De eerste gelijkenis Het verloren schaap Een goede herder had 100 schapen. Een daarvan was verdwaald. Lucas 15:4 De herder liet de andere 99 schapen achter om het verloren schaap te zoeken. Toen hij het vond, was hij erg gelukkig. Lucas 15:4–5 De herder droeg het schaap naar huis. Hij riep al zijn vrienden en buren bij elkaar om te vieren dat het verloren schaap was gevonden. Lucas 15:5–6 Jezus Christus legde aan de Farizeeërs uit wat de gelijkenis betekende. Hij zei dat mensen die zondigen op het verloren schaap lijken. Lucas 15:7 Net als de herder het verloren schaap wilde redden, wil Jezus de mensen redden die zondigen. Marcus 2:17 Jezus zei dat Hij daarom met de zondaars sprak. Matteüs 18:11 (zie BJS, Matteüs 18:11) Marcus 2:17 En net als de herder erg blij was toen hij het verloren schaap had gevonden, is Jezus erg blij als wij ons bekeren. Lucas 15:6–7