Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 50: De Jaredieten vertrekken uit Babel


Hoofdstuk 50

De Jaredieten vertrekken uit Babel

Jared en zijn broer in gesprek

Jared en zijn broer waren goede mensen. Ze woonden in de stad Babel. Ze leefden honderden jaren eerder dan de Nephieten.

slechte mensen in Babel

De meeste mensen in Babel waren slecht. Ze bouwden een toren om in de hemel te komen. De Heer was boos en Hij veranderde hun taal.

Jared en zijn broer in gesprek

Jared vroeg zijn broer om de Heer in gebed te vragen de taal van hun familie en vrienden niet te veranderen.

broer van Jared bidt

De broer van Jared bad en de Heer verhoorde zijn gebed. Jared, zijn broer, hun familie en vrienden konden elkaar nog steeds verstaan.

Jared en zijn familie vertrekken

De Heer zei dat de broer van Jared met zijn familie en vrienden uit het land moest vertrekken. Ze namen hun dieren en allerlei soorten zaden met zich mee.

Jaredieten onderweg

De Heer zei dat Hij de Jaredieten naar een beloofd land zou leiden.

Jaredieten

De Jaredieten vingen vogels en vissen om mee te nemen.

honingbijen

Ze namen zwermen honingbijen mee.

Jaredieten onderweg

De Jaredieten reisden door de wildernis. Daar sprak de Heer tot hen vanuit een wolk. Hij zei welke kant ze op moesten gaan.

Jaredieten

De Heer zei dat de mensen die in het beloofde land woonden, God moesten dienen. Anders zouden ze worden vernietigd.

Jaredieten slaan hun tenten op bij de zee

Toen de Jaredieten bij de zee kwamen, sloegen ze hun tenten op. Daar bleven ze vier jaar.