Hoofdstuk 35
Opperbevelhebber Moroni en Pahoran
Maar Helaman en zijn leger hadden hulp nodig. Ze hadden niet genoeg soldaten om zo veel steden te verdedigen.
Opperbevelhebber Moroni schreef een brief naar Pahoran, de opperrechter en regeerder. Hij vroeg of Pahoran meer soldaten wilde sturen om het leger van Helaman te helpen.
De Lamanieten vielen een Nephitische stad aan die Helaman had heroverd. Ze doodden veel Nephieten en verjoegen de anderen.
Moroni was kwaad omdat de regeringsleiders geen hulp hadden gestuurd. Hij stuurde Pahoran opnieuw een brief.
Opperbevelhebber Moroni schreef dat veel mensen waren gedood omdat Pahoran niet meer soldaten had gestuurd.
Als Pahoran niet gauw mannen en voedsel stuurde, zou Moroni met zijn leger naar Zarahemla gaan en pakken wat ze nodig hadden.
Al gauw kreeg Moroni een brief van Pahoran. Hij was verdrietig omdat Moroni en zijn leger het zo moeilijk hadden.
Pahoran vertelde Moroni dat een groep slechte Nephieten, de koningsgezinden, niet wilden dat Pahoran opperrechter was. Ze hadden hem en zijn aanhangers uit Zarahemla verjaagd.
Pahoran zei ook dat hij een leger bijeenriep om Zarahemla te heroveren.
De koningsgezinden hadden iemand tot koning uitgeroepen om hen te leiden. Ze hadden zich ook bij de Lamanieten aangesloten.
Pahoran was niet kwaad toen hij las wat Moroni had geschreven. Hij wilde ook vrijheid voor de Nephieten.
Hij vroeg of Moroni met wat mannen wilde komen en onderweg nog meer mannen verzamelen. Zo konden ze samen Zarahemla heroveren.
Opperbevelhebber Moroni was blij dat Pahoran nog steeds trouw was aan zijn land, en dat hij nog steeds vrijheid voor het volk wilde.
Moroni verzamelde wat mannen, en samen gingen ze naar Pahoran. Hij droeg het vrijheidsvaandel met zich mee, en onderweg sloten duizenden mannen zich bij hem aan.
De legers van Moroni en Pahoran marcheerden samen naar Zarahemla. Ze doodden de koning van de slechte Nephieten en namen zijn soldaten gevangen.
Daarna stuurde Moroni voedsel en twaalfduizend soldaten om de Nephitische legers te helpen. Die troepen verjaagden de Lamanieten, en er was weer vrede in het land.