Seminarie
Unit 15: Dag 3, Alma 6–7


Unit 15: Dag 3

Alma 6–7

Inleiding

Nadat Alma het volk van Zarahemla had onderwezen en orde op zaken had gesteld in de kerk in Zarahemla, vertrok hij naar de stad Gideon. Hij zag dat de inwoners daar getrouwer waren dan de mensen in Zarahemla. Daarom moedigde hij het volk in Gideon aan om voortdurend op de Heer te vertrouwen en de verzoening in hun leven toe te passen. Door Alma’s getuigenis van Jezus Christus zul je de omvang van de verzoening van Jezus Christus beter begrijpen. Ook zul je leren hoe je dagelijks de zegeningen van zijn verzoening kunt ontvangen als je voort blijft gaan op het pad naar Gods koninkrijk.

Alma 6

Alma versterkt de kerk in Zarahemla en gaat in Gideon prediken

Vul de volgende zin aan: Ik ga naar de kerk, omdat .

Overweeg tijdens het bestuderen van Alma 6 hoe de kerkbijeenkomsten meer betekenis voor je kunnen krijgen als je het doel ervan begrijpt.

Voordat Alma uit Zarahemla vertrok, versterkte hij de kerk daar. Lees Alma 6:1–4 en let op twee of drie zinsneden die de taken van priesterschapsleiders in de kerk beschrijven.

Een belangrijk beginsel dat we uit Alma’s ervaring leren is het volgende: Zowel in onze tijd als in de tijd van het Boek van Mormon, is de kerk gevestigd voor het welzijn van alle mensen. Lees Alma 6:5–6 en markeer de volgende twee zinsneden: ‘het woord Gods te horen’ en ‘zich te verenigen in vasten en machtig gebed voor het welzijn van de ziel van hen die God niet kenden’. In deze zinsneden worden manieren genoemd waarop de kerk aan alle mensen de mogelijkheid biedt om te groeien en anderen te helpen. Denk erover na hoe leden van de kerk in Zarahemla de zin zouden hebben aangevuld die jij hierboven hebt aangevuld.

  1. Noteer in je Schriftendagboek een paar ideeën hoe de genoemde redenen om naar de kerk te gaan in Alma 6:5–6 je kerkbeleving kunnen veranderen.

De zegeningen van het lidmaatschap van de kerk zijn weggelegd voor al Gods kinderen. Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd:

Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland

Iedereen bidt voor de zendelingen. Laat het altijd zo blijven. Omdat de Heilige Geest de sleutel is tot elke bekering, bidden we ook voor degenen die de zendelingen ontvangen (of zouden moeten ontvangen). Tegen de leden in Zarahemla werd gezegd ‘zich te verenigen in vasten en machtig gebed’ [Alma 6:6] voor wie nog geen lid van Gods kerk waren geworden. Wij kunnen dat ook.

‘We kunnen ook elke dag bidden voor onze eigen zendingservaringen. Bid dat onder de goddelijke leiding van dergelijke zaken de zendingsgelegenheid waarnaar u verlangt, al voorbereid is in het hart van iemand die wil hebben en nodig heeft wat u heeft. “Want er zijn er nog velen op aarde […] die alleen van de waarheid worden afgehouden omdat zij niet weten waar die te vinden is” [LV 123:12]. Bid dat zij u zullen vinden! En wees dan alert, want er zijn er velen in uw omgeving die hongeren, geen honger naar brood of dorst naar water, maar naar de woorden van de Heer [zie Amos 8:11].’ (Zie ‘Gij zult mijn getuigen zijn’, Liahona juli 2001, p. 16.)

Je kunt ouderling Hollands raad opvolgen door tot onze hemelse Vader te bidden dat je de kansen voor zendingswerk zult herkennen die voor je zijn voorbereid. Zoek naar gelegenheden om anderen uit te nodigen om te delen in de zegeningen die jij als lid van de kerk geniet.

Alma 7:1–13

Alma predikt tot het volk van Gideon over de verzoening van Jezus Christus

Stel je voor dat je met vrienden die actief zijn in de kerk over bekering spreekt. Je vrienden hebben het idee dat ze niet echt grote zonden hebben begaan en vragen zich af hoe ze de kracht van de verzoening werkelijk kunnen ervaren. Denk erover na wat je tegen deze vrienden zou zeggen. Houd deze ideeën tijdens je studie van Alma 7:1–13 in je achterhoofd.

Nadat Alma Zarahemla had verlaten, sprak hij met de mensen in de stad Gideon. Lees Alma 7:3–6 en stel vast in welke geestelijke toestand Alma de inwoners van Gideon hoopte aan te treffen. Lees vervolgens Alma 7:17–19 om vast te stellen of Alma’s hoop uitkwam. Beschrijf op de volgende regels de geestelijke toestand van het volk van Gideon:

Lees Alma 7:7–10 en let op van welke gebeurtenis het volk volgens Alma bovenal kennis moest hebben en wat het volk moest doen om zich daarop voor te bereiden.

  1. Beantwoord de volgende vraag in je Schriftendagboek: Waarom zou Alma mensen met al een sterk geloof (zie Alma 7:17) vertellen dat ze zich moesten bekeren om zich op de komst van de Heiland voor te bereiden? (Zie Romeinen 3:23.)

Alma leerde het volk van Gideon dit belangrijke beginsel: Jezus Christus leed om ons van zonde en de dood te redden, en om ons door de problemen van het sterfelijke leven heen te loodsen. Lees Alma 7:11–13 en markeer in je Schriften wat de Heiland voor ons ‘op Zich nemen’ wilde.

Het is misschien nuttig om te weten dat zwakheden ook beperkingen of ziektes omvatten — het woord heeft betrekking op vele soorten problemen.

Zet desgewenst in je Schriftendagboek of in je Schriften naast Alma 7:11–13 de volgende uitspraak van ouderling Bruce C. Hafen, voormalig lid van de Zeventig: ‘De verzoening is niet alleen voor zondaars.’ (Zie ‘Een kroon voor as: de verzoening van Jezus Christus’, De Ster, april 1997, p. 46.) (Alma 7:11–13 is een kerntekst. Je kunt deze tekst op zodanige wijze markeren dat je hem later makkelijk terug kunt vinden.)

  1. Het volgende schema bevat woorden uit Alma 7:11–13 die beschrijven wat de Heiland op Zich nam. Neem het schema over in je Schriftendagboek. Kies vervolgens enkele woorden uit en noteer voorbeelden ervan van jezelf of van anderen. Denk erover na wat het inhoudt dat Jezus Christus deze dingen op Zich heeft genomen.

Pijnen

Benauwingen

Verzoekingen

Ziekten

Dood

Zwakheden

Zonden

Ouderling Jeffrey R. Holland heeft getuigd dat de verzoening onze lasten van onze schouders kan nemen:

‘Voert u een strijd met een demon van verslaving — roken, drugs of gokken, of de kwaadaardige eigentijdse plaag van pornografie? Loopt uw huwelijk stuk of is uw kind in gevaar? Bent u verward over genderidentiteit of op zoek naar eigenwaarde? Bent u, of iemand van wie u houdt, ziek, neerslachtig of de dood nabij? Welke andere stappen u ook neemt om deze zorgen te boven te komen, kom eerst tot het evangelie van Jezus Christus. Vertrouw op de hemelse beloften. In dat opzicht is Alma’s getuigenis mijn getuigenis: “Ik weet”, zegt hij, “dat wie ook hun vertrouwen in God stellen, zullen worden geschraagd in hun beproevingen en in hun moeilijkheden en in hun benauwingen” [Alma 36:3].

‘Vertrouwen op de genade van God is de kern van het evangelie dat Christus leerde. Ik getuig dat de verzoening van de Heiland ons niet alleen ontlast van onze zonden, maar ook van onze teleurstellingen en smarten, ons hartzeer en onze wanhoop [zie Alma 7:11–12]. Vanaf het begin is het zo geweest dat vertrouwen op die hulp zowel een reden voor als een manier tot verbetering was, een stimulans om onze lasten af te leggen en ons heil te bewerken.’ (‘Het beschadigde goed maken’, Liahona, mei 2006, pp. 70–71.)

  1. Noteer in je Schriftendagboek je gevoelens voor Jezus Christus en wat Hij door middel van de verzoening voor jou heeft gedaan. Reageer vervolgens op één setje vragen of op beide setjes:

    1. Wanneer heeft de verzoening jou geholpen op een manier die in Alma 7:11–13 wordt genoemd? Hoe heeft de verzoening je in die tijd geholpen?

    2. Hoe kan de verzoening jou helpen met een beproeving waarmee je momenteel te maken hebt? Wat ga je doen om je tijdens die beproeving op de verzoening te verlaten?

Afbeelding
scripture mastery icon
Tekstenbeheersing — Alma 7:11–13

Alma 7:11–13 is een lange kerntekst. Er staan echter bepaalde woorden in waardoor je de reikwijdte en kracht van de verzoening je hele leven kunt blijven herinneren. Om deze kernwoorden uit het hoofd te leren herschrijf je Alma 7:11–13 op een los blaadje. Laat de woorden weg die eerder deze les in het schema stonden. Lees je eigen geschreven versie door totdat je de ontbrekende woorden kunt invullen zonder je Schriften te raadplegen. Je kunt deze verzen de komende paar dagen doornemen om je eraan te herinneren wat de Heiland je hele leven voor jou en anderen kan doen. Controleer of je de kerntekst Alma 7:11–13 kent door deze voor jezelf, een familielid of vriend(in) op te zeggen, of door hem in je Schriftendagboek op te schrijven.

Afbeelding
The Greatest of All

Alma 7:14–27

Alma moedigt het volk aan verder te gaan op het pad dat naar het koninkrijk van God voert

Lees Alma 7:19 door om je eraan te herinneren hoe Alma de geestelijke toestand van het volk in Gideon beschreef. Alma leerde hun dit belangrijke beginsel: Door de beginselen van het evangelie na te leven volgen we het pad naar het koninkrijk van God. (Het koninkrijk van God is het celestiale koninkrijk.) Bestudeer Alma 7:14–16 en onderstreep woorden en zinsneden die aantonen wat we moeten doen om het pad te volgen dat ons naar het koninkrijk van God voert. Bestudeer dan Alma 7:22–25 en onderstreep woorden en zinsneden die aantonen hoe we moeten zijn om dit pad te volgen.

  1. Teken in je Schriftendagboek vanuit de linkeronderhoek van de pagina een pad naar de rechterbovenhoek van de pagina. Zet Sterfelijkheid onderaan het pad en Koninkrijk van God bovenaan het pad. Zet naast het pad wat je moet doen en zijn om je naar Gods koninkrijk te voeren.

  2. Kies een daad op het pad en schrijf op hoe je iemand dat hebt zien doen. Kies vervolgens een eigenschap op het pad en schrijf over iemand die je kent die zo is. Stel een doel dat je zal helpen om op deze twee gebieden vooruitgang te maken, zodat je op een dag Gods koninkrijk kunt betreden.

Lees Alma 7:27 en zoek op welke zegeningen het volk zou ontvangen als zij in geloof en goede werken bleven voortgaan. Vergeet niet dat jij die zegeningen ook kunt ontvangen als je getrouw het pad volgt dat naar het koninkrijk van God voert.

  1. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Alma 6–7 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken