Hoofdstuk 15
De vrouw bij de bron
Jezus ging van Jeruzalem naar Galilea. Hij reisde door Samaria en kwam bij een bron.
Hij was moe en rustte bij de bron uit. Een Samaritaanse vrouw kwam water halen. Jezus vroeg haar om wat water.
Omdat joden meestal niet met Samaritanen spraken, was de vrouw verbaasd.
Jezus zei tegen de vrouw dat Hij haar een soort water kon geven waardoor ze nooit meer dorst zou hebben. Hij legde uit dat Hij de Heiland was. Het water dat Hij haar zou geven, was het ‘levende water’ van het eeuwige leven.
De vrouw ging naar de stad en vertelde veel mensen over Jezus. Ze kwamen naar de bron om zelf naar Jezus te luisteren. Velen van hen geloofden zijn woorden.