De tweede gelijkenis
De verloren penning
Een vrouw had tien zilveren munten. Ze verloor een van de munten. Ze zocht er overal in haar huis naar.
Eindelijk vond ze de munt. Ze was erg blij. Ze ging het aan haar vriendinnen en buren vertellen. Die waren eveneens blij dat ze haar verloren munt had teruggevonden.
De leiders en leden van de kerk lijken op de vrouw in het verhaal. De verloren munt is als een lid van de kerk dat niet naar de kerk gaat of die de geboden niet meer onderhoudt. Het is alsof zij van de kerk verdwaald zijn. Jezus Christus wil dat de leden van de kerk hun verloren broeders en zusters opzoeken en naar Hem terugbrengen. Hij is heel erg blij als dat gebeurt.
Jezus de Christus, pp. 335–336
De vrienden en naasten in het verhaal zijn met de engelen van God te vergelijken. De engelen zijn erg blij als iemand zich bekeert.