Bibliotheek
Mosiah


Inleiding tot het boek Mosiah

Waarom dit boek bestuderen?

In het boek Mosiah komen de cursisten met krachtige getuigenissen aangaande de zending van Jezus Christus in aanraking. Zij doen ook kennis op over een volk dat de Heer uit de slavernij van zonde of van onderdrukking verloste. De cursisten komen verder te weten hoe de rechtvaardige inspanningen van personen zoals koning Benjamin, Abinadi en Alma anderen enorm tot zegen zijn geweest. Anderzijds zien de cursisten hoe de verkeerde keuzes van personen zoals Zeniff en zijn zoon, koning Noach, negatieve gevolgen had voor henzelf en hun volk.

Wie heeft dit boek geschreven?

Mormon heeft de kronieken van diverse andere schrijvers gecompileerd en samengevat tot het boek Mosiah. Het boek is genoemd naar Mosiah, een zoon van koning Benjamin. Mosiah was een profeet, ziener, openbaarder en koning die van ongeveer 124 v.C. tot 91 v.C. in Zarahemla regeerde. Hij was vernoemd naar zijn grootvader Mosiah, die eveneens koning van Zarahemla was (zie Omni 1:12–13, 19).

Mormon putte voor de compilatie van het boek Mosiah uit diverse kronieken. Hij vatte de kroniek samen met details over de geschiedenis van de Nephieten in het land Zarahemla die Mosiah op de grote platen van Nephi had bijgehouden, en hij citeerde daaruit (zie Mosiah 1–7; 25–29). Hij putte ook uit de kroniek van Zeniff, waarop de geschiedenis van het volk van Zeniff is opgetekend vanaf het moment van hun vertrek uit Zarahemla tot hun terugkeer (zie Mosiah 7–22). Daarnaast citeerde Mormon uit en vatte hij delen samen van de geschriften van Alma, die de woorden van Abinadi bewaarde en een kroniek bijhield van zijn eigen volk (zie Mosiah 17:4; 18; 23–24).

Voor wie is dit boek geschreven en waarom?

Mormon richt het boek Mosiah niet tot een bepaalde groep en geeft ook niet aan waarom hij dit boek schreef. Het boek Mosiah draagt echter wel in grote mate bij aan de overkoepelende doelen van het Boek van Mormon — om te getuigen dat Jezus de Christus is en om de verbonden van de Heer bekend te maken (zie de titelpagina van het Boek van Mormon). Het boek Mosiah bevat twee meesterlijke redevoeringen over de zending van Jezus Christus: de woorden van koning Benjamin in Mosiah 2–5 en de woorden van Abinadi in Mosiah 12–16. Daarnaast illustreert het boek Mosiah herhaaldelijk het belang van het sluiten en nakomen van verbonden met de Heer (zie Mosiah 5:5–9; 18:5–10; 21:31–32; 24:13–15; 25:16–18; 26:20).

Wanneer en waar is het geschreven?

De oorspronkelijke kronieken waarop het boek Mosiah is gebaseerd, zijn vermoedelijk geschreven tussen 200 v.C. en 91 v.C. Mormon vatte die kronieken ergens tussen 345 n.C. en 385 n.C. samen. Mormon vermeldt niet waar hij zich bevond toen hij dit boek compileerde.

Wat zijn enkele onderscheidende kenmerken van dit boek?

Mosiah is het eerste boek in het Boek van Mormon dat is samengevat van de grote platen van Nephi. Er staan leringen in over de capaciteiten van een ziener (zie Mosiah 8:13–18; 28:10–17). Daarnaast geeft het boek Mosiah een uniek verslag van de ervaringen en reizen van afzonderlijke groepen Nephieten — die in het land Zarahemla; die geregeerd werden door Zeniff, Noach en Limhi in the land Nephi; en die met Alma het land Nephi ontvluchtten. Meer informatie over deze groepen is te vinden in het overzicht van de reizen in Mosiah 7–24, in het aanhangsel achterin dit boek.

Het boek Mosiah beschrijft de eenwording van de groepen die door Limhi en Alma werden geleid met de Nephieten in het land Zarahemla (zie Mosiah 25:1–13). Er staan ook details in over het bestuur van de kerk van Jezus Christus in het gehele land Zarahemla (zie Mosiah 25:14–24; 26). Tot slot introduceert het boek Mosiah de regering der rechters (zie Mosiah 29).

Overzicht

Mosiah 1–5 Koning Benjamin benoemt zijn zoon Mosiah als zijn opvolger en brengt verslag uit over zijn regering. Benjamin predikt over Jezus Christus en nodigt zijn volk uit om een verbond met God aan te gaan.

Mosiah 6–8 Mosiah begint zijn regering. Ammon en vijftien anderen zoeken naar de nakomelingen van het volk van Zeniff in het land Nephi. Ammon ontmoet koning Limhi, een kleinzoon van Zeniff, en verneemt hoe het volk in knechtschap werd gebracht.

Mosiah 9–17 De geschiedenis van het volk van Zeniff wordt beschreven. Na Zeniffs dood regeert zijn zoon Noach in goddeloosheid. Abinadi getuigt van Jezus Christus en spoort koning Noach en zijn volk tot bekering aan. Abinadi sterft de vuurdood.

Mosiah 18–20 Alma, een priester van koning Noach, bekeert zich. Hij predikt het evangelie en vlucht met zijn volgelingen de wildernis in. Nephieten in het land Nephi worden door de Lamanieten aangevallen en in knechtschap gebracht. Noach wordt door zijn volk gedood en zijn zoon Limhi volgt hem op.

Mosiah 21–22 Limhi en zijn volk bekeren zich. De Heer bevrijdt hen uit hun knechtschap en Ammon leidt hen naar het land Zarahemla.

Mosiah 23–24 Alma en zijn volgelingen vestigen de stad Helam. Zij worden in knechtschap gebracht door de Lamanieten en vervolgd door Amulon en zijn broeders, voormalige priesters van koning Noach. De Heer bevrijdt Alma en zijn volk en leidt hen naar het land Zarahemla.

Mosiah 25–29 De Nephieten verenigen zich onder koning Mosiah, en Alma bestuurt de kerk. Alma’s zoon Alma (vaak Alma de jonge genoemd) en de zonen van Mosiah komen tot bekering. Vóór zijn dood stelt Mosiah de regering der rechters in.

Afdrukken