Unit 13: Dag 1
Mosiah 18
Inleiding
Alma, een priester van de goddeloze koning Noach, geloofde de woorden van de profeet Abinadi en bekeerde zich van zijn zonden. Na Abinadi’s dood leerde Alma anderen heimelijk over Jezus Christus. Zij die Alma geloofden, hadden het verlangen om in de kudde van God te worden opgenomen. Zij sloten het doopverbond bij een plek die de wateren van Mormon wordt genoemd. Let er tijdens het bestuderen van Mosiah 18 op wat Alma leerde aangaande de beloftes die je bij je doop doet en wat de Heer voor jou zal doen als je je aan die beloftes houdt.
Mosiah 18:1–16
Alma onderricht en doopt mensen
Denk aan je eigen doop. Wat kun je je nog herinneren van die gebeurtenis? Hoe was je op je doop voorbereid? Welke gevoelens omtrent je doop kun je je nog herinneren? Wat waardeer je nu meer aan de doop dan toen je je liet dopen?
Mosiah 18 laat ons het verbond begrijpen dat we bij de doop met God sluiten. Een verbond is ‘een overeenkomst tussen God en de mens, waarbij echter de twee partijen niet als gelijken optreden. God stelt de voorwaarden van het verbond en de mens stemt erin toe zich daaraan te houden. Vervolgens ontvangt hij van God de belofte van bepaalde zegeningen voor zijn gehoorzaamheid.’ (Gids bij de Schriften, ‘Verbond’, scriptures.lds.org.)
Schenk aandacht aan het volgende overzicht van dit hoofdstuk om in te zien hoe we het doopverbond beter kunnen begrijpen door Mosiah 18: Mosiah 18:1–7, Voorbereiding op het verbond; Mosiah 18:8–16, Het verbond sluiten; en Mosiah 18:17–30, Het verbond nakomen. Je zou elk onderwerp (bijvoorbeeld Voorbereiding op het verbond) naast de overeenkomstige verzen in je Schriften kunnen noteren.
Lees Mosiah 18:1–2, 6–7 en zoek de leerstellingen en beginselen op die Alma het volk bijbracht om hen voor te bereiden op de doop. Noteer hieronder hoe begrip van de leringen van Alma aan zijn volk iemand tegenwoordig zou helpen om zich op de doop voor te bereiden:
Mosiah 18:8–11 doet verslag van Alma die zijn volk de beloften uiteenzet die zij zouden maken en ontvangen door het doopverbond.
-
Teken het volgende schema in je Schriftendagboek. Bestudeer Mosiah 18:8–11 en zoek op wat Alma leerde aangaande de beloften die we aan God doen (wat wij ‘verlangend’ zijn te doen) en de beloften die God aan ons doet wanneer wij ons laten dopen. Schrijf je bevindingen in de juiste kolommen van het schema.
Wat ik beloof |
Wat God belooft |
---|---|
Een duidelijk evangeliebeginsel in Mosiah 18:8–11 luidt als volgt: Wij ontvangen de Geest van de Heer en de belofte van het eeuwige leven door het verbond van de doop aan te gaan en na te komen.
-
Maak onderaan het schema in je Schriftendagboek een samenvatting van wat je geleerd hebt aangaande het belang van het sluiten en nakomen van het doopverbond.
Lees de volgende uitspraak van ouderling Joseph B. Wirthlin van het Quorum der Twaalf Apostelen en onderstreep de zegeningen die wij kunnen ontvangen als we de beloften begrijpen die we bij de doop doen en ontvangen: ‘Ik heb in mijn leven steeds weer bemerkt dat mensen die de zegeningen en de kracht van hun doopverbond werkelijk beseffen, of ze nu nieuwe bekeerlingen of hun hele leven al lid van de kerk zijn, grote vreugde ervaren en hun taken in het koninkrijk met aanstekelijk enthousiasme ter hand nemen.’ (‘Alma the Elder: A Role Model for Today’. In: Heroes from the Book of Mormon [1995], p. 84.)
-
Schrijf in je Schriftendagboek op hoe jouw doopverbond invloed kan hebben op de manier waarop jij je dagelijks leven inricht. (Overweeg bijvoorbeeld hoe je belofte ‘om te allen tijde […] als getuige van God op te treden’ in verband staat met hoe je omgaat met anderen, waaronder de wijze waarop je je familieleden behandelt, de dingen die je met vrienden en kennissen bespreekt, je taalgebruik, de films of televisieprogramma’s die je bekijkt, de muziek waarnaar je luistert, de mensen met wie je omgaat of uitgaat, en je reactie op mensen die je geloof bekritiseren.)
Bestudeer Mosiah 18:12–16 aandachtig en zoek voorbeelden van de manier waarop de Heer zijn deel van het verbond nakwam na de doop van Alma en zijn volk. Je zou je bevindingen kunnen markeren.
-
Schrijf in je Schriftendagboek over een ervaring waarbij jij je door de Heer met zijn Geest gezegend voelde nadat jij je aan de belofte had gehouden die je bij de doop gedaan had om Hem te dienen.
Mosiah 18:17–30
Alma vestigt de Kerk van Jezus Christus onder het volk
Hoe vaak denk jij aan de verbonden die je bij de doop hebt gesloten en vernieuw jij ze wanneer je van het avondmaal neemt? Hoe vaak zou je eraan moeten denken? Wanneer neem je gewoonlijk de tijd om aan deze verbonden te denken?
President Henry B. Eyring van het Eerste Presidium predikte het belang van het nakomen van onze verbonden met God: ‘De heiligen der laatste dagen zijn een verbondsvolk. Vanaf de dag van de doop en bij alle geestelijke mijlpalen in ons leven doen wij God beloften en doet Hij ons beloften. Hij komt altijd de beloften na die Hij bij monde van zijn bevoegde dienstknechten doet, maar de hamvraag in ons leven is of wij met Hem verbonden sluiten en ze nakomen.’ (Zie ‘Getuigen voor God’, De Ster, januari 1997, p. 29.)
Lees Mosiah 18:17–18, 20–23, 27–29 en zoek op hoe de leden van de kerk in Alma’s tijd hun doopverbonden nakwamen. Je zou de specifieke woorden en zinsneden in Mosiah 18:22, 26, 30 kunnen markeren die aantonen dat grote zegeningen zijn weggelegd voor wie zich aan het doopverbond houden.
-
Beantwoord de volgende vragen in je Schriftendagboek: Wat is één ding dat jij gaat doen om de verbonden die je bij je doop hebt gesloten beter na te komen? Hoe ga je je aan dit voornemen houden?
Mosiah 18:31–35
De leden van de kerk vluchten weg van de vervolging door koning Noach
Bestudeer Mosiah 18:31–33 om erachter te komen wat koning Noach in de stad Lehi-Nephi deed terwijl Alma en zijn volk grote zegeningen genoten bij de wateren van Mormon. Lees Mosiah 18:34 en vervolgens Mosiah 23:1–2 om erachter te komen hoe Alma ‘op de hoogte [werd] gesteld’ van het gevaar dat zijn volk te wachten stond.
Overweeg de volgende waarheid naast Mosiah 18:34 te noteren: De Heer waarschuwt de rechtvaardigen wanneer ze in gevaar zijn.
Lees ter illustratie van deze waarheid de volgende ervaring die ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft verteld:
‘Als FBI-agent deed [mijn vriend] onderzoek naar georganiseerde misdaadbendes die drugs de Verenigde Staten in smokkelden.
‘Hij en een andere agent belden een keer bij een flat aan waar een drugsdealer vermoedelijk cocaïne verkocht. Mijn vriend beschrijft wat er gebeurde:
‘“We belden aan. De verdachte deed de deur open. Toen hij ons zag, probeerde hij ons uitzicht te blokkeren. Maar het was te laat; we konden de cocaïne op tafel zien liggen.
‘“Een man en een vrouw begonnen onmiddellijk de cocaïne weg te halen. We moesten ervoor zorgen dat ze het bewijs niet vernietigden, dus duwde ik de verdachte opzij, die in de deuropening stond. Toen ik hem wegduwde, keek hij me aan. Vreemd genoeg zag hij er niet boos of bang uit. Hij glimlachte naar me.
‘“Zijn ogen en ontwapenende glimlach gaven me de indruk dat hij ongevaarlijk was. Daarom liet ik hem staan en ging ik op de tafel af. De verdachte stond nu achter me. Op dat moment kreeg ik een duidelijke, sterke ingeving: ‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach.’
‘“Ik draaide me onmiddellijk om naar de verdachte. Hij had zijn hand in zijn zak gestoken. Instinctief greep ik zijn hand beet en trok die uit zijn zak. Toen pas zag ik in zijn hand een halfautomatisch pistool. Na een schermutseling ontwapende ik de man.” […]
‘[…] De Heilige Geest waarschuwde mijn vriend voor lichamelijk gevaar; maar Hij waarschuwt ons ook voor geestelijk gevaar.’ (‘Pas op voor het kwaad achter de glimlach’, Liahona, mei 2005, pp. 46–47.)
-
Noteer in je Schriftendagboek ingevingen die je van de Heilige Geest kreeg of ervaringen die je je kunt herinneren waarbij je gewaarschuwd werd voor of beschermd tegen lichamelijk of geestelijk gevaar, of schrijf een ervaring op van iemand die je kent of waarover je gelezen of gehoord hebt.
-
Schrijf het volgende onderaan de opdrachten van vandaag in je Schriftendagboek:
Ik heb Mosiah 18 bestudeerd en heb deze les afgerond op (datum).
Aanvullende vragen, gedachten en inzichten die ik met mijn leerkracht wil bespreken: