Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 38:{1><1} De Farizeeër en de tollenaar


Hoofdstuk 38

De Farizeeër en de tollenaar

Afbeelding
Jesus tells a parable to some people who think they are better and more righteous than others - ch.40-1

Jezus sprak een keer met enkele mensen die dachten dat ze beter waren dan andere mensen. Jezus vertelde ze een verhaal.

Afbeelding
A Pharisee and a publican go to the temple to pray - ch.40-2

Er waren twee mannen die naar de tempel gingen om te bidden. De ene was een Farizeeër. De andere was een tollenaar, dat is een belastingontvanger. De mensen hielden niet van belastingontvangers. Ze vonden dat ze niet eerlijk waren.

Afbeelding
The Pharisee thanks God that he is better than other people - The publican prays for mercy on himself as a sinner - ch.40-3

De Farizeeër stond ergens te bidden waar iedereen hem kon zien. Hij bedankte God dat hij beter was dan andere mensen. Hij zei dat hij twee keer per week vastte en zijn tiende betaalde. De tollenaar stond in een hoekje, boog zijn hoofd en bad: ‘O God, wees mij, zondaar, genadig!’

Afbeelding
Jesus explains that the Pharisee thought he did not sin or need help from God, but the publican admitted sinning and wanted to repent - ch.40-4

De Farizeeër dacht dat hij volmaakt was en geen hulp van God nodig had. De tollenaar wist dat hij niet volmaakt was en dat hij de hulp van God nodig had. Hij was nederig en vroeg God om vergeving.

Afbeelding
Jesus tells the people to be like the publican because he, not the Pharisee, would be forgiven - ch.40-5

Jezus zei dat mensen als de tollenaar moeten zijn. Ze mogen niet denken dat ze beter zijn dan andere mensen. Ze moeten zich van hun zonden bekeren en God om vergeving vragen.

Afdrukken