Hoofdstuk 14
Abinadi en koning Noach
Zeniff was de rechtschapen koning van een groep Nephieten. Toen hij oud werd, werd zijn zoon, Noach, koning.
Noach was geen goede koning en hij was niet zoals zijn vader. Hij was slecht en hij wilde Gods geboden niet gehoorzamen.
Hij dwong de mensen om hem een deel van hun graan, dieren, goud en zilver te geven.
Dat deed koning Noach omdat hij lui was. Hij dwong de Nephieten om hem alles te geven wat hij nodig had. Zo hoefde hij niet te werken.
Hij verving de goede priesters van zijn vader door slechte priesters. Die slechte priesters leerden het volk te zondigen.
Koning Noach liet veel mooie gebouwen bouwen, zoals een groot paleis met een troon. De gebouwen waren versierd met goud, zilver, en kostbaar hout.
Koning Noach hield van de rijkdommen die hij zijn volk afpakte. Zijn priesters en hij dronken veel wijn en ze deden graag slechte dingen.
God stuurde een profeet naar het volk van Noach. Hij heette Abinadi. Abinadi waarschuwde de mensen dat ze slaven van de Lamanieten zouden worden, als ze zich niet bekeerden.
Toen koning Noach hoorde wat Abinadi had gezegd, werd hij kwaad. Hij stuurde mannen op Abinadi af. Zij brachten hem naar het paleis, zodat koning Noach hem kon doden.
De mannen brachten Abinadi naar de koning. Koning Noach en zijn priesters stelden Abinadi veel vragen. Ze wilden hem in de war brengen en hem iets verkeerds laten zeggen.
Maar Abinadi was niet bang. Hij beantwoordde hun vragen. Hij wist dat God hem zou helpen. De priesters waren verbaasd toen ze Abinadi’s antwoorden hoorden.
Koning Noach was kwaad en zei dat zijn priesters Abinadi moesten doden. Maar Abinadi zei dat God hen zou doden als ze hem aanraakten.
De Heilige Geest beschermde Abinadi zodat hij alles vertelde wat hij van de Heer moest zeggen. Abinadi’s gezicht straalde. De priesters durfden hem niet aan te raken.
Abinadi sprak met macht van God en zei tegen de mensen dat ze slecht waren. Hij las Gods geboden voor.
Hij zei ook dat Jezus Christus op aarde geboren zou worden. Jezus zou het mogelijk maken dat mensen zich bekeerden, uit de dood opstonden en bij God woonden.
Abinadi zei dat de mensen zich moesten bekeren en in Jezus Christus geloven. Anders zouden ze niet worden gered.
Maar koning Noach en bijna al zijn priesters wilden niet naar Abinadi luisteren. Noach gaf de priesters het bevel om Abinadi te doden. Ze bonden hem vast en gooiden hem in de gevangenis.
Alma was de enige priester die Abinadi geloofde. Hij vroeg Noach om Abinadi vrij te laten.
Maar de koning werd kwaad op Alma en joeg hem weg. Daarna stuurde hij zijn dienstknechten achter hem aan om hem te doden. Alma vluchtte, en verstopte zich. De dienstknechten konden hem niet vinden.
Abinadi zat drie dagen in de gevangenis. Daarna werd hij opnieuw naar koning Noach gebracht. De koning wilde dat Abinadi zou zeggen dat hij niet meende wat hij over de koning en het volk had gezegd.
Koning Noach zei dat Abinadi zijn woorden moest terugnemen. Anders zou hij worden gedood.
Abinadi wist dat hij de waarheid had gesproken. Hij wilde liever doodgaan dan tegenspreken wat hij van God moest vertellen.
Koning Noach gaf zijn priesters het bevel om Abinadi te doden. Ze bonden hem vast en sloegen hem met takken. Hij stierf de vuurdood. Voordat hij stierf, zei Abinadi dat ook koning Noach door vuur zou sterven.
Sommige Nephieten werden kwaad op koning Noach en wilden hem doden. Het leger van de Lamanieten kwam ook tegen de koning en zijn volgelingen vechten.
De koning en zijn volgelingen vluchtten voor de Lamanieten, maar de Lamanieten achtervolgden hen en kregen veel van Noachs mensen te pakken. De koning zei toen dat zijn mannen hun vrouwen en kinderen moesten achterlaten.
Maar veel mannen wilden niet vluchten. De Lamanieten namen hen gevangen.
Bijna alle mannen die met koning Noach waren gevlucht, hadden spijt. Ze wilden teruggaan om hun gezin en hun volk te helpen.
Koning Noach wilde niet dat de mannen terug naar hun gezin gingen. Hij zei dat ze bij hem moesten blijven.
De mannen waren zo kwaad op koning Noach, dat ze hem op de brandstapel gooiden, zoals Abinadi had voorzegd. Daarna gingen ze terug naar hun gezin.