Hoofdstuk 43
Jezus Christus verschijnt aan de Nephieten
Veel Nephieten kwamen samen bij de tempel in het land Overvloed. Ze waren verbaasd toen ze zagen hoe het land was veranderd.
De mensen praatten over Jezus Christus en het teken van zijn dood.
Terwijl ze praatten, hoorden ze een zachte stem uit de hemel. Die stem deed hun hart branden.
Eerst konden ze de stem niet verstaan. Pas toen de stem voor de derde keer sprak, konden ze die verstaan.
Het was de stem van hun hemelse Vader. Hij zei dat Jezus Christus zou komen en dat het volk naar Hem moest luisteren.
Jezus Christus kwam naar beneden uit de hemel en stond tussen het volk. De mensen waren bang omdat ze niet begrepen wat er gebeurde. Ze dachten dat Jezus een engel was.
Hij zei dat Hij Jezus Christus was, over wie de profeten hadden gezegd dat Hij zou komen.
Jezus liet iedereen zijn zijde en zijn handen en voeten aanraken, zodat ze konden voelen waar Hij aan het kruis gespijkerd was.
Jezus wilde de mensen laten weten dat Hij hun God was, en dat Hij voor hun zonden was gestorven.
Eén voor één voelden de mensen de wonden in Jezus’ zij, handen en voeten. Ze wisten dat Hij de Heiland was.
De mensen loofden Jezus. Ze vielen aan zijn voeten en aanbaden Hem.
Jezus riep Nephi en elf andere mannen bij Zich. Hij gaf hun priesterschapsmacht en leerde ze hoe ze mensen moesten dopen.
Hij zei dat de Nephieten in Hem moesten geloven, en dat ze zich moesten bekeren en de geboden onderhouden. Als ze dat niet deden, konden ze zijn koninkrijk niet binnengaan.
Hij leerde de Nephieten hoe ze tot hun hemelse Vader moesten bidden. Hij sprak ook over het vasten, en zei dat ze vergeving zouden krijgen als ze elkaar vergaven.
Jezus leerde de mensen heel veel. Daarna zei Hij dat ze naar huis moesten gaan en bidden over wat Hij had gezegd.
De Nephieten begonnen te huilen. Ze wilden niet dat Jezus al wegging.
Jezus hield van de Nephieten. Hij zei dat ze de zieke en gewonde mensen naar Hem toe moesten brengen, zodat Hij ze kon genezen.
Jezus genas die mensen. Iedereen knielde en aanbad Hem.