Unit 18: Dag 1

Alma 25–29

Inleiding

Na jaren het evangelie gepredikt te hebben, prees Ammon de Heer en uitte hij zijn dankbaarheid voor de zegen dat hij een werktuig in zijn handen was geweest om de Lamanieten het evangelie te brengen. Veel Lamanieten begonnen in de Heer te geloven, bekeerden zich en noemden zich de Anti-Nephi-Lehieten. Nadat de Anti-Nephi-Lehieten een verbond met God hadden gesloten om nooit meer de oorlogswapens op te nemen, maakten de Amalekieten en de Lamanieten toebereidselen om tegen hen ten strijde te trekken. De Nephieten boden de Anti-Nephi-Lehieten bescherming, zodat zij zich aan hun verbond met de Heer konden houden. De Nephitische profeet Alma uitte de vreugde die hij ontving door het evangelie te prediken en anderen uit te nodigen om tot Jezus Christus te komen.

Alma 25

Abinadi’s profetie gaat in vervulling en veel Lamanieten bekeren zich

Denk aan de veranderingen die jij hebt aangebracht toen jij je vollediger tot het evangelie van Jezus Christus bekeerde. In Alma 25 staat dat Abinadi’s profetie dat de nakomelingen van de priesters van Noach opgejaagd en vermoord zouden worden, in vervulling ging. Dit toont aan dat de Heer zijn profeten steunt en hun geïnspireerde profetieën in vervulling doet gaan (zie Alma 25:9). In dit hoofdstuk staat tevens dat veel Lamanieten tot bekering kwamen en zich bij de Anti-Nephi-Lehieten aansloten. Lees Alma 25:14 en stel vast wat deze Lamanieten deden toen zij zich tot het evangelie hadden bekeerd. In Alma 25:15 staan twee redenen waarom zij de wet van Mozes naleefden.

Alma 26

Ammon roemt in de barmhartigheid des Heren jegens de Lamanieten en de zoons van Mosiah

Wat is er nodig om een huis of kerk te bouwen? Wat voor soort kerk zou een vaardig vakman met het juiste gereedschap of de juiste werktuigen kunnen bouwen? In Alma 26 beschrijft Ammon zichzelf en zijn broeders als werktuigen in Gods handen om een groot werk te doen. Lees Alma 26:1–5, 12–13 en stel vast wat de Heer bewerkstelligde door Ammon en zijn broeders als werktuigen in zijn handen te gebruiken. (Je zou je bevindingen in je Schriften kunnen markeren.) De zinsnede ‘gij hebt uw sikkel ingeslagen’ in vers 5 houdt hard werken in. De ‘schoven’ stellen de bekeerlingen voor en de ‘graanschuren’ staan symbool voor de kerk. De zinsnede waarin staat dat zij die vergaard zijn ‘niet verloren gaan’, verwijst naar God die de bekeerlingen behoudt en hun het eeuwig leven verleent.

Zoek of markeer in Alma 26:12 een of meer zinsneden die aantonen dat Ammon begreep dat hij slechts een werktuig in Gods handen was, en dat de Heer tijdens zijn zending de wonderen tot stand had gebracht.

Uit deze verzen leren we het volgende beginsel: Als wij ons voorbereiden en ons verootmoedigen, zal de Heer ons sterken en van ons een werktuig in zijn handen maken. Een ander beginsel dat we uit Alma 26 leren is: We ervaren vreugde als wij de Heer en zijn kinderen trouw dienen. Lees Alma 26:11, 13, 16 en markeer steeds het woord vreugde of verheugen.

Lees Alma 26:13–16 en stel de redenen vast die Ammon voor zijn vreugde gaf.

1. Noteer in je Schriftendagboek waarom we vreugde ervaren wanneer we in dienst van de Heer staan. Je kunt ook iets schrijven over een keer dat je vreugde voelde door je dienstbaarheid in de kerk.

Lees de volgende verzen en denk na over antwoorden op de bijbehorende vragen:

Alma 26:22–23, 26–29. Let op de vereisten om kennis te verkrijgen van de verborgenheden Gods. Welke belofte wordt er aan zendelingen gegeven die deze karaktereigenschappen bezitten? Met welke belemmeringen kregen Ammon en zijn broeders te maken terwijl zij zich in de dienst van de Heer en de Lamanieten bevonden? Welke belemmeringen lijken op de belemmeringen waarmee de dienstknechten van de Heer vandaag de dag te maken krijgen? Wat kunnen hedendaagse zendelingen uit Alma 26:29 leren over waar zij het evangelie moeten verkondigen?

Alma 26:30. Wat bemoedigde de zoons van Mosiah om ook in moeilijke tijden te blijven dienen?

2. Lees Alma 26:35–37 en beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Welke waarheden uit deze verzen zouden jou ertoe aanzetten om in Gods goedheid te roemen? (Je kunt de zinsneden markeren die deze waarheden aangeven.)

   2. Wat maakt het uit dat je weet dat God je indachtig is?

Alma 27

Ammon brengt de Anti-Nephi-Lehieten bij de Nephieten in veiligheid

Denk ter voorbereiding op je studie van Alma 27 na over de volgende vragen:

• Heeft iemand je ooit een belofte gedaan en die belofte vervolgens verbroken?

• Ken je iemand die zich altijd aan zijn of haar belofte houdt?

• Wat vind je van mensen die zich aan hun beloften houden? Waarom?

De Lamanieten vielen andere Lamanieten (de Anti-Nephi-Lehieten) aan die zich door het werk van Ammon en zijn broeders hadden bekeerd, nadat zij er niet in waren geslaagd de Nephieten te vernietigen. Denk eraan dat de Anti-Nephi-Lehieten hun oorlogswapens hadden begraven om te tonen dat zij zich aan hun verbond zouden houden om nooit meer te moorden. Lees in Alma 27:2–3 hoe vastbesloten de Anti-Nephi-Lehieten waren zich aan dat verbond te houden.

Stel je voor hoe vastberaden de Anti-Nephi-Lehieten zich aan hun verbond om nooit meer de wapens op te nemen hielden toen ze aangevallen werden. Overweeg hoe jij je vastberaden aan je verbonden met onze hemelse Vader kunt houden wanneer dat moeilijk lijkt.

Wegens de vervolging en aanvallen door de goddeloze Lamanieten bracht Ammon de Anti-Nephi-Lehieten naar Zarahemla, een Nephitische stad. Daar beloofden de Nephieten hen tegen hun vijanden te zullen beschermen. Overweeg hoe jij de mensen om je heen kunt helpen om hun verbonden met de Heer na te leven.

In Zarahemla werden de Anti-Nephi-Lehieten door de Nephieten het volk van Ammon genoemd. Lees Alma 27:27–30 en zoek op waar het volk van Ammon bekend om kwam te staan. Markeer woorden of zinsneden waaruit het volgende beginsel spreekt: Wanneer wij ons volledig tot de Heer hebben bekeerd, leven wij onze verbonden na die we met Hem hebben gesloten.

3. Beantwoord een of beide van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Welke ervaringen heb je met het naleven van je verbonden met de Heer, zelfs toen het moeilijk was?

   2. Wie is voor jou een voorbeeld van trouw en geloof ten aanzien van zijn of haar verbonden met de Heer? In welk opzicht heeft die persoon zich trouw aan die verbonden betoond?

Alma 28

De Nephieten verslaan de Lamanieten in een grote veldslag

4. Stel je voor dat je als verslaggever een verhaal moest schrijven over de gebeurtenissen in Alma 28. Lees Alma 28:1–6, 11–14 en vat de gebeurtenissen in een korte alinea in je Schriftendagboek samen. Beantwoord in ieder geval de volgende vragen in wat je opschrijft.

   1. Welke prijs betaalden de Nephieten zodat het volk van Ammon zich aan hun verbond kon houden? (Zie Alma 28:1–3.)

   2. Hoeveel invloed had deze slachting op de Nephieten? (Zie Alma 28:4–6.)

   3. Waarom waren sommige mensen bang toen hun dierbaren overleden, terwijl anderen zich verheugden en hoopvol waren? (Zie Alma 28:11–12.)

Noteer een beginsel dat samenvat wat jij uit Alma 28:11–12 hebt geleerd:

Eén beginsel uit Alma 28 is: Wanneer wij geloof hebben in Jezus Christus en de beloften van de Heer, kunnen wij hoop en vreugde vinden terwijl wij rouwen om iemands dood.

5. Beantwoord een of beide van de volgende vragen in je Schriftendagboek:

   1. Wanneer heb je iemand zijn of haar eigen dood of de dood van een dierbare met hoop door geloof in Jezus Christus tegemoet zien gaan?

   2. Hoe zou je de dood aan iemand kunnen uitleggen om die persoon na het overlijden van een dierbare hoop te geven?

Zoek in Alma 28:13–14 de drie zinnen op die Mormon begint met ‘en aldus zien wij’. Je zou deze in je Schriften kunnen markeren. Welk punten beklemtoont Mormon aan het einde van het verslag van de zending van de zoons van Mosiah onder de Lamanieten? Overweeg waarom deze waarheden belangrijk voor jou zijn.

Alma 29

Alma roemt in het brengen van zielen tot God

Heb je ooit gewenst dat je iets goeds in de wereld tot stand kon brengen of een verschrikkelijk kwaad tegen kon houden? In Alma 29 spreekt Alma over zijn verlangen om een werktuig in de handen van de Heer te zijn. Bestudeer Alma 29:1–3 en zoek het verlangen van Alma’s hart op.

Overweeg met Alma’s ervaring als jonge man in gedachte waarom Alma dat verlangen zou hebben gehad. Waarom had hij volgens Alma 29:3 het gevoel dat hij zondigde in zijn verlangen? Lees Alma 29:4–5 en stel vast wat de Heer aan mensen met een rechtvaardig verlangen geeft.

Bestudeer Alma 29:10, 14–16 en markeer de beloning die Alma ontving wegens zijn inspanningen om zielen tot Christus te brengen. Je zou het woord vreugde in deze verzen kunnen markeren.

Eén beginsel uit Alma 29 is: We zullen vreugde ervaren als wij anderen helpen zich te bekeren en tot Christus te komen. Wanneer heb je de vreugde gevoeld door anderen te helpen tot Christus te komen?

Denk na over manieren waarop je de volgende personen kunt helpen om veranderingen in hun leven aan te brengen en tot Jezus Christus te komen: (a) je vrienden, (b) familieleden en (c) mensen die je nog niet zo goed kent. Stel je open voor de Geest terwijl je naar gelegenheden zoekt om anderen tot Jezus Christus te brengen.

4. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

   Ik heb Alma 25–29 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

   Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: