Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 22:{1><1} De man met een onreine geest


Hoofdstuk 22

De man met een onreine geest

Man with an unclean spirit - ch.25-1

Een man die op een begraafplaats bij het meer van Galilea woonde had een onreine geest bij zich waardoor hij zich wild gedroeg. Mensen bonden hem met kettingen vast, maar hij brak de kettingen.

The man with the unclean spirit cries and cuts himself with stones - ch.25-2

De man woonde dag en nacht in de bergen en in grotten. Hij schreeuwde altijd en sloeg zichzelf met stenen.

The man runs to meet Jesus as He disembarks - ch.25-3

Op een dag gingen Jezus en zijn discipelen met een boot naar de overkant van het meer van Galilea. Toen de Heiland uit de boot stapte, rende de man naar Hem toe.

Jesus commands the unclean spirit to come out of the man - ch.25-4

Jezus gebood de boze geest om uit het lichaam van de man te gaan. De boze geest wist dat Jezus de Zoon van God was. Hij vroeg Jezus om hem geen pijn te doen.

The unclean spirit says his name is Legion and begged Jesus to send them into the swine - ch.25-5

Toen de Heiland aan de boze geest vroeg wat zijn naam was, zei hij: ‘Mijn naam is legioen’, wat velen betekent. Er waren veel boze geesten in de man. Ze vroegen Jezus of zij in het lichaam van een groep zwijnen mochten gaan.

The evil spirits enter the bodies of the swine and rush into the sea and drown - ch.25-6

Jezus zei dat het goed was. De boze geesten gingen uit de man en in het lichaam van zo’n tweeduizend zwijnen. De zwijnen renden een heuvel af, in het meer en verdronken.

The men who cared for the swine ran to tell other people what had happened and they came and saw that the man wasn't wild anymore - ch.25-7

De man die voor de zwijnen zorgde, rende naar de stad en vertelde de mensen wat er was gebeurd. De mensen kwamen naar Jezus en de wilde man kijken. Maar de man was niet wild meer.

The people were afraid of Jesus and asked Him to go away - ch.25-8

Daardoor werden de mensen bang voor Jezus. Zij vroegen Hem om weg te gaan. Hij ging terug naar de boot.

Jesus tells the man not to come with Him but go and tell his friends about how he had been healed - ch.25-9

De man die was genezen wilde met Hem meegaan. Maar de Heiland zei dat hij naar huis moest gaan en zijn vrienden vertellen wat er met hem gebeurd was.

The man's friends marvelled at what he told them - ch.25-10

De man vertelde het aan zijn vrienden, en zij waren verbaasd over de grote macht van Jezus.