Hoofdstuk 12
De bruiloft in Kana
Jezus Christus en zijn discipelen gingen naar een bruiloft in Kana. Maria, de moeder van Jezus, was er ook. Ze zei tegen Jezus dat er niet genoeg wijn voor de gasten was.
Jezus had respect voor zijn moeder en Hij hield van haar. Hij vroeg haar wat Hij kon doen.
Maria zei tegen de bedienden dat ze moesten doen wat Jezus zou vragen.
Jezus liet de bedienden zes grote stenen vaten met water vullen. In ieder vat kon tussen de 68 en 102 liter. Toen veranderde Hij het water in wijn.
Hij liet de bedienden wijn uit de vaten halen en aan de leider van het feest geven.
De leider van het feest was verbaasd toen hij de wijn dronk. De beste wijn werd meestal aan het begin van een feest geschonken. Maar deze keer werd de beste wijn aan het eind geschonken.
Dit is het eerste wonder in de Bijbel dat Jezus tijdens zijn leven op aarde verrichtte. Hij deed het om zijn moeder te helpen. Ook het geloof van zijn discipelen werd erdoor versterkt.