Verhalen uit de Schriften
Hoofdstuk 53:{1><1} Jezus wordt gekruisigd


Hoofdstuk 53

Jezus wordt gekruisigd

The soldiers mock and spit on Jesus - ch.53-1

De soldaten sloegen Jezus met zwepen. Zij trokken Hem een paars kleed aan. Ze maakten een kroon van doornen en zetten die op zijn hoofd. Ze lachten Hem uit en spuugden op Hem. Ze noemden Hem ‘Koning der Joden’.

Jesus is nailed to the cross and lifted up between two thieves - ch.53-2

Veel mensen volgden de soldaten toen die Jezus naar een heuvel bij Jeruzalem brachten. Ze lieten Hem zijn eigen kruis dragen. Ze nagelden zijn handen en voeten vast aan het kruis. Ze kruisigden ook twee misdadigers.

Jesus asks Heavenly Father to forgive the soldiers - ch.53-3

Jezus ging bidden. Hij vroeg onze hemelse Vader of Hij de soldaten wilde vergeven. Die wisten niet dat Hij de Heiland was.

Jesus tells John to care of His mother Mary - ch.53-4

Maria, de moeder van Jezus, stond bij het kruis. De apostel Johannes was er ook. Jezus zei dat Johannes voor zijn moeder moest zorgen. Johannes nam de moeder van Jezus mee naar huis.

Jesus dies on the cross - ch.53-5

Het werd donker in het land. De Heiland leed vele uren aan het kruis. Uiteindelijk ging zijn geest uit zijn lichaam en stierf Hij.

The soldiers are afraid when they see the earthquake - ch.53-6

Toen Hij stierf, brak een aardbeving grote rotsen in stukken. Een gordijn in de tempel, het voorhangsel genoemd, scheurde in tweeën. De Romeinse soldaten werden bang.

Jesus' body is placed in a tomb - ch.53-7

Een van de discipelen van Jezus haalde het lichaam van de Heiland van het kruis. Hij wikkelde het in doeken en legde het in een graf. Er werd een grote steen voor het graf gerold.