Hoofdstuk 46 Jezus Christus onderwijst de Nephieten en bidt met ze De Nephieten die Jezus Christus hadden gezien, vertelden hun vrienden dat Hij de volgende dag terug zou komen. Veel mensen deden erg veel moeite om te komen waar Jezus zou zijn. 3 Nephi 19:2–3 De volgende ochtend onderwezen Nephi en de andere discipelen de groep mensen die bijeen was gekomen. De discipelen baden om de Heilige Geest te mogen ontvangen. 3 Nephi 19:6–9 Nephi ging het water in en liet zich dopen. Daarna doopte hij de andere discipelen. 3 Nephi 19:11–12 Na hun doop ontvingen de discipelen de Heilige Geest. Ze werden omringd door vuur, en engelen kwamen uit de hemel en dienden hen. 3 Nephi 19:13–14 Toen de engelen bij de discipelen waren, kwam Jezus tussen hen staan. 3 Nephi 19:15 Christus liet alle Nephieten neerknielen en zei dat zijn discipelen moesten bidden. 3 Nephi 19:16–17 Terwijl ze aan het bidden waren, liep Jezus een eindje van het volk weg. Hij knielde neer en bad tot zijn hemelse Vader. 3 Nephi 19:18–20 Jezus dankte zijn hemelse Vader omdat Hij zijn discipelen de Heilige Geest had gegeven. Toen vroeg Hij om de Heilige Geest te verlenen aan iedereen die de woorden van de discipelen geloofde. 3 Nephi 19:20–21 Jezus zegende zijn discipelen terwijl ze aan het bidden waren. Hij glimlachte naar ze, en ze werden zo wit als zijn gezicht en zijn kleren. 3 Nephi 19:25 Jezus bad opnieuw voor zijn discipelen. Hij was blij dat ze zo’n groot geloof hadden. 3 Nephi 19:29, 35 Christus zei dat de mensen mochten ophouden met bidden, maar dat ze in hun hart moesten blijven bidden. Daarna gaf Hij hun het avondmaal. 3 Nephi 20:1–5 Niemand had brood of wijn meegenomen, maar de Heiland zorgde op een wonderbaarlijke manier dat er brood en wijn was. 3 Nephi 20:6–7 Jezus Christus vertelde de Nephieten dat zijn evangelie in de laatste dagen weer op aarde zou zijn. 3 Nephi 21:1, 3, 7, 9 Hij zei dat ze de Schriften moesten bestuderen, en hij liet Nephi alle andere vervullingen van profetieën van Samuel de Lamaniet opschrijven. 3 Nephi 23:1, 9–13 Daarna onderwees Jezus het volk uit de Schriften. Hij zei dat ze elkaar moesten leren wat Hij hun had geleerd. 3 Nephi 23:14 Jezus ging weer terug naar de hemel en de discipelen onderwezen het volk. De mensen die geloofden, werden gedoopt en ontvingen de Heilige Geest. 3 Nephi 26:15, 17 De Nephieten gehoorzaamden alle geboden. 3 Nephi 26:20