Les 53
Mosiah 3
Inleiding
Koning Benjamin zet zijn toespraak tot zijn volk voort en brengt daarbij de woorden over die een engel tot hem had gesproken over de bediening van Jezus Christus. Koning Benjamin getuigde dat wie gezondigd hebben, door geloof in Jezus Christus en bekering eeuwig heil kunnen ontvangen. Hij leerde ons ook dat iemand die zich overgeeft aan de ingevingen van de Heilige Geest dankzij de verzoening ‘de natuurlijke mens aflegt en een heilige wordt’ (Mosiah 3:19).
Onderwijstips
Opmerking: Als u de cursisten in de vorige les hebt aangemoedigd om Mosiah 2:17 uit het hoofd te leren en in praktijk te brengen, laat ze dan desgewenst vandaag over hun ervaringen vertellen. Besteed daar echter niet te veel tijd aan. Laat voldoende tijd over om de leerstellingen en beginselen in Mosiah 3 te bespreken.
Mosiah 3:1–10
Koning Benjamin spreekt met de woorden van een engel over de verzoening van Jezus Christus
Laat een leeg glas en een fles water zien. Laat een cursist voordoen hoeveel water hij of zij in het glas zou schenken voor iemand die maar een klein slokje wil. Laat de cursist daarna voordoen hoeveel hij of zij in zou schenken voor iemand die zich ermee wil verzadigen. Laat de cursisten over de volgende vraag nadenken:
-
Als het water vreugde voorstelt, hoe vol zou je je glas dan willen hebben?
Leg uit dat de leringen in Mosiah 3 de cursisten zal laten zien hoe ze met vreugde kunnen worden vervuld.
Laat een cursist Mosiah 3:2–5 voorlezen. Laat de klas letten op de herkomst van koning Benjamins boodschap in Mosiah 3.
Wijs erop dat Mosiah 3 ‘blijde tijdingen van grote vreugde’ (Mosiah 3:3) in de woorden van een engel bevat. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Mosiah 3:5–10 voor te lezen. Laat de klas letten op woorden of zinsneden waardoor ze de zending van Jezus Christus meer gaan waarderen. Laat ze die woorden en zinsneden desgewenst markeren. Vraag enkele cursisten welke woorden en zinsneden ze hebben gevonden.
-
Wat brengt Mosiah 3:7 je over de zending van de Heiland bij?
-
Waarom denk je dat deze boodschap volgens de engel grote vreugde zou brengen?
Vraag de cursisten Mosiah 3:5–10 in één zin in hun Schriftendagboek of aantekenschrift samen te vatten. Vraag enkele cursisten na enige tijd te vertellen wat ze hebben opgeschreven. Uit de samenvatting van de cursisten moet blijken dat zij begrijpen dat de engel heeft gezegd dat Jezus Christus heeft geleden zodat wij van onze zonden verlost kunnen worden.
U kunt eventueel met de volgende vraag nader ingaan op de antwoorden van de cursisten:
-
Wat voor gevoelens heb je als je stilstaat bij wat de Heiland voor je heeft gedaan?
Om de cursisten het lijden van de Heiland beter te laten begrijpen, leest u het volgende citaat van ouderling James E. Talmage van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:
‘Christus’ zielenstrijd in de hof is voor het beperkte verstand niet te peilen, noch naar hevigheid, noch naar oorzaak. […] Hij worstelde en kreunde onder een last zoals geen ander wezen dat op aarde heeft geleefd zelfs voor mogelijk kan houden. Het was geen lichamelijke pijn of zielensmart alleen die Hem zo deed lijden dat bloed uit iedere porie naar buiten trad, maar een geestelijke foltering zoals slechts God in staat was te ondergaan. […] In dat uur van zielenstrijd onderging en overwon Christus al de verschrikkingen die Satan, “de overste dezer wereld”, kon teweegbrengen. […] Op de een of andere wijze, in verschrikkelijke, doch voor de mens niet te begrijpen werkelijkheid, nam de Heiland de last van de zonden der mensheid op zich van Adam af tot het einde van de wereld toe.’ (Jesus the Christ, derde editie [1916], p. 613.)
Mosiah 3:11–27
Koning Benjamin getuigt dat wij door de verzoening van Jezus Christus de natuurlijke mens kunnen afleggen en een heilige worden
Vertel de cursisten dat koning Benjamin verschillende groepen mensen beschreef zoals de engel die aan hem had bekendgemaakt, en dat de verzoening van Jezus Christus op elke groep van toepassing is. Zet de volgende vragen op het bord. Laat de cursisten Mosiah 3:11–13, 16 doorlezen en de antwoorden op de volgende vragen opzoeken:
Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. (Laat ze eventueel Leer en Verbonden 137:7–10 lezen om de eerste vraag te kunnen beantwoorden. Laat ze eventueel Moroni 8:8, 17 en Leer en Verbonden 29:46–47 lezen in verband met de derde vraag.)
Lees het volgende citaat voor van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen over de gevolgen van de verzoening voor alle kinderen van onze hemelse Vader:
‘Wij lezen […] dat “zijn bloed verzoent […] de zonden van hen die […] zijn gestorven zonder de wil van God aangaande hen te kennen, of die onwetend hebben gezondigd” (Mosiah 3:11). En “het bloed van Christus [verzoent voor kleine kinderen]” (Mosiah 3:16). Die leringen dat de opstanding en de reinigende kracht van de verzoening voor iedereen zijn, spreken de bewering tegen dat de genade Gods alleen enkele uitverkorenen redt. Zijn genade is voor iedereen. Deze leringen in het Boek van Mormon verruimen onze visie en ons begrip van de allesomvattende liefde van God en de universele uitwerking van zijn verzoening voor alle mensen.’ (‘Alle mensen overal’, Liahona, mei 2006, p. 77.)
-
Welk beginsel leren we uit Mosiah 3:12 over hoe de verzoening op ons van toepassing is? (We worden van onze zonden verlost als we geloof in Jezus Christus oefenen en ons bekeren.)
-
Wat zal er volgens dit vers gebeuren met de mensen die ervoor kiezen geen geloof in Jezus Christus te oefenen en zich niet te bekeren?
Wijs erop dat Mosiah 3:19 een kerntekst is. U kunt de cursisten aansporen deze tekst op zodanige wijze te markeren dat ze die gemakkelijk kunnen terugvinden. Laat de cursisten in Mosiah 3:19 ook letten op de term ‘natuurlijke mens’ die de engel gebruikt. Maak de cursisten duidelijk wat deze uitdrukking betekent door de volgende verklaring in de Gids bij de Schriften voor te lezen:
Een natuurlijke mens is ‘iemand die zich liever laat leiden door de hartstochten, begeerten, lusten en zinnen van het vlees dan door de influisteringen van de Heilige Geest. Zo iemand kan wél materiële maar geen geestelijke zaken begrijpen. Alle mensen zijn vleselijk, ofwel sterfelijk, wegens de val van Adam en Eva. Iedereen die de natuurlijke mens wil afleggen, moet worden wedergeboren door de verzoening van Jezus Christus.’ (Gids bij de Schriften, ‘Natuurlijke mens’, scriptures.lds.org.)
Zet de volgende vragen op het bord. Laat de cursisten in Mosiah 3:19 zoeken naar antwoorden op de vragen.
Wijs erop dat iemand door de verzoening van Jezus Christus meer doet dan alleen de ‘natuurlijke mens’ afleggen. Hij of zij wordt ‘een heilige’. De Heiland verlost ons niet alleen van onze zonden, maar verandert ons ook in een betere persoon dan we ooit zelf zouden kunnen bewerkstelligen. Hij helpt ons meer op Hem te lijken. Lees het volgende citaat van ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om de cursisten deze leer duidelijk te maken:
‘Zowel reine handen als een zuiver hart zijn vereist om de berg des Heren te beklimmen en in zijn heilige stede te staan [zie Psalmen 24:3–4].
‘Ik wil tot u zeggen dat onze handen rein worden door het afleggen van de natuurlijke mens en het overwinnen van zonde en de kwade invloeden in ons leven door de verzoening van de Heiland. Ons hart wordt zuiver als we zijn versterkende macht ontvangen om goed te doen en beter te worden. Al onze rechtvaardige verlangens en goede werken, hoe nodig die ook zijn, kunnen nooit zorgen voor reine handen en een zuiver hart. Het is de verzoening van Jezus Christus die zorgt voor zowel een reinigende en verlossende macht waardoor we de zonde kunnen overwinnen, als een heiligende en versterkende macht waardoor we beter kunnen worden dan op eigen kracht. De oneindige verzoening is voor zowel de zondaar als de heilige in ieder van ons.’ (‘Reine handen en een zuiver hart’, Liahona, november 2007, p. 82.)
Help de cursisten op basis van de volgende vraag samen te vatten welke leerstellingen zij uit Mosiah 3:19 geleerd hebben:
-
Welke evangeliewaarheden vind je zoal in Mosiah 3:19?
De cursisten kunnen uit dit vers onder meer de volgende leerstellingen noemen:
De natuurlijke mens is een vijand van God.
Als we ons overgeven aan de ingevingen van de Heilige Geest, leggen we de natuurlijke mens af.
Door de verzoening van Jezus Christus kunnen wij de natuurlijke mens afleggen en een heilige worden.
Laat de cursisten een van de volgende vragen in hun Schriftendagboek beantwoorden. (U kunt deze vragen vooraf op het bord zetten, als uitreikblad uitdelen of aan de cursisten voorlezen zodat ze die in hun Schriftendagboek kunnen overnemen.)
-
Wat kun je doen om je nog meer over te geven ‘aan de ingevingen van de Heilige Geest’? Wat ga je de komende week doen om je op dit gebied te verbeteren?
-
Welke in Mosiah 3:19 genoemde eigenschap van een kind moet je vooral ontwikkelen? Wat ga je de komende week doen om die eigenschap aan te kweken?
Lees aan de cursisten Mosiah 3:23–26 voor om ze meer waardering voor de verzoening van de Heiland bij te brengen. Leg uit dat de uitdrukking ‘beker van de verbolgenheid Gods’ in vers 26 slaat op het uiteindelijke lijden van wie opzettelijk zonde begaan en zich niet bekeren. Laat een cursist vervolgens Leer en Verbonden 19:16–19 voorlezen. Vraag de cursisten te letten op het woord beker in vers 18.
-
Wat heeft Jezus Christus gedaan zodat we niet ‘uit de beker van de verbolgenheid Gods’ hoeven te drinken? (Hij heeft die beker zelf leeggedronken en de straf voor onze zonden op Zich genomen. Als wij ons oprecht bekeren, hoeven wij die straf niet te ondergaan.)
Geef tot slot uw getuigenis van de waarheden die in deze les zijn besproken.