Les 29
2 Nephi 9:1–26
Inleiding
In een leerrede tot de Nephieten begon Jakob met het citeren van enkele profetieën van Jesaja aangaande de Heer die zijn verbondsvolk zal verlossen. Dat gedeelte van Jakobs leerrede is opgetekend in 2 Nephi 6–8 (zie les 28 in dit boek). De voortzetting van deze tweedaagse leerrede is opgetekend in 2 Nephi 9–10. Nadat hij Jesaja heeft geciteerd, geeft Jakob zijn eigen getuigenis van de verzoening van Jezus Christus — van de macht van de Heiland om ons te verlossen van de gevolgen van de val en van de gevolgen van onze eigen zonden. President Joseph Fielding Smith heeft gezegd dat 2 Nephi 9 ‘een van de verhelderendste redevoeringen bevat die ooit over de verzoening zijn gehouden’. Hij zei: ‘Het moet aandachtig worden gelezen door iedereen die naar het eeuwig heil streeft.’ (Answers to Gospel Questions, samengesteld door Joseph Fielding Smith jr., 5 delen [1957–1966], deel 4, p. 57.)
Onderwijstips
2 Nephi 9:1–9
Jakob zet de gevolgen van de val uiteen
Zet verschrikkelijk monster op het midden van het bord vóór de les begint.
Leg aan het begin van de les uit dat 2 Nephi 9 de rest van de leerrede bevat die de cursisten in de vorige les zijn gaan bestuderen. Herinner de cursisten eraan dat Jakob in het eerste deel van de leerrede, die 2 Nephi 6–8 beslaat, Jesaja citeerde om de barmhartigheid van de Heiland en zijn macht om zijn verbondsvolk uit hun verloren en verstrooide staat te verlossen voor het voetlicht te brengen. In het vervolg van zijn leerrede zette Jakob uiteen hoe de Heiland ons allemaal uit onze gevallen en zondige staat verlost.
Wijs de cursisten op de woorden die u op het bord hebt gezet.
-
Waar moet je bij een verschrikkelijk monster aan denken?
De cursisten zouden op die vraag denkbeeldige wezens kunnen noemen. Als ze dat doen, leg dan uit dat sommige dingen die echt zijn angstaanjagender kunnen zijn dan denkbeeldige wezens, omdat ze in staat zijn blijvende schade aan te richten. Vertel de cursisten dat Jakob met ‘dat verschrikkelijke monster’ een toestand beschreef waar we allemaal mee te maken krijgen en de eeuwige schade die we daardoor kunnen oplopen. Vraag de cursisten 2 Nephi 9:10 door te lezen en te letten op de twee elementen van het monster dat Jakob beschreef. Wanneer de cursisten vertellen wat ze gevonden hebben, zet u als volgt de antwoorden op het bord:
Maak de cursisten duidelijk dat Jakob met de termen dood en hel verwijst naar een type scheiding. Jakob doelde met het woord dood in deze leerrede op ‘de dood van het lichaam’, ofwel de scheiding van het lichaam en de geest. Met het woord hel doelde hij op ‘de dood van de geest’, ofwel de scheiding van een persoon van de tegenwoordigheid van God. In de Schriften wordt deze scheiding vaak de ‘geestelijke dood’ genoemd.
Laat de cursisten 2 Nephi 9:6 doorlezen. Vraag ze te letten op de oorzaak van de lichamelijke dood en van de geestelijke dood.
-
Door welke gebeurtenis kwamen de lichamelijke dood en de geestelijke dood over ons allemaal? (Leg indien nodig uit dat alle mensen wegens de val van de tegenwoordigheid van God zijn afgesneden en dat alle mensen uiteindelijk lichamelijk zullen sterven.)
Leg uit dat Jakob in 2 Nephi 9:7– 9 uiteenzet wat er met ons zou gebeuren als er geen verzoening was en de gevolgen van de val eindeloos zouden voortduren. Om de cursisten voor te bereiden op hun studie van deze teksten kunt u enkele termen in vers 7 toelichten: Met ‘het eerste oordeel dat over de mens is gekomen’ doelde Jakob op de gevolgen van de val van Adam en Eva. Met ‘verderfelijkheid’ doelde hij op ons sterfelijk lichaam, dat zal sterven. Met ‘onverderfelijkheid’ doelde hij op ons herrezen lichaam, dat eeuwig zal leven.
Vraag een cursist 2 Nephi 9:7–9 voor te lezen. Vraag de klas te letten op woorden die aangeven wat er met ons lichaam en onze geest zou gebeuren als de lichamelijke en geestelijke dood eindeloos voortduurden.
-
Wat zou er met ons lichaam gebeuren als er geen verzoening was geweest?
-
Wat zou er met onze geest gebeuren als er geen verzoening was geweest?
Laat een cursist het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen dat ons lot zonder de verzoening van Jezus Christus beklemtoont:
‘Als onze scheiding van God en onze lichamelijke dood permanent waren, zou morele keuzevrijheid geen betekenis hebben. Ja, we zouden wel vrij zijn om keuzes te maken, maar wat had dat dan voor zin? Het eindresultaat zou altijd gelijk blijven, wat we ook deden: de dood zonder hoop op een opstanding en zonder hoop op de hemel. Hoe goed of hoe slecht we ook verkozen te zijn, we zouden allemaal als “engelen van een duivel” eindigen. [2 Nephi 9:9.]’ (‘Moral Agency’, Ensign, juni 2009, p. 50.)
2 Nephi 9:10–26
Jakob zet uiteen dat de Heiland ons dankzij de verzoening redt van de gevolgen van de val en ons vergeving van onze zonden aanbiedt
Vraag de cursisten 2 Nephi 9:10 nogmaals te lezen.
-
Wat heeft God volgens dit vers voor ons bereid?
Maak duidelijk dat Jakobs belangrijkste boodschap in deze leerrede is dat God ‘een weg bereidt voor onze ontkoming aan de greep van […] de dood en de hel’. Die ontkoming — aan de lichamelijke en geestelijke dood ten gevolge van de val — is zekergesteld dankzij het zoenoffer van Jezus Christus.
Deel de klas op in twee groepen. Laat de eerste groep 2 Nephi 9:5, 19–21 lezen en letten op beschrijvingen van het offer van de Heiland voor ons. Laat de tweede groep 2 Nephi 9:11–12, 15, 22 lezen en letten op woorden die aangeven dat Jezus Christus ons van de lichamelijke dood redt. (Zet deze verwijzingen eventueel op het bord.)
Als de cursisten de tijd hebben gehad om te lezen, stelt u de eerste groep de volgende vragen:
-
Welk lijden was de Heiland bereid te ondergaan zodat Hij ons van de lichamelijke en geestelijke dood kon bevrijden? Welke beschrijvingen heb je gevonden die je raken?
-
Jakob beklemtoonde dat Jezus Christus de pijnen van alle mensen heeft geleden. Wat betekent dat voor jou? Hoe beïnvloedt deze kennis je gevoelens voor de Heiland? (U kunt de cursisten bij de grootsheid van het offer van de Heiland laten stilstaan door ze erop te wijzen dat de Heiland de pijnen van allen onderging die ooit op aarde hebben geleefd en die nog zullen leven. U kunt het offer van de Heiland voor hen persoonlijk tot ze laten doordringen door ze hun eigen naam in de kantlijn naast 2 Nephi 9:21 te laten noteren. Dat zal hun besef doen toenemen dat de Heiland ook hun pijnen heeft ondergaan.)
Stel de tweede groep de volgende vragen:
-
Welke woorden geven aan dat Jezus Christus ons van de lichamelijke dood verlost?
-
Wie zullen volgens 2 Nephi 9:22 uit de dood opstaan en terug in de tegenwoordigheid van God worden gebracht?
Vestig de aandacht weer op de woorden ‘verschrikkelijk monster’ op het bord. Vraag de cursisten in hun eigen woorden uit te leggen hoe we volgens Jakob van dat ‘monster’ bevrijd kunnen worden. Zie erop toe dat de cursisten begrijpen dat Jezus Christus alle mensen dankzij de verzoening verlost van de lichamelijke en geestelijke dood ten gevolge van de val. Vraag een cursist deze waarheid op het bord te zetten.
Druk de cursisten nogmaals op het hart dat Jezus Christus niet alleen het hele mensdom verlost van de lichamelijke en geestelijke dood ten gevolge van de val, maar ons ook van de geestelijke dood wegens onze eigen zonden kan verlossen.
Leg uit dat Jakob de toestand beschreef van mensen die in hun zonden voor God komen te staan. Laat de cursisten op die beschrijvingen acht slaan terwijl een van hen 2 Nephi 9:15–16, 27 voorleest.
-
Hoe beschreef Jakob de toestand van mensen die in hun zonden voor God komen te staan?
Leg uit dat Jakob ook de toestand beschreef van mensen die in zuiverheid voor God komen te staan. Laat de cursisten op die beschrijvingen acht slaan terwijl een van hen 2 Nephi 9:14, 18 voorleest.
-
Hoe beschreef Jakob de toestand van mensen die in zuiverheid voor God komen te staan?
Maak duidelijk dat de verlossing van de val een gave is aan de gehele mensheid, maar dat de verlossing van de gevolgen van onze zonden deels afhangt van onze verlangens en daden. Zet het volgende op het bord: Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij de gevolgen van onze zonden overwinnen als wij …
Vraag een cursist 2 Nephi 9:21, 23–24 voor te lezen. Laat de klas zoeken naar woorden om de zin op het bord mee af te maken.
-
Hoe zou je deze zin op basis van deze verzen afmaken? (De antwoorden van de cursisten dienen de volgende elementen te bevatten: Dankzij de verzoening van Jezus Christus kunnen wij de gevolgen van onze zonden overwinnen als wij geloof hebben in Jezus Christus, ons bekeren, ons laten dopen en tot het einde volharden. Maak de zin op het bord af terwijl zij antwoord geven.)
Besluit deze les met een van de volgende activiteiten. Beide activiteiten zijn bedoeld om de cursisten te helpen overdenken wat de verzoening van de Heiland voor hen betekent en ze hun gevoelens voor Hem onder woorden te laten brengen.
-
Laat de cursisten in 2 Nephi 9:1–22 alle verzen opzoeken die met het woordje O beginnen. Vraag de cursisten de eerste zin van die verzen voor te lezen.
Laat de cursisten dergelijke uitspraken in hun Schriftendagboek of aantekenschrift opschrijven met hun eigen gevoelens van dankbaarheid voor de Heiland en zijn offer voor hen. Vraag ze daarbij het patroon van Jakob te volgen en elke uitspraak te beginnen met het woordje O en te eindigen met een uitroepteken. Vraag een aantal cursisten wat ze hebben opgeschreven. Vermeld erbij dat ze niet over gevoelens of ervaringen hoeven te spreken die te persoonlijk zijn.
-
Zing of lees met de klas de woorden van de lofzang ‘’k Sta spraak’loos’ (lofzang 129) of van een andere lofzang over de verzoening van Jezus Christus. Laat de cursisten regels uit de lofzang kiezen die hun gevoelens voor de Heiland en zijn zoenoffer weerspiegelen. Geef ze de gelegenheid om te vertellen welke regels ze gekozen hebben en uit te leggen waarom die regels belangrijk voor ze zijn.