Bibliotheek
Les 68: Mosiah 28–29


Les 68

Mosiah 28–29

Inleiding

De zonen van koning Mosiah hadden na hun bekering het sterke verlangen om het evangelie aan de Lamanieten te prediken. Nadat Mosiah bij de Heer navraag had gedaan en de verzekering had ontvangen dat ze met succes en bescherming gezegend zouden worden, liet hij ze gaan. Tezelfdertijd ging Mosiah aan de slag met de heilige kronieken die aan hem waren toevertrouwd. Hij vertaalde de Jareditische kronieken en droeg alle kronieken vervolgens over aan Alma de jonge. Omdat zijn zonen het koningschap weigerden, stelde hij een systeem van rechters als nieuwe regeringsvorm in het land in.

Onderwijstips

Mosiah 28:1–9

De zonen van Mosiah hebben het verlangen om tot de Lamanieten te prediken

Zet de volgende uitspraken op het bord vóór de les begint:

  1. Ik verlang oprecht naar het eeuwige geluk van anderen.

  2. Ik ben bereid offers te brengen om anderen te helpen.

  3. Ik heb het verlangen om anderen over het evangelie te vertellen.

Laat de cursisten aan het begin van de les de uitspraken op het bord bij zichzelf evalueren. Laat ze op een schaal van 1 t/m 10 peilen hoe ze ervoor staan (1 betekent dat de uitspraak niet echt op hen van toepassing is en 10 betekent dat de uitspraak zeer wel op hen van toepassing is).

Vraag de cursisten Mosiah 27:8–10 door te lezen.

  • Hoe zouden Alma en de zonen van Mosiah op dat moment in hun leven op die schaal scoren?

Laat een cursist Mosiah 28:1–4 voorlezen.

  • Hoe zouden de zonen van Mosiah na hun bekering op die schaal scoren? Uit welke zinsneden in Mosiah 28:1–4 blijkt hoeveel ze veranderd waren?

  • Waardoor kregen de zonen van Mosiah andere verlangens? (Zij oefenden geloof in Jezus Christus, bekeerden zich van al hun zonden en werden tot het evangelie bekeerd; zie Mosiah 27:34–36. U kunt ook verwijzen naar Mosiah 28:4 en uitleggen hoe de Geest van de Heer op hen inwerkte.)

  • Wat voor moeilijkheden stonden zendelingen in die periode mogelijk onder de Lamanieten te wachten?

  • Wat kon de prediking van de zonen van Mosiah volgens Mosiah 28:2 in hun ogen voor de Lamanieten betekenen?

  • In welke opzichten beïnvloedde de bekering van de zonen van Mosiah hun verlangen om het evangelie uit te dragen? Welke beginselen kunnen wij uit hun ervaring leren? (Vat de antwoorden van de cursisten samen door het volgende beginsel op het bord te schrijven: Naarmate onze bekering tot het evangelie zich verdiept, neemt ons verlangen om het evangelie uit te dragen toe.)

Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen. U kunt de cursisten aanmoedigen dit citaat in de kantlijn naast Mosiah 28:1–4 in hun exemplaar van de Schriften te noteren.

‘De mate van onze bekering is uitstekend af te lezen aan de intensiteit van ons verlangen om anderen over het evangelie te vertellen.’ (‘Anderen over het evangelie vertellen’, Liahona, januari 2002, p. 8.)

Vraag de cursisten te overdenken hoe hun verlangen om anderen over het evangelie te vertellen is toegenomen naarmate ze dichter bij de Heer zijn gekomen.

  • Wat voor ervaringen heb je gehad waardoor je anderen over het evangelie wilt vertellen?

Vraag de cursisten zich voor te stellen dat ze een jongeman kennen die lid van de kerk is maar niet echt het verlangen heeft om op zending te gaan.

  • Hoe kan deze jongeman een groter verlangen te krijgen om het evangelie uit te dragen? (Vraag de cursisten waardoor zij zichzelf in grotere mate tot het evangelie van Jezus Christus hebben bekeerd en hoe zij die jongeman op basis daarvan advies kunnen geven. Maak ze duidelijk dat een grote mate van bekering tot het evangelie leidt tot een groter verlangen om anderen over het evangelie te vertellen.)

U kunt desgewenst uitleggen hoe u het verlangen hebt gekregen om anderen in het evangelie te onderwijzen. Geef daarbij als u wilt uw getuigenis dat we het evangelie in toenemende mate willen uitdragen aan anderen naarmate we dichter bij de Heer komen en zijn Geest voelen.

Laat de cursisten Mosiah 28:5–8 doorlezen en nagaan waarom Mosiah zijn zonen op zo’n gevaarlijke zending liet gaan.

  • Welke zegeningen beloofde de Heer in antwoord op het gebed van Mosiah aan zijn zonen?

Mosiah 28:10–20

Mosiah vertaalt de Jareditische platen en draagt de heilige kronieken over aan Alma

Teken het volgende op het bord:

Afbeelding
gouden platen en kroon

Wijs naar de tekening van de kroon en laat een cursist Mosiah 28:10 lezen. Vraag de klas welk probleem de koning had toen zijn zonen op zending gingen. (Hij moest iemand anders vinden om zijn positie als koning over te nemen.)

Vat Mosiah 28:11–19 samen met de uitleg dat Mosiah ouder werd en zijn aandacht deels naar de heilige kronieken liet uitgaan die aan hem waren toevertrouwd: de kronieken die zijn vader hem had gegeven en die hij moest bijhouden en bewaren, en de kronieken die koning Limhi hem had gegeven. In zijn hoedanigheid als ziener vertaalde hij de kroniek van de Jaredieten — de platen die waren gevonden door de groep die koning Limhi had uitgestuurd om het land Zarahemla te vinden (zie Mosiah 8:7–9). Wijs de cursisten op de tekening van de gouden platen op het bord.

Leg uit dat Mosiah niet alleen een leider voor het koninkrijk moest aanwijzen, maar ook iemand die zorg moest dragen voor de platen. Vraag de cursisten Mosiah 28:20 door te lezen.

  • Wie ontving de heilige kronieken?

  • Waarom was Alma een goede keuze om de kronieken onder zijn hoede te nemen?

Mosiah 29

Het volk volgt Mosiahs raad op om een systeem van rechters als regeringsvorm in te stellen

Vraag de cursisten hun hand op te steken als ze wel koning of koningin zouden willen zijn. Vraag een van die cursisten naar voren te komen en bij de getekende kroon op het bord te gaan staan (of zet hem of haar een papieren kroon op het hoofd). Vraag de cursisten welke voordelen zij als koning of koningin zouden genieten.

Laat een cursist Mosiah 29:1–3 voorlezen.

  • Wie wilde het volk als hun koning?

  • Wat gaven de zonen van Mosiah op om tot de Lamanieten te kunnen prediken?

  • Wat geven jongemannen en jongevrouwen tegenwoordig zoal op of stellen ze uit zodat ze op zending kunnen gaan?

Vat Mosiah 29:4–10 samen met de uitleg dat koning Mosiah bang was dat de benoeming van een nieuwe koning twist en zelfs oorlog kon veroorzaken. Hij noemde ook andere problemen die konden ontstaan als een onrechtvaardige koning aan de macht kwam. Laat de cursisten die problemen in Mosiah 29:16–18 opzoeken.

Leg uit dat koning Mosiah voorstelde dat de Nephitische regering niet meer door een koning werd bestuurd. In plaats daarvan stelde hij een systeem van rechters voor, waarbij de rechters door de stem van het volk werden gekozen.

Laat de cursisten Mosiah 29:11, 25 doorlezen en opzoeken hoe de rechters het volk moesten besturen. (‘Volgens de geboden Gods’ en ‘volgens de wetten die u zijn gegeven door onze vaderen’.)

Zet Mosiah 29:26–27, 30, 33–34, 37–38 op het bord. Deel de klas op in koppels. Laat de cursisten in deze verzen zoeken naar de verantwoordelijkheid van het volk in de regeringsvorm die koning Mosiah voorstelde. Laat elk koppel daarna de volgende vragen bespreken. (Zet de vragen eventueel ook op het bord of zorg voor een uitreikblad.)

  • Welke voordelen zaten er volgens koning Mosiah aan beslissingen die door de stem van het volk tot stand zouden komen? (Hij zei dat de stem van het volk doorgaans niet iets verlangt ‘in strijd met wat goed is’. Hij sprak er ook over dat de last van hun bestuur op het gehele volk diende neer te komen en er sprake moest zijn van ‘gelijke kansen’.)

  • Welke gevolgen stond men te wachten als de stem van het volk ongerechtigheid zou kiezen? (De oordelen van God en verwoesting zouden hen treffen.)

  • Wat betekent volgens jou de zinsnede ‘zodat eenieder zijn deel zou dragen’ in Mosiah 29:34? Hoe kan die zinsnede van toepassing zijn op de plicht van burgers om deel te nemen aan hun plaatselijke en landelijke bestuur?

Lees de volgende uitspraak van ouderling Neal A. Maxwell van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

‘Zowel de leiders als de volgelingen zijn echt verantwoordelijk voor wat er gebeurt bij cultureel verval. […] Het is makkelijk om slechte leiders te bekritiseren, maar we moeten hun volgelingen niet bij voorbaat vrijspreken.’ (Zie ‘Ons bekeren van onze zelfzucht’, De Ster, juli 1999, p. 28.)

  • Waarom is het belangrijk dat zowel leiders als volgelingen verantwoording dragen voor hun daden?

  • Wat kun je doen om rechtvaardige wetten en leiders te steunen? (Verwijs de cursisten desgewenst op Geloofsartikelen 1:12.)

Verzeker de cursisten dat hoewel mensen niet in ieder land de kans hebben hun eigen leiders te kiezen, de Heer altijd zal helpen wie op Hem vertrouwen, waar ze ook wonen.

Laat een cursist Mosiah 29:41–43 voorlezen.

  • Wie koos het volk als eerste opperrechter? Maakte hij zijn opdracht als rechtvaardig en rechtschapen leider waar? Wat waren de gevolgen van zijn leiderschap?

Vraag de cursisten in hun eigen woorden uit te leggen wat zij uit Mosiah 29 hebben geleerd. Mogelijke waarheden:

Onrechtvaardig leiderschap kan twist en zonde in de hand werken.

Het is niet gebruikelijk dat de stem van het volk iets kiest dat niet goed is.

Als het volk ongerechtigheid kiest, zullen de oordelen van God hen treffen.

Ieder heeft de plicht om rechtvaardige wetten en leiders te steunen.

Geef tot slot uw getuigenis van de beginselen in de les van vandaag.

Mosiah: terugblik

Help de cursisten op het boek Mosiah terug te blikken. Vraag ze na te denken over wat ze van dit boek hebben geleerd, zowel in het seminarie als in hun individuele Schriftstudie. U kunt ze indien nodig aanmoedigen het boek nog eens door te bladeren om hun geheugen op te frissen. Vraag diverse cursisten na verloop van tijd naar hun gedachten en gevoelens over iets in het boek wat indruk op ze heeft gemaakt.

Toelichting en achtergrondinformatie

Mosiah 28:3. Het verlangen om het evangelie uit te dragen

Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft een doeltreffende manier voorgesteld waarop kerkleden anderen over het evangelie kunnen vertellen:

‘De sleutel tot succesvol zendingswerk door leden is de oefening van ons geloof. Een van de manieren om ons geloof in de Heer en zijn beloften te laten zien, is om onder gebed een datum te prikken waarop we iemand hebben voorbereid om met de zendelingen kennis te maken. Ik heb honderden brieven van leden ontvangen die hun geloof op deze eenvoudige wijze hebben geoefend. Hoewel de gezinnen geen idee hadden met wie ze over het evangelie zouden praten, hebben ze een datum geprikt, gebeden en met veel meer mensen gesproken. De Heer is de goede herder, en Hij kent zijn schapen die zijn voorbereid om naar zijn stem te luisteren. Hij zal ons leiden als wij naar zijn goddelijke hulp streven om zijn evangelie te verkondigen.’ (‘Een huis van evangelieverkondiging’, Liahona, mei 2006, p. 86.)

Mosiah 29:41–44. De regering der rechters

De verandering in regeringsvorm die koning Mosiah doorvoerde, was zo ingrijpend dat de Nephieten hun tijdrekening vanaf dat moment tot aan de geboorte van Christus (zie 3 Nephi 2:8) baseerden op het begin van de regering der rechters. Daarvoor rekenden de Nephieten de tijd vanaf het jaar waarin Lehi Jeruzalem verliet.

Afdrukken