Bibliotheek
Les 19: 1 Nephi 18


Les 19

1 Nephi 18

Inleiding

Op aanwijzing van de Heer bouwen Nephi en de anderen het schip af en zetten koers naar het beloofde land. Tijdens hun reis kwamen Laman en Lemuël en de zoons van Ismaël en hun vrouwen in opstand tegen de Heer. Toen Nephi hen terechtwees, bonden Laman en Lemuël hem met touwen vast. Bijgevolg werkte de Liahona niet meer en waren ze niet in staat te bepalen in welke richting ze het schip moesten sturen. Toen het leven van iedereen aan boord door een hevige storm op het spel stond, bekeerden ze zich en maakten ze Nephi los. Nephi bad dat de storm zou gaan liggen, en de Heer hielp ze hun reis wederom richting het beloofde land te vervolgen.

Onderwijstips

1 Nephi 18:1–8

Lehi’s familie bereidt zich voor om naar het beloofde land te varen

Zet de macht van de Heer en mijn inzet op het bord. Vraag de leerlingen te denken aan een probleem waarmee ze kampen. Laat ze kiezen waardoor (de macht van de Heer of mijn inzet) het probleem het beste opgelost kan worden en vraag ze uit te leggen waarom. Laat de cursisten na een korte bespreking overwegen hoe Nephi’s voorbeeld in 1 Nephi 18 ze kan helpen hun problemen tegemoet te treden.

Afbeelding
Lehi en zijn volk komen in het beloofde land aan

Toon de plaat ‘Lehi en zijn volk komen in het beloofde land aan’ (62045; Evangelieplatenboek [2009], nummer 71).

Laat de cursisten 1 Nephi 18:1–8 doorlezen. Vraag ze te letten op (1) wat Nephi en zijn familie deden om zich voor te bereiden op hun reis naar het beloofde land en (2) wat de Heer deed om ze te helpen.

  • Waarom is het zo veelzeggend dat Nephi ‘van tijd tot tijd’ openbaring ontving?

  • Welk verband zie je in 1 Nephi 18:2–3 tussen Nephi’s daden en de hulp die hij van de Heer ontving?

  • In welk opzicht waren de aanwijzingen van de Heer en Nephi’s eigen inspanningen beide onmisbaar om het schip af te bouwen en de reis naar het beloofde land te maken?

Laat de cursisten enkele beginselen samenvatten die we uit Nephi’s voorbeeld kunnen leren. Als de cursisten de gelegenheid hebben gehad om waarheden te identificeren die ze hebben geleerd, zet u het volgende beginsel op het bord: Als we willen volbrengen wat de Heer gebiedt, moeten we zijn hulp zoeken en zelf aan het werk gaan.

  • Wanneer heb je leiding of aanwijzingen van de Heer ontvangen en je ook zelf moeten inspannen om een van zijn geboden na te komen?

Nodig de cursisten uit om elkaars antwoorden op de gestelde vraag in hun Schriftendagboek of aantekenschrift te noteren.

Wijs erop dat we allemaal Gods hulp nodig hebben om zijn geboden te gehoorzamen en de evangelienormen na te leven die worden genoemd in het boekje Voor de kracht van de jeugd. (Zorg dat u een exemplaar van het boekje Voor de kracht van de jeugd vóór de les hebt doorgelezen.) Spoor de cursisten aan een gebod of evangelienorm voor ogen te houden waarbij ze Gods hulp hard nodig hebben om er gehoorzaam aan te zijn. Geef ze de tijd om in hun Schriftendagboek te noteren (1) hoe ze de hulp van de Heer kunnen zoeken om er gehoorzaam aan te zijn en (2) welke inspanningen ze zelf moeten verrichten om er gehoorzaam aan te zijn.

1 Nephi 18:9–25

Laman en Lemuël komen met anderen in opstand waardoor de reis naar het beloofde land wordt belemmerd

Stel de volgende vraag:

  • Wat zijn volgens jullie enkele redenen waarom we moeilijkheden te verduren krijgen?

Als u die vraag hebt besproken, laat u een cursist het volgende citaat van ouderling L. Whitney Clayton van de Zeventig voorlezen. Laat de klas letten op drie redenen die ouderling Clayton noemde voor de moeilijkheden die we doormaken:

‘In algemene zin komen onze lasten uit drie bronnen voort. [1] Sommige lasten zijn een natuurlijk gevolg van de omstandigheden in deze wereld. Ziekte, lichamelijke beperkingen, orkanen en aardbevingen doen zich van tijd tot tijd buiten onze schuld voor. […]

‘[2] Andere lasten krijgen we opgelegd door het wangedrag van anderen. Mishandeling en verslavingen kunnen van het gezin allesbehalve een stukje hemel op aarde maken. Zonde, verkeerde tradities, verdrukking en misdaad maken veel belaste slachtoffers op het levenspad. […]

‘[3] Onze eigen fouten en tekortkomingen zorgen vaak voor problemen en een zware last op onze schouders. De zwaarste last die wij onszelf kunnen opleggen, is de last van onze zonden.’ (‘Opdat uw lasten licht zullen zijn’, Liahona, november 2009, pp. 12–13.)

Zet op het bord (1) omstandigheden in de wereld, (2) wangedrag van anderen en (3) onze eigen fouten en tekortkomingen.

Leg uit dat nadat Lehi en zijn familie zich hadden ingescheept voor hun reis over de oceaan, Laman, Lemuël en anderen verkeerde keuzes maakten waardoor iedereen op het schip in moeilijkheden kwam. Vraag een cursist 1 Nephi 18:9 voor te lezen. Laat de cursisten hun hand opsteken wanneer ze horen dat iemand een verkeerde keuze maakt.

  • Welke verkeerde keuzes maakten Laman, Lemuël, de zoons van Ismaël en hun vrouwen? Waarom waren die verkeerd?

Laat de cursisten beseffen dat het niet verkeerd is om te dansen, naar muziek te luisteren of pret te maken, maar dat dit vers aangeeft dat Laman, Lemuël en de anderen deze dingen met ‘buitengewone ruwheid’ deden (1 Nephi 18:9). Leg uit dat in deze context het woord ruwheid onder meer vulgair of grof betekent. De tegenstander kan onze gevoelens en gedachten door middel van dansen, muziek en ons taalgebruik aantasten en ons het gezelschap van de Heilige Geest doen verliezen.

Vraag een cursist 1 Nephi 18:10 voor te lezen.

  • Waar vreesde Nephi volgens 1 Nephi 18:10 voor dat er zou gebeuren als zij die in opstand kwamen zich niet bekeerden?

  • Hoe probeerde Nephi ze te helpen? (Merk op dat hij dat met grote ernst deed.)

Laat de cursisten overwegen hoe ze zouden reageren als een familielid of kerkleider hen vroeg naar andere muziek te luisteren, anders te dansen of anders te spreken. Laat ze zich afvragen of ze bereid zouden zijn om te luisteren en te veranderen.

Vraag een cursist 1 Nephi 18:11 voor te lezen.

  • Hoe reageerden Laman en Lemuël volgens 1 Nephi 18:10–11 op de raad van Nephi?

  • Waarom liet de Heer toe dat Laman en Lemuël Nephi vastbonden?

Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 1 Nephi 18:12–14, 17–19 voor te lezen. Laat de cursisten letten op woorden die de gevolgen van het gedrag van Laman en Lemuël beschrijven. Vraag de cursisten de evangeliebeginselen te benoemen die ze uit dit verhaal kunnen leren. Een van de mogelijke antwoorden is dat zonde ons en soms ook anderen leed berokkent. U helpt uw cursisten dit beginsel toe te passen door vragen te stellen zoals:

  • Welke uitwerking hadden de opstandige daden van enkelingen op de hele groep?

  • Hoe kunnen onverstandige of opstandige keuzes onze mogelijkheid om openbaring te ontvangen in de weg staan?

Lees eventueel als onderdeel van deze bespreking de volgende uitspraak van president Boyd K. Packer van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

‘We hebben golven van eerbied en gebrek aan eerbied in de kerk gezien. Hoewel velen een groot compliment verdienen, dwalen we toch af. We hebben reden om ons ernstig zorgen te maken.

‘De wereld wordt steeds luidruchtiger. Kleding, uiterlijke verzorging en gedrag worden steeds vrijer, slordiger en onverzorgder. Wilde muziek […] met obscene teksten dreun[t] uit de boxen. […] Variaties op deze dingen worden steeds algemener aanvaard en beïnvloeden onze jeugd. […]

‘Deze mode van meer lawaai, meer opwinding, meer conflicten, minder beheersing, minder waardigheid en minder formaliteit is niet toevallig noch onschuldig.

‘Tijdens een militaire invasie is het eerste bevel van de commandant altijd om de communicatielijnen van de tegenstander te storen.

‘Oneerbiedigheid past uitstekend bij de doelstellingen van de tegenstander om de gevoelige kanalen van openbaring in zowel de geest als het verstand te storen.’ (‘Reverence Invites Revelation’, Ensign, november 1991, p. 22.)

  • Als je opstandig en ongehoorzaam werd, wat voor invloed zou dat dan op je familie hebben? Wat voor invloed zou dat op je vriendenkring hebben? Wat voor invloed zou dat op je klas of quorum hebben?

Vestig nogmaals de aandacht op de drie bronnen voor moeilijkheden op het bord. Leg uit dat we uit de rest van dit hoofdstuk kunnen leren hoe we op moeilijkheden dienen te reageren, of die nu uit onze eigen keuzes of de keuzes van anderen voortvloeien. Vraag de cursisten 1 Nephi 18:15–16, 20–23 individueel te lezen. Laat ze letten op waarheden die in beide situaties van toepassing kunnen zijn. Vraag ze in hun eigen woorden te vertellen wat ze ontdekken. Hun antwoorden kunnen het volgende omvatten:

  • We kunnen onze blik op God richten en trouw blijven in tijden van moeilijkheden.

  • Gebed kan ons helpen gemoedsrust te vinden in tijden van moeilijkheden.

Wijs de cursisten bij het geven van hun antwoorden op Nephi’s rechtschapen voorbeeld in tijden dat hij moeilijkheden ondervond. Vraag een cursist het volgende getuigenis van ouderling L. Whitney Clayton voor te lezen. Laat de klas benoemen wat ouderling Clayton ons aanraadt om in tijden van beproeving te doen:

‘Welke lasten wij ook meetorsen als gevolg van natuurlijke omstandigheden, het wangedrag van anderen of onze eigen fouten en tekortkomingen, wij zijn allemaal kinderen van een liefhebbende hemelse Vader. Hij heeft ons naar de aarde gestuurd als onderdeel van zijn eeuwige plan voor onze groei en vooruitgang. Onze unieke persoonlijke ervaringen kunnen ons voorbereiden om naar Hem terug te keren. […] Wij moeten er alles aan doen om onze lasten “goed” te dragen [zie LV 121:7–8]. […]

‘[…] Ik weet dat als wij ons aan de geboden en onze verbonden met God houden, Hij ons helpt met onze lasten. Hij geeft ons kracht. Als wij ons bekeren, vergeeft Hij onze zonden en zegent Hij ons met gemoedsrust en vreugde.’ (‘Opdat uw lasten licht zullen zijn’, pp. 13–14.)

Spoor de cursisten aan om na te denken over een van de waarheden die ze in deze les hebben geleerd.

  • Wanneer heb je deze waarheid in jouw leven of het leven van iemand anders gezien?

U kunt desgewenst zelf getuigen dat God ons door onze moeilijkheden heen kan helpen als wij trouw zijn, ons bekeren en tot Hem terugkeren.

Wijs de cursisten er tot slot op dat Nephi en zijn familie ondanks de moeilijkheden die ze te verduren kregen uiteindelijk het beloofde land bereikten. Getuig dat als we de leiding van de Heer zoeken en er ijverig aan werken die te volgen, ook wij de reis met goed gevolg kunnen volbrengen waartoe de Heer ons naar de aarde heeft gestuurd.

Afdrukken