Hoofdstuk 7 De wijzen uit het oosten Enkele wijze mannen woonden in een ander land. Zij wisten wat de profeten over de geboorte van Jezus hadden gezegd. Toen ze een nieuwe ster in de lucht zagen, wisten ze dat er een nieuwe koning was geboren. Matteüs 2:1–2 De wijzen gingen naar Herodes toe, een koning van de joden, in Jeruzalem. Zij vroegen hem waar de nieuwe koning was. Herodes zei dat ze in Betlehem moesten kijken. Als ze de baby hadden gevonden moesten ze dat aan Herodes komen vertellen. Matteüs 2:1–2, 8 De wijzen gingen naar Betlehem en vonden Jezus. Zij aanbaden Hem en gaven Hem geschenken. Ze droomden dat ze niet terug naar Jeruzalem moesten gaan om Herodes te vertellen waar de baby was. En dat deden ze niet. Matteüs 2:11–12