Thuisseminarieles
Jakob 5–Omni (unit 10)
Inleiding
In deze les verdiepen de cursisten zich in de liefde van de Heer voor hen zoals die in Jakob 5 tot uiting komt. Als er voldoende tijd is, kunt u ze op basis van Jakob 5 hun rol als dienstknecht van de Heer uiteenzetten. De cursisten gaan waarheden uit Jakob 7 bespreken waardoor ze beter kunnen reageren op mensen die hun geloof in twijfel trekken of er kritiek op uiten. Ze krijgen ook de gelegenheid om de klas te vertellen hoe ze hebben toegepast wat ze uit het boek Enos hebben geleerd. Daarnaast kunnen de cursisten hun toespraak houden over hoe we kunnen ingaan op de uitnodiging in Omni om tot Christus te komen. Neem in dat geval vooraf contact op met enkele cursisten en vraag ze zich voor te bereiden om hun toespraak voor de klas te houden.
Onderwijstips
Jakob 5–6
Jakob citeert de gelijkenis van de olijfbomen om aan te tonen dat de Heer ons liefheeft en ijverig arbeidt voor ons heil
Wijs de cursisten erop dat in de gelijkenis van de olijfbomen takken van de tamme olijfboom door de wijngaard heen zijn verspreid. Dat stelt de verstrooiing van Gods verbondsvolk — leden van het huis van Israël — over de hele wereld voor. Uiteindelijk worden alle bomen in de wijngaard echter ziek (zie Jakob 5:46). Leg uit dat dit de periode van de grote afval voorstelt.
Vraag de cursisten Jakob 5:61–62 door te lezen en op te letten wat de Heer zijn knecht (zijn profeet) opdroeg om de bomen weer goede vruchten te laten voortbrengen. Stel daarna de volgende vragen:
-
Wie denk je dat er met die ‘knechten’ worden bedoeld? (Kerkleiders, zendelingen en alle leden van de kerk.)
-
Wat is er uniek aan het tijdstip waarop deze knechten tot het werk worden geroepen?
Leg in het kort uit dat dit werk de vergadering van Israël voorstelt. Om de cursisten te laten inzien dat zij deel uitmaken van de groep knechten die geroepen zijn om in de wijngaard van de Heer te werken, leest u het volgende citaat van ouderling Dean L. Larsen van de Zeventig voor. Laat de cursisten opletten wie hij tot ‘de laatste arbeiders in de wijngaard’ rekent.
‘[Nu] is de tijd waarin de Heer en zijn dienstknechten zich de laatste maal inspannen om de boodschap van de waarheid aan alle volken der aarde te brengen en de nakomelingen van het oude Israël terug te winnen die hun ware identiteit hebben verloren. […]
‘Jullie zijn naar de aarde gekomen nadat het grote fundament voor dit grote werk is gelegd. Het evangelie is voor de laatste maal hersteld. De kerk is in bijna alle delen van de wereld gevestigd. Het toneel is gereed om het slotstuk uit te voeren. Jullie zijn de hoofdrolspelers. Jullie behoren tot de laatste arbeiders in de wijngaard. […] Voor die bediening zijn jullie uitgekozen.’ (‘A Royal Generation’, Ensign, mei 1983, p. 33.)
Stel de volgende vragen:
-
Wie zijn volgens ouderling Larsen de knechten, of ‘laatste arbeiders’, die zijn geroepen om in de wijngaard te werken?
-
Op welke manieren kun je de Heer zoal dienen en anderen helpen om ‘goede vruchten’ voort te brengen?
Lees Jakob 5:71 hardop met de klas. Vraag de cursisten wat de Heer belooft aan wie met hem samen arbeiden. Vraag de cursisten wanneer zij gezegend zijn voor hun inzet voor de Heer.
Jakob 7
Jakob vertrouwt bij zijn confrontatie met Sherem op de Heer en leidt een Nephitische menigte tot de Heer
Opmerking: In Jakob 7 kwamen de cursisten erachter hoe Jakob de aanvallen op zijn geloof in Jezus Christus door de antichrist Sherem weerstond. Hoewel in deze les Jakobs ervaring met Sherem niet centraal staat, kunt u de cursisten de gebeurtenissen wel laten samenvatten en ze een waarheid laten noemen die zij uit Jakobs voorbeeld hebben geleerd. U kunt in het bijzonder de waarheid beklemtonen dat ons geloof niet aan het wankelen kan worden gebracht als ons getuigenis op openbaring en ware geestelijke ervaringen is gebaseerd.
Enos
Nadat Enos vergeving van zijn zonden ontvangt, bidt en arbeidt hij voor het heil van anderen
Teken dit schema op het bord of op een vel papier. Vraag de cursisten naar het verband met de ervaring van Enos.
Deel de klas op in drie groepen. (Als u een kleine klas hebt, kan een groep eventueel uit één persoon bestaan.) Laat de eerste groep Enos 1:4–6 lezen en nagaan welke waarheid we kunnen leren uit Enos’ gebed voor zichzelf. Laat de tweede groep Enos 1:9–10 lezen en nagaan welke waarheid we uit dat gedeelte van Enos’ gebed kunnen leren. Laat de derde groep Enos 1:11–14 lezen en nagaan welke waarheid we uit dat gedeelte van Enos’ gebed kunnen leren. Vraag vervolgens iemand uit elke groep te verwoorden wat ze hebben ontdekt. Vraag de cursisten naar dag 3, opdracht 9 in hun Schriftendagboek te gaan en laat enkele cursisten toelichten hoe ze waarheden uit het boek Enos willen gaan toepassen.
Jarom en Omni
Kroniekschrijvers tekenen de strijd en zegeningen van de Nephieten op
Als de cursisten vragen hebben over de migratie van uiteenlopende groepen mensen naar de landen op het westelijke halfrond, kunt u het materiaal in het cursistenboek over Omni 1:1–30 met ze bespreken, met inbegrip van het citaat van president Anthony W. Ivins van het Eerste Presidium.
Vraag de cursisten de toespraken door te nemen die ze hebben voorbereid over tot Christus komen (dag 4, opdracht 4). Laat desgewenst een paar cursisten hun toespraak aan de klas presenteren als daar tijd voor is. Als u cursisten vooraf gevraagd hebt om hun toespraak te houden, zorg er dan voor dat u daar voldoende tijd voor inruimt.
Bedank de cursisten voor hun bijdrage. Getuig van de liefde die onze hemelse Vader en Jezus Christus voor elk van uw cursisten hebben. Verzeker hen ervan dat ze in zijn koninkrijk behouden worden als zij met hun gehele ziel tot Christus komen.
Volgende unit (Woorden van Mormon–Mosiah 6)
In de volgende unit lezen de cursisten dat een engel van God aan koning Benjamin verscheen, hem instructies gaf en vertelde wat hij tegen zijn volk moest zeggen (zie Mosiah 3). Koning Benjamin deelde die woorden aan zijn volk mee, waarna zij een grote verandering in hun hart ondergingen.