Seminarie
Unit 11: Dag 3, Mosiah 4


Unit 11: Dag 3

Mosiah 4

Inleiding

Koning Benjamins leringen hadden een grote impact op de mensen die hem hoorden spreken. Deze mensen oefenden geloof in de verzoening, bekeerden zich en ontvingen vergeving van hun zonden. Koning Benjamin legde hun vervolgens uit wat ze moesten doen om vergeving van hun zonden te behouden. Hij legde uit dat we bedelaars zijn, omdat we voor ons heil volledig afhankelijk zijn van God. Koning Benjamin gaf de waarschuwing dat we altijd op onze gedachten, woorden en daden moeten letten.

Mosiah 4:1–8

De schare wordt overspoeld met de Geest en ontvangt vergeving van hun zonden

Stel je voor dat een vriend(in) van je zou vragen hoe je kunt weten dat je vergeving van een bepaalde zonde hebt ontvangen. Wat zou je daarop antwoorden?

Bestudeer Mosiah 4:1–3 en zoek naar ideeën voor antwoorden op de vraag van je vriend(in). Schrijf op hoe je zou reageren:

Een beginsel dat we uit deze verzen kunnen leren is het volgende: Als we geloof in Jezus Christus oefenen en ons oprecht bekeren, ontvangen we vergeving van onze zonden. Bekering is een belangrijk onderdeel in het verkrijgen van vreugde en gemoedsrust.

Als iemand ons een vraag stelt, willen we daar doorgaans antwoord op geven. Bedenk in verband met de vraag van je vriend(in) dit keer hoe je die met een wedervraag kunt beantwoorden. Neem Mosiah 4:1–3 en de volgende uitspraak van ouderling F. Burton Howard, emeritus Zeventiger, door: ‘Wanneer je je echt hebt bekeerd, voel je een innerlijke vrede. Je weet op de een of andere manier dat je vergeving hebt ontvangen, omdat de last die je zo lang hebt meegedragen er plotseling niet meer is. Hij is verdwenen en jij weet dat hij er niet meer is.’ (‘Repentance’, Ensign, mei 1983, p. 59.)

Denk na over een vraag die je aan je vriend(in) zou kunnen stellen om hem of haar te laten inzien hoe wij kunnen weten dat we zijn vergeven.

Het is misschien nuttig om twee termen in Mosiah 4:1–3 te begrijpen als je nadenkt over die vraag. Onszelf in onze ‘vleselijke staat’ zien betekent dat we onze gevallen en aardse toestand erkennen. Onszelf als ‘nog minder dan het stof der aarde’ zien, betekent dat het stof der aarde gehoorzaam is aan de bevelen van God (zie Helaman 12:7–8), maar dat Gods kinderen niet altijd gehoorzaam zijn aan zijn geboden.

Een voorbeeld van een antwoord op de vraag van je vriend(in) zou kunnen zijn: Voel je gemoedsrust wanneer je denkt aan de bekering van je zonde? Ben je vervuld met vreugde?

  1. Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek:

    1. Het volk van koning Benjamin ontving vergeving ‘dankzij het grote geloof dat zij hadden in Jezus Christus’ (Mosiah 4:3). Welke daden die opgetekend staan in Mosiah 4:1–2 geven blijk van hun geloof? Welke houding en gevoelens zou jij moeten hebben om gelijk te zijn aan het volk van Mosiah?

    2. Hoe kun je geloof in Jezus Christus oefenen als je naar vergeving van je zonden streeft?

Nadat koning Benjamin de bekeerlijke houding van zijn volk opmerkte, leerde hij het enkele dingen die het moest doen om eeuwig heil te verwerven. Zoek tijdens het lezen van Mosiah 4:4–8 op wat wij moeten doen om het eeuwig heil te ontvangen.

Leg uit of geef een voorbeeld van hoe jij de dingen die koning Benjamin beschrijft tracht te doen:

‘[Stel je] vertrouwen in de Heer’:

‘[Wees] nauwgezet in het onderhouden van zijn geboden’:

‘[Volhard] in het geloof, ja, tot het einde van [je] leven’:

Mosiah 4:9–30

Koning Benjamin zet uiteen hoe we vergeving van zonden kunnen behouden

Koning Benjamin leerde de Nephieten hoe ze na de vergeving van hun zonden die reine en zuivere staat konden behouden. Bestudeer Mosiah 4:9–11, 26, 28, 30 en let op wat we moeten geloven en doen om vergeving van onze zonden te behouden. Noteer je bevindingen in het volgende schema:

Vergeving van zonden behouden

Geloven

Doen

Koning Benjamin leerde zijn volk vele dingen, wat opgetekend staat in Mosiah 4:9–30, maar een van de belangrijkste beginselen die hij leerde was het volgende: Als wij ons voor God verootmoedigen en christelijke eigenschappen aankweken, kunnen wij vergeving van onze zonden behouden.

  1. Koning Benjamin leerde ons dat we in God moeten geloven (zie Mosiah 4:9) en dat we ‘de grootheid Gods’ (Mosiah 4:11) altijd indachtig moeten blijven. Beschrijf in je Schriftendagboek een eigen of iemand anders’ ervaring die jou heeft doen beseffen dat God bestaat, dat Hij machtig is en dat Hij jou liefheeft. Waarom is het volgens jou belangrijk om Gods macht, goedheid en liefde te begrijpen en niet te vergeten? Hoe zijn deze dingen van invloed op jouw leven als je ze indachtig bent?

Koning Benjamin beschreef de daden van mensen die trachten vergeving van hun zonden te behouden. Bestudeer Mosiah 4:12–16 om te leren over de daden die koning Benjamin vaststelde.

  1. Schrijf in je Schriftendagboek op hoe de door koning Benjamin beschreven daden aantonen dat iemand ernaar streeft vergeving van zijn of haar zonden te behouden. Kun je een paar andere daden opnoemen die aantonen dat iemand ernaar streeft vergeving van zonden te behouden? Noem een paar dingen op waarin jij iemand in nood te hulp bent gekomen.

Koning Benjamin vergeleek ons met een bedelaar, omdat we volledig van God afhankelijk zijn voor alles wat we hebben. Door deze vergelijking kunnen we meer waardering krijgen voor de zegeningen die we van de Heer ontvangen hebben. Lees Mosiah 4:19–21 en zoek op hoe een ieder van ons als een bedelaar voor Gods aangezicht is.

Denk na over je afhankelijkheid van God. Wat is een zegening waar jij je hemelse Vader momenteel voor kunt bedanken?

Nadat koning Benjamin had uitgelegd hoe we Gods hulp voortdurend nodig hebben, vroeg hij ons na te denken over hoe we hen moeten behandelen die ons om hulp vragen. Bestudeer Mosiah 4:26–27 en zoek op hoe we met de behoeftigen om moeten gaan.

  1. Noteer in je Schriftendagboek je antwoord op de volgende vraag: Hoe kan het indachtig zijn van koning Benjamins leringen in Mosiah 4 je helpen om liefdevoller te zijn naar hen die geestelijke of stoffelijke behoeften hebben?

  2. Overdenk de Schriftteksten die je vandaag bestudeerd hebt. Heb je, op basis van wat je geleerd hebt van koning Benjamins leringen, een ingeving van de Heilige Geest gekregen over wat je moet doen? Noteer deze ingeving in je Schriftendagboek.

Vergeet niet dat de Heer grote liefde voor jou heeft. Als je je bekeert van de dingen die je verkeerd hebt gedaan en je best doet om het voorbeeld van de Heiland te volgen, kun je vergeving van je zonden behouden.

Afbeelding
scripture mastery icon
Tekstenbeheersing — Mosiah 4:30

Lees Mosiah 4:30 hardop. Wat is het verband tussen je gedachten, woorden en daden?

Afbeelding
thoughts diagram

President Ezra Taft Benson heeft dit verband omschreven: ‘Heb reine gedachten. Als je reine gedachten hebt, doe je geen onreine dingen. Je bent God niet alleen verantwoording voor je daden verschuldigd, maar ook voor de beheersing van je gedachten. […] Het oude gezegde gaat nog steeds op: zaai gedachten en je oogst daden, zaai daden en je oogst gewoonten, zaai gewoonten en je oogst een karakter, en je karakter bepaalt je eeuwige bestemming. “Wat iemand in zijn hart denkt, zo is hij.” (Zie Spreuken 23:7.)’ (Conference Report, oktober 1964, p. 60.)

  1. Door je gedachten te leren beheersen, zul je de zegeningen plukken van meer als Christus worden in woord en daad. Noteer in je dagboek enkele manieren waarop je je gedachten kunt beheersen en meer als Christus kunt denken.

  2. Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:

    Ik heb Mosiah 4 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).

    Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken:

Afdrukken