Hoofdstuk 28
Jezus voedt vijfduizend mensen
Sommige vrienden van Johannes de Doper zeiden tegen Jezus dat Johannes door de koning was gedood.
Toen Jezus dat hoorde, ging Hij naar een plek bij het meer van Galilea om alleen te zijn. Veel mensen wisten waar Hij was. Meer dan vijfduizend mensen volgden Hem en hoopten dat Hij hen zou onderwijzen.
Jezus leerde ze veel. Het was tijd om te eten, maar de meeste mensen hadden geen eten bij zich. De discipelen wilden dat Jezus de mensen naar het dichtstbijzijnde dorp zou sturen om eten te kopen.
Jezus vroeg de discipelen om te kijken wie er eten bij zich had. Ze vonden een jongen die vijf broden en twee kleine vissen had.
Jezus vroeg de mensen om te gaan zitten. Hij zegende het brood en de vissen en brak ze in stukken.
De discipelen gaven het voedsel aan de mensen. Er was meer dan genoeg voor iedereen.