) Hoe kunnen we laten blijken dat we geloven wat de Heer heeft geopenbaard?

Reageer op de volgende vraag in je Schriftendagboek om het vetgedrukte beginsel toe te passen: Wat doe je zoal in je leven waaruit je geloof in het Boek van Mormon blijkt?

In de rest van 3 Nephi 26 maakte Mormon een samenvatting van de verdere bediening van de Heiland en de invloed ervan op de Nephieten. Lees 3 Nephi 26:13–21 en markeer desgewenst hoe het volk de woorden van Jezus Christus in praktijk bracht.

Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

Ik heb 3 Nephi 24–26 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: