Seminarie
Unit 14: Dag 4, Alma 1–4


Unit 14: Dag 4

Alma 1–4

Inleiding

Kort nadat Alma opperrechter was geworden, begon een man met de naam Nehor valse leerstellingen te verkondigen en priesterlisten onder de Nephieten in te voeren. Hij doodde een rechtschapen man en werd voor zijn misdaden ter dood veroordeeld. Enkele jaren later trachtte Amlici zonder succes koning van de Nephieten te worden. Toen het volk tegen hem als koning stemde, verzamelde hij hen die hem steunden — de Amlicieten — om tegen de Nephieten ten strijde te trekken. De Nephieten hielden stand, maar tienduizenden van het volk kwamen om het leven. Nederig gestemd door de oorlog, herinnerden vele Nephieten zich hun plicht en duizenden werden lid van de kerk. Veel leden van de kerk werden echter binnen een jaar hoogmoedig en begonnen anderen te vervolgen. Alma besloot zijn plichten als opperrechter op te geven en zich te wijden aan het getuigen van het evangelie van Jezus Christus.

Afbeelding
Nehor preaching

Alma 1

Kerkleden worden ondanks de priesterlisten en vervolging voorspoedig

Mensen proberen soms populair te zijn. Denk eens na over de mogelijke gevaren van dit verlangen. Wat gebeurt er als je meer geeft om wat je vrienden van je vinden dan wat God van je vindt?

In Alma 1 werd een man met de naam Nehor zeer populair onder een deel van het volk. Lees Alma 1:2–6 en stel vast wat Nehor predikte en hoe het volk daarop reageerde.

Zoek in de eerste regels van Alma 1:12 naar het woord waarmee Alma beschreef wat Nehor onder de Nephieten invoerde. Bekijk dan voetnoot 12a. Lees 2 Nephi 26:29, de eerste kruisverwijzing waar in de voetnoot naar verwezen wordt, en stel vast wat mensen die priesterlisten gebruiken wel en niet doen.

Er is sprake van priesterlist wanneer mensen ‘valse leerstellingen […] ter wille van rijkdom en eer’ prediken en ‘zichzelf opwerpen als een licht der wereld’ (Alma 1:16; 2 Nephi 26:29). Zij willen met hun prediking niet het koninkrijk Gods opbouwen. Zij willen er hun voordeel mee doen (zoals rijkdom, maatschappelijke gunsten of macht over anderen) en de lof van mensen krijgen. Zij willen de aandacht op zichzelf vestigen, in plaats van op God en zijn evangelie. Priesterlist is een ernstige zonde in Gods ogen. Alma maakte dat duidelijk toen hij tegen Nehor zei: ‘Indien dit volk priesterlist wordt opgedrongen, zou dat hun algehele vernietiging betekenen’ (Alma 1:12).

Toen Nehor probeerde ‘het volk der kerk weg te […] leiden’, weerstond een rechtschapen man met de naam Gideon hem, ‘hem terechtwijzend met de woorden Gods’ (Alma 1:7). Nehor trok daarop zijn zwaard en doodde Gideon. Nehor werd voor zijn misdaden veroordeeld en ter dood gebracht. Lees Alma 1:16 om na te gaan of met Nehors dood ook priesterlisten onder de Nephieten verdwenen.

Lees Alma 1:26–27 en stel manieren vast waarop de Nephitische priesters van God zich anders gedroegen dan Nehor en anderen die priesterlisten gebruikten.

  1. Noteer in je Schriftendagboek hoe de Nephitische priesters zich gedroegen. In welk opzicht verschilde het gedrag van de Nephitische priesters met het gedrag van de mensen die priesterlisten gebruikten?

Toen priesterlisten zich in het land begonnen te verspreiden, begonnen veel mensen de getrouwe leden van de kerk te vervolgen. Denk ter voorbereiding op de rest van Alma 1 na over mensen die anderen pesten, uitlachen of vervolgen omdat zij de geboden van God onderhouden.

Lees Alma 1:19–20 en zoek op waarom sommige mensen leden van de kerk vervolgden. In Alma 1:21–31 staat hoe de kerkleden met de vervolging omgingen. Lees de volgende Schriftteksten en vul het schema in:

Alma 1:21–24

Alma 1:25, 27–31

Hoe reageerden sommige leden op de vervolgingen?

Hoe leefden andere leden van de kerk ondanks de vervolging?

Wat waren de gevolgen van hun daden?

Welke zegeningen ontvingen zij?

Noteer een beginsel dat je geleerd hebt door dit schema te bestuderen:

Je hebt misschien het volgende beginsel gevonden: Als we het evangelie naleven, kunnen we gemoedsrust vinden, ook al worden we vervolgd.

  1. Leg in je Schriftendagboek uit hoe begrip van het bovenstaande evangeliebeginsel je kan helpen bij vervolging of druk om de geboden niet te gehoorzamen. Beantwoord dan een van de volgende vragen:

    1. Wanneer heb je ondanks vervolging of druk om de geboden niet te gehoorzamen, de geboden wel onderhouden. Welke zegeningen heb je daardoor ontvangen?

    2. Hoe ga je op je vijanden reageren?

Alma 2

De Amlicieten en de Lamanieten trekken samen ten strijde tegen de Nephieten

In Alma 2 staan de verdere beproevingen waar de Nephieten mee te maken kregen. Lees in de inleidende tekst boven het hoofdstuk hoe een man met de naam Amlici en zijn volgelingen tegen de Nephieten opstonden. Amlici wilde koning van de Nephieten worden. De Nephieten kozen er echter voor om hem te verwerpen en hun systeem van rechters te behouden. Amlici’s volgelingen verzamelden zich en benoemden hem tot hun koning. Amlici gaf zijn volgelingen de opdracht om oorlog tegen de Nephieten te voeren. Kort daarop sloten de Lamanieten zich bij de Amlicieten aan om tegen de Nephieten ten strijde te trekken.

Omdat de Nephieten trouw aan de Heer waren, hielp de Heer ze in hun strijd tegen de Amlicieten en Lamanieten. Lees Alma 2:18, 28–31, 36 en markeer steeds de woorden versterkt en versterkte. Zoek op hoe de Heer de Nephieten versterkte.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek over een ervaring waarbij je je door de Heer gesterkt voelde omdat je het goede nastreefde.

Alma 3

De Amlicieten verwijderden zich van God

Denk na over de boodschap die sommige mensen proberen uit te stralen door middel van hun kleding, haardracht, oorbellen en andere sieraden, tatoeages en piercings.

Afbeelding
Amlicite marking forehead

Lees Alma 3:4 en stel vast hoe de Amlicieten hun uiterlijk veranderden.

Van wie wilden de Amlicieten zich onderscheiden?

Op wie wilden zij lijken?

Hun verandering van uiterlijk gaf blijk van hun opstandigheid. Mormon herinnerde ons in Alma 3 aan de vloek en het teken dat honderden jaren daarvoor over de Lamanieten was gekomen wegens hun opstandigheid tegen God (zie Alma 3:6–10; zie ook 2 Nephi 5:20–24). De Amlicieten hadden zelf een teken op hun voorhoofd aangebracht. Dit teken diende ongeveer hetzelfde doel als het teken dat de Heer aan de Lamanieten had gesteld.

Markeer de zinsnede in Alma 3:18 die de houding van de Amlicieten jegens God beschrijft. Markeer ook in Alma 3:19 wat de Amlicieten door hun opstandigheid over zichzelf brachten.

Wat leer je uit Alma 3:18–19 over mensen die door de Heer vervloekt zijn? (Mensen die openlijk in opstand komen tegen God brengen een vloek over zichzelf.) Het is belangrijk om te begrijpen dat de vloek een toestand was waarin zij ‘van de tegenwoordigheid des Heren [waren] afgesneden’ (2 Nephi 5:20). Door hun daden verwijderden de Amlicieten zich van God.

We leren uit het voorbeeld van de Amlicieten dat het onze keuze is om ons van God te verwijderen. Zij die ‘in openlijke opstand tegen God [komen]’ (Alma 3:18) snijden zich van God af, of brengen, met andere woorden, een vloek over zichzelf.

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Wat kun jij in tegenstelling tot de Amlicieten nu doen om er zeker van te zijn dat je jezelf niet van God afsnijdt?

In Alma 3:20–25 staat hoe de Nephieten in een andere veldslag de Lamanieten versloegen. Aan beide kanten kwamen echter veel mensen om het leven. Lees Alma 3:26–27 en zoek op wat Mormon ons wilde laten leren uit het verslag van de Amlicieten en de veldslagen tussen de Nephieten en de Lamanieten.

Vul het volgende beginsel aan de hand van Alma 3:26–27 aan: We ervaren geluk of ellende op basis van

Denk eens na over wie jij in je leven wilt volgen. Denk daarbij na over de volgende vragen: Welke beloningen geeft Satan aan de mensen die hem volgen? (Ze zijn doorgaans op het eerste gezicht zeer verleidelijk. Uiteindelijk leiden ze echter tot ongeluk en verslaving.) Welke beloningen heb jij door je keuze om de Heer te volgen van Hem gekregen?

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op wanneer het volgen van de Heer je geluk heeft gebracht.

Alma 4

Na een periode van groei van de kerk worden de leden van de kerk hoogmoedig. Alma treedt als opperrechter terug om hen tot bekering te roepen

Na de strijd met de Lamanieten en de Amlicieten werden de Nephieten ‘wakker geschud tot een herinnering aan hun plicht. En zij begonnen de kerk steviger te vestigen’ (Alma 4:3–4). Het gevolg was dat ongeveer 3500 mensen zich bij de kerk aansloten (zie Alma 4:5). Helaas begonnen veel mensen in de kerk in de korte tijdspanne van een jaar hoogmoedig te worden. Lees Alma 4:8–12 en stel de goddeloze daden vast die het gevolg waren van de hoogmoed onder de kerkleden. Wij kunnen het volgende beginsel uit deze Schrifttekst halen: Als wij een onrechtschapen voorbeeld geven, kunnen onze daden anderen ervan weerhouden het evangelie aan te nemen. (Zie Alma 4:10.)

  1. Noteer in je Schriftendagboek een voorbeeld van goddeloos gedrag van de Nephieten in Alma 4:8–12. Leg uit waarom het belangrijk is om zulk gedrag als lid van de kerk in deze tijd te vermijden.

Als gevolg van de goddeloosheid in de kerk stelde Alma een andere man aan om hem als opperrechter te vervangen. Zo kon hij al zijn tijd besteden aan zijn roeping als hogepriester van de kerk en de leden helpen hun hoogmoed en zonden af te leggen door ‘hen onder druk te zetten met een onvervalst getuigenis’ (Alma 4:19). Lees Alma 4:19 en onderstreep wat Alma wilde doen om zijn volk te helpen.

Alma 4:19 illustreert deze beginselen: Het vervullen van onze geestelijke plichten kan offers vergen. De dienstknechten van de Heer getuigen en roepen zondaars tot bekering. Een onvervalst getuigenis geven helpt anderen dichter tot God te komen.

Kun je je voorstellen dat iemand een vooraanstaande politieke functie, zoals het presidentschap, zou opgeven om op zending te gaan? Dat deed Alma!

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op wat de zinsnede ‘onder druk te zetten met een onvervalst getuigenis’ (Alma 4:19) zegt over de manier waarop Alma onderwees. Noteer ook hoe mensen die een onvervalst getuigenis van het evangelie hebben gegeven jou ertoe hebben gebracht om je te veranderen of te verbeteren.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Alma 1–4 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken