Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 29:{1><1} Jezus loopt op het water


Hoofdstuk 29

Jezus loopt op het water

Jesus's disciples are in a boat on the Sea of Galilee in the midst of a storm - ch.29-1

Nadat Hij de vijfduizend mensen eten had gegeven, ging Jezus een berg op om te bidden. Zijn discipelen gingen met een boot naar de overkant van het meer van Galilea. Toen het avond werd, begon het te waaien en werden de golven hoger.

Jesus walks over the water to get to the boat - ch.29-2

Later die avond ging Jezus naar zijn discipelen toe. Hij liep op het water om naar de boot te gaan.

The disciples are afraid when they see Jesus walking on the water - ch.29-3

De discipelen zagen Hem op het water lopen. Ze waren bang. Ze dachten dat Hij een geest was. Jezus riep naar hen: ‘Ik ben het, weest niet bevreesd!’

Peter walks on the water toward the Savior - ch.29-4

Petrus wilde ook op het water lopen. Jezus zei dat Petrus naar Hem toe moest komen. Petrus klom uit de boot. Hij begon op het water naar de Heiland toe te lopen.

Because of the strong wind Peter is afraid and begins to sink - ch.29-5

Omdat het zo hard waaide, werd Petrus bang. Hij begon in het water te zakken en riep naar Jezus om hulp.

The Savior takes Peter by the hand and asks why he is afraid - ch.29-6

De Heiland pakte de hand van Petrus beet. Hij vroeg Petrus waarom hij niet meer geloof had.

Jesus and Peter walked to the boat and the storm ceased - ch.29-7

Toen Jezus en Petrus bij de boot kwamen, hield de storm op. Alle discipelen aanbaden de Heer. Ze wisten dat Hij de Zoon van God was.